Paul Verheijen

DIRCK BARENDSZ

Mariatriptiek


Beeldenstorm

Dirck Barendsz bracht zeven jaar van zijn leven door in Italië als leerling van Titiaan.
Veel van zijn werk is tijdens de beeldenstorm van 1566 verloren gegaan.
De Sint-Janskerk in Gouda telde tot dat jaar vele altaren.
In de oude kerk van voor 1404 stonden zes altaren, in de nieuwe kerk van 1443 waren er negentien en dit aantal werd in de daarop volgende jaren uitgebreid tot maar liefst 45.
Het hoofdaltaar was gewijd aan Johannes de Doper, de beschermheilige van de kerk.
Het belangrijkste altaar na de verbouwing van 1485 in de noorderzijbeuk was het Maria-altaar van de Onze-Lieve-Vrouwe-broederschap met daarop het hier afgebeelde altaarstuk.
Deze religieuze broederschap behoorde tot de meest prominente in Gouda.

Karel van Mander schrijft hierover in zijn Schilderboek:
In het fratershuis in Gouda is nog een altaarstuk van hem. Het stelt een Kerstnacht voor en is zeer goed op de Italiaanse wijze geschilderd. Het behoort tot zijn beste werken.
Van Mander benoemt alleen het middenpaneel.
In gesloten toestand toont het altaarstuk een Annunciatie.
Geopend zien we op het linker- en rechterzijluik respectievelijk de Dood en Tenhemelopneming van Maria.
De 'Kerstnacht' waar Van Mander het over heeft stelt de aanbidding van de herders voor.
De 'Italiaanse wijze', de invloed van Titiaan dus, is te zien in de warme kleuren en losse schilderstijl.
Dirck Barendsz (1534-1592)
Het leven van Maria (±1565)
Olieverf op panelen, 250 x 218 cm (middenpaneel); 249 x 91 cm (zijluiken)
Gouda - Museum Gouda / Sint-Janskerk
2016 Paul Verheijen / Nijmegen