Paul Verheijen

THOMAS DE KEYSER

Teruggave van het vaatwerk

Ezra

Ezra (of Esdras) was een schriftgeleerde uit de familie van Aäron en de belangrijkste joodse wetgever en hervormer in Jeruzalem in de periode na de Babylonische Ballingschap.
Onder geleerden heerst onzekerheid in welke tijd hij precies geplaatst kan worden.
Een gangbare hypothese is dat, nadat eerdere groepen ballingen waren teruggekeerd met meevoering van de door koning Kores (Cyrus) teruggeschonken heilige tempelvaten, ook Ezra rond 460 VGJ van koning Artachsasta (Artaxerxes I) toestemming kreeg om met een nieuwe groep joodse bannelingen uit Babylon terug naar Israël te gaan.
Hij zou er na de voorafgaande tijd van politieke ondergang en religieus verval de tempel van Jeruzalem weer opbouwen, de Wet van JHWH onderwijzen en resoluut een einde maken aan het naar zijn opvatting onzalige gebruik onder het volk, de priesters en de levieten om uitheemse vrouwen te trouwen.
Ezra werkte nauw samen met de joodse landvoogd van Artachsasta, Nehemia.

In de joodse traditie werd Ezra, wiens naam ‘(God is) hulp’ betekent, als een nieuwe Mozes hoog gewaardeerd, en de berichten over zijn activiteiten namen de vorm van legenden aan.
Hij zou de samensteller zijn geweest van de lijst van de geschriften van het Eerste Testament.
In de christelijke typologie was de vrijlating van joodse ballingen uit Babylon beeld voor de bevrijding der schimmen bij Jezus' Nederdaling ter Helle.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem als profeet op 13 juli samen met de profeet Joël.

Boeken

Wat betreft de overgeleverde boeken die de naam Ezra als titel hebben, is de nummering zeer onoverzichtelijk.
Daar komt bij dat slechts sommige daarvan binnen de verschilllende christelijke richtingen als canoniek bijbelboek worden beschouwd en de rest als apocrief.
Oorspronkelijk bevatte het boek Ezra 23 hoofdstukken.
De christelijke traditie splitste dit boek in tweeën: de hoofdstukken 1-10 werden toen Ezra genoemd en de hoofdstukken 11-23 kregen de naam Nehemia.
Deze twee boeken worden door alle christenen als canoniek erkend.
Ze worden soms ook wel aangeduid met 1 Ezra en 2 Ezra.
Verder bestaan er nog 3 Ezra (9 hoofdstukken), 4 Ezra (16 hoofdstukken).
In de vakliteratuur kom je ook een 5 Ezra en 6 Ezra tegen, maar 5 Ezra is identiek aan hoofdstuk 1-2 van 4 Ezra, terwijl 6 Ezra hetzelfde is als hoofdstuk 15-16 van 4 Ezra.
In de Griekse Septuagintavertaling is Ezra 3 een canoniek bijbelboek onder de naam Esdras A en Esdras B is daar dan de naam voor de oorspronkelijke 23 hoofdstukken.

In al deze vier (zes) boeken zijn sommige passages zeer moeilijk in verband te brengen met teksten ervoor of erna en lijkt er sprake te zijn van niet-chronologische invoegingen.
Deze onoverzichtelijkheid in nummering en canonisering plaatst een kritische kanttekening bij de gelovige opvatting die uitgaat van de eenheid en juistheid van de Bijbel als het Woord van God.

Een bekende Latijnse tekst uit de dodenliturgie van de rooms-katholieken is afkomstig uit het voor hen apocriefe boek 4 Ezra 2,34-35:
Requiem aeternam dona eis Domine: et lux perpetua luceat eis, 'Heer, geef hun de eeuwige rust en het eeuwige licht verlichte hen'.

In verband met het hier afgebeelde schilderij is in Ezra het volgende te lezen:
Koning Cyrus van Perzië gaf de voorwerpen vrij die uit de tempel van JHWH afkomstig waren en die Nebukadnessar uit Jeruzalem had meegenomen en in de tempel van zijn eigen god had neergezet. Hij vertrouwde de teruggave toe aan Mitredat, de schatmeester, die ze met een inventarislijst aan Sesbassar, de leider van Juda, overdroeg. Het betrof 30 gouden schalen, 1000 zilveren schalen, 29 messen, 30 gouden bekers, 410 zilveren bekers van verschillende soort en 1000 andere voorwerpen, bij elkaar 5400 voorwerpen van zilver of goud. Dit alles liet Sesbassar meevoeren toen hij de ballingen uit Babylonië terugbracht naar Jeruzalem.
(Ezra 1,7-11)
Terzijde: een tekst uit 4 Ezra waarin de schepping van de wereld door God in herinnering wordt geroepen luidt:
De derde dag nu hebt gij de wateren bevolen, dat zij zouden verzameld worden op het zevende deel der aarde, doch zes delen hebt gij droog gemaakt en behouden, opdat er zouden zijn die daaruit voor u zouden dienen, als zij door God bezaaid en gebouwd zouden zijn.
(4 Ezra 6,42)
Dit 'gegeven' was voor Columbus mede uitgangspunt voor zijn berekeningen van de uitgestrektheid van de oceaan bij de overtocht naar de Nieuwe Wereld.

Goudsmeden-families

Pieter Lastman had voor de Zuiderkerk in Amsterdam in 1611 een glas-in-loodraam ontworpen.
Het raam was een geschenk van het gilde van goudsmeden en het zeldzame onderwerp bood Lastman – wiens ontwerp in Berlijn is bewaard gebleven en goudsmeden in zijn familie had - de mogelijkheid om waardevolle gouden en zilveren voorwerpen af te beelden.
Rond 1660 werd het raam verwijderd.

Het spreekt voor zich dat niet alle 5400 tempelschatten, waarover de tekst rept, werden afgebeeld.
Onduidelijk is welke personen zich hier bevinden in de tempel die de architectuur heeft van een christelijke kerk.
Wie zijn bijvoorbeeld Mitredad en Sesbassar en staat Ezra ook ergens toe te kijken?
Het lijkt erop dat het koning Cyrus zelf is, die (met scepter, oosterse tulband en koningsmantel) de tempelschatten vrijgeeft.
Het boek waarin de man rechts leest, zou de inventarislijst kunnen verbeelden.

Van dit raam maakte Thomas de Keyser (ook met goudsmeden in zijn familie) een kopie in olieverf.
Een van de aan Ezra teruggegeven vaten linksonder op het schilderij is te herkennen als de Susanna tazza van Paulus van Vianen.
Een tazza is een schotelvormige, ondiepe drinkschaal die op een hoge voet is bevestigd en vooral in de renaissance werd gebruikt om er wijn uit te drinken, maar ook om fruit en lekkernijen op uit te stallen.
Op de tazza is het verhaal van Susanna en de ouderlingen uitgebeeld.
Thomas de Keyser (±1596-1667)
Teruggave van de tempelschatten (1660)
Olieverf op doek, 119 x 92 cm
Parijs - Hôtel Turgot (Collectie Frits Lugt - Fondation Custodia)

Paulus Willemsz. van Vianen (±1570-1613)
Susanna-tazza (1612)
Rotterdam - Boijmans Van Beuningen
2016 Paul Verheijen / Nijmegen