Paul Verheijen

CAESAR VAN EVERDINGEN

Orgelluiken

Overwinning en nederlaag

Bij de intocht van het leger, toen David terugkeerde van zijn overwinning op de Filistijn, liepen in alle steden van Israël de vrouwen zingend en dansend uit om koning Saul feestelijk in te halen met muziek van tamboerijnen en rinkelbellen. Opgetogen zongen ze: 'Saul versloeg ze bij duizenden, David bij tienduizenden.' Saul ergerde zich aan dit lied en werd woedend: 'David geven ze er tienduizenden en mij maar duizenden. Nog even en ze geven hem het koningschap! Vanaf die dag begon Saul David te wantrouwen.
(1 Samuël 18,6-9)
Zoals alle grote orgels van de zeventiende eeuw heeft ook het orgel van Alkmaar twee grote luiken waarmee het kan worden gesloten.
Ze dienden oorspronkelijk een tweeledig doel: gesloten boden ze bescherming tegen het binnendringen van stof, vogels en vleermuizen en geopend hielpen ze om het geluid de goede kant uit te sturen.
De binnenzijde van de luiken was gewoonlijk rijker beschilderd dan de buitenkant, het geopende orgel had dan iets feestelijks en het gesloten orgel was dan meer een teken van inkeer.
Als er bij begrafenissen op gespeeld werd, gebeurde dat bijvoorbeeld met gesloten luiken waardoor het orgel omfloerst klonk.
Bij de luiken in Alkmaar is de buitenzijde echter het rijkst beschilderd en wel door Caesar van Everdingen die de hierboven beschreven intocht afbeeldde.

Oorlogsbuit

Voor de voorstelling van een triomftocht met meegebrachte oorlogsbuit baseerde Van Everdingen zich ongetwijfeld op Romeinse triomfbogen.
We zien de norse blik van koning Saul te paard, want voor hem was de triomf tegelijk een nederlaag.
Bij de weergave van de fictieve poort van Jeruzalem heeft Van Everdingen geraffineerd gebruik gemaakt van de drie bolle vormen die de luiken hebben om de grote orgelpijpen te bedekken.
Precies daar schilderde hij drie grote zuilen.
Aan weerszijden van de middelste zuil bevindt zich een grote menigte, die van boven door muzikanten in twee loges worden begroet.

Op het rechterluik zit de gekroonde Saul op een wit paard dat contrasteerd met zijn rode mantel en zijn in een sandaal gestoken blote been.
Naast hem voor de rechterzuil staat David in een herderskleed van pantervel, met blote voeten en een lauwerkrans op zijn hoofd.
Op het buitenproportioneel grote zwaard van de reus Goliat heeft David diens hoofd gespietst.
Zijn eigen zwaard en helm worden vastgehouden door een jongetje naast hem.
De gelauwerde vrouw met een palmtak daarachter verwijst naar Davids overwinning.
De blazers zijn bijna geheel aan het zicht onttrokken, trompetten steken nog net boven Davids hoofd uit.

Links van Saul lopen soldaten met op de Filistijnen buitgemaakte helmen, kurassen en wapens.
In het centrum houden andere soldaten een halfnaakte man en vrouw alsmede drie kinderen gevangen die met hun handen op de rug zijn gebonden.
Hun blik is naar de grond gericht, net als die van andere gevangenen die links van hen door de poort lopen.
Links van de krijgsgevangenen komen de vrouwen met hun muziekinstrumenten David tegemoet.
Ook zijn enkele musicerende kinderen afgebeeld, onder wie een fluitspelende jongen die Van Everdingen vertekend heeft weergegeven opdat hij vanuit het veel lagere gezichtspunt in de kerk anatomisch correct overkomt.

Aan weerszijden van de linker- en rechter-'zuil' zijn grisailles te zien van figuren uit het Eerste Testament, vlnr: Op de middelste 'zuil' is Mozes afgebeeld met de stenen tafel van de tien geboden met links van hem Jozua met de kronen van vijf koningen die hij versloeg en rechts Gideon met een hoorn, kruik en fakkel (die verwijzen naar zijn overwinning op de Midjanieten).
Helemaal bovenin houden acht putti heel theatraal samen een gordijn omhoog alsof ze het orgel voor ons onthullen, wat goed past bij het openen van de orgelluiken.

In situ

Na de reformatie werden geen monumentale schilderingen in kerken toegestaan, maar voor orgelluiken werd een uitzondering gemaakt.
Taferelen uit het leven van David waren daarop een populair onderwerp.
In de protestantse eredienst speelden de psalmen een grote rol en David wordt daarvan traditioneel gezien als de schrijver-componist.
Bovendien voelden veel bestuurders zich verwant met deze strijder en overwinnaar.
Misschien verwijzen de orgelluiken wel naar de opstand tegen de Spanjaarden.

Weinig schilderijen van Van Everdingen zijn nog op de originele locatie te zien.
In dit geval is dat ook nog ten dele, omdat de afbeeldingen alleen te zien zijn als de luiken gesloten zijn, hetgeen slechts in uitzonderlijke gevallen gebeurt.
In geopende toestand waren oorspronkelijk musicerende kinderen te zien, in grisaille geschilderd door Hendrik Graauw (±1627-1693), een leerling van Van Everdingen.
Bij een restauratie zijn deze in 1782 overgeschilderd door Johannes Petrus van Hoorstok (1745-1825) met engeltjes die een medaillon vasthouden met daarin op het linkerluik een allegorie van de vroomheid en rechts David met de harp.
Caesar Boëtius van Everdingen (±1616-1678)
De Triomg van Koning Saul na Davids Overwinning op Goliat (1644)
Schildering op twee orgelluiken
Alkmaar - Grote of Sint-Laurenskerk
2016 Paul Verheijen / Nijmegen