Paul Verheijen

MICHIEL CLAESZ

Altaarstuk met leven van Jozef


Eén geheel?

De timmerlieden in Gouda hebben in de 16e eeuw hun eigen gilde en een eigen verzamelplek: hun altaar in de Sint-Janskerk.
Patroonheilige van de timmerlieden is Jozef en dit altaarstuk, gemaakt in opdracht van het gilde, is geheel aan hem gewijd.
Terwijl Jozef vaak wordt afgebeeld als oude man, wordt hij op alle panelen neergezet in de kracht van zijn leven.

Het is niet helemaal zeker of deze panelen bij elkaar horen.
Wel is duidelijk dat ze thematisch een geheel vormen, maar in schilderstijl en ook qua afmetingen verschillen ze van elkaar.
Michiel Claesz. wordt gezien als de maker van het middenpaneel.
De zijpanelen zijn mogelijk van een andere, nog onbekende schilder.
Het kan ook zijn dat de zijluiken later aan het middenpaneel zijn toegevoegd.
Het altaarstuk is speciaal gemaakt voor de katholieke Sint-Janskerk en toen deze in 1573 overging in protestantse handen, is dit altaarstuk uit de kerk gehaald en eeuwenlang bewaard in het Weeshuis.
Pas in 1872 werd het opnieuw getoond bij het zeshonderdjarig bestaan van de stad Gouda.

Middenpaneel

Het middelste paneel toont de Vlucht naar Egypte.
We kijken naar een wijd heuvelig landschap waarin links op de achtergrond een ruïne van een ronde tempel staat, terwijl zich meer naar voren een standbeeld van een naakte man op een voetstuk bevindt.
Tegen het standbeeld liggen enige fragmenten van heidense kunst (o.a. Corinthisch kapiteel).
Op de voorgrond rijdt Maria op de ezel, het kind zogend.
Jozef leidt de ezel en links slaat een zaaier de voorbijgangers gade.
De jonge Jozef met een zaag over zijn schouder, beschermt zijn vrouw en zoon tijdens hun avontuurlijke tocht naar Egypte.
De zaaiende man verbeeldt het nieuwe leven.
Naast hem zien we een lelie, een bekende Maria-bloem.
Op de achtergrond zijn de moordende soldaten van Herodes zichtbaar.
Het landschap en de gebouwen zijn geïnspireerd op het oude Rome.

Zijpanelen

Dichtgeklapt verbeelden de zijpanelen de verloving van Maria.
Zo gesloten ziet het altaar er ook meestal uit, want alleen bij bijzondere religieuze gelegenheden werd het geopend.
Jozef is een knappe, jonge man: een begerenswaardige partij dus.
Achter hem staan zijn rivalen, die ook een oogje hebben op de mooie Maria.
De hogepriester brengt de handen van Maria en Jozef bij elkaar.
Opvallend is dat hij geen priesterkleding draagt.
Claesz. maakt een soort bisschop van hem en brengt zo het hele tafereel naar zijn eigen tijd van midden 16e eeuw.
Achter de zwangere Maria staan vrouwen van wie er een ook zwanger is.
Waarschijnlijk moet dit Maria’s bloedverwante Elisabet voorstellen, die over enkele maanden Johannes de Doper zal baren.

In geopende toestand zien we op de zijluiken de aanbidding van de herders (linkerpaneel) en van de drie koningen (rechterpaneel).

Predella

De predella, het voetstuk van een altaarstuk, is vaak voorzien van kleine taferelen die te maken hebben met het hoofdonderwerp.
In dit geval betreft dit het beroep van Jozef.
Van links naar rechts zijn de vier ambachten van het timmerliedengilde anno 1560 te zien: de scheepstimmerman, de timmerman, de schrijnwerker en de stoelendraaier.
Michiel Claesz. (? - ±1574)
Het leven van Jozef (±1565)
Olieverf altaarstuk, 229 x 213 cm (middenpaneel)
Gouda - Museum Gouda
2016 Paul Verheijen / Nijmegen