Paul Verheijen

SIXTIJNSE KAPEL - WANDEN LAAG 2

Mozes & Christus

Schilderscollectief

Aan de zijwanden van de Sixtijnse Kapel in de Vaticaanse Musea in Rome hebben vanaf 1480 verschillende schilders hun medewerking verleend.
In de eerste fase was Pietro Perugino de enige meester-schilder, samen met zijn medewerkers, onder wie zijn belangrijkste assistent Bernardino Pinturicchio.
In een volgende fase werden nog meer Toscaanse schilders gecontracteerd, onder wie Cosimo Rosselli, Sandro Botticelli, Domenico Ghirandaio en Luca Signorelli.
Waarom Perugino op zeker moment zijn meesterschap overgaf aan Signorelli, is onduidelijk.

De wandschilderingen dragen onmiskenbaar een Toscaans karakter.
De kunstenaars zaten op één lijn als het gaat om schaal, horizon, kleurgamma en weergave van het landschap.
Ze accepteerden de stijlkenmerken die door Perugino waren geïntroduceerd.
Vaak zijn de fresco’s opgedeeld in drie verticale vlakken, die ieder een ander gebouw of landschap als achtergrond hebben.
Hierdoor ontstond ruimte om verschillende taferelen uit hetzelfde bijbelverhaal te vertellen.
Jezus en Mozes staan daarom vaak meerdere malen afgebeeld in hetzelfde fresco.
Deze werkwijze waarbij meerdere gebeurtenissen in hetzelfde landschap worden weergegeven is typisch voor de Florentijnse schildertraditie.
Rosselli lijkt de enige te zijn die hiervan afwijkt.

Vanaf de altaarmuur met het Laatste Oordeel (ingang toeristen) zijn de taferelen uit de Mozes-cyclus (A - H) en de Christus-cyclus (1 - 8) evenwijdig geplaatst.
Elk atelier verzorgde twee parallelle taferelen, zodat de composities zouden harmoniëren.
Alle acht vlakken van de Mozes-cyclus hebben dus hun pendant in de Jezus-cyclus aan de tegenoverliggende kant, B-2, C-3, D-4, enz.
Deze 'tegenoverelkaarstelling' van verhalen uit het Eerste en Tweede Testament van de bijbel (bijvoorbeeld Mozes' besnijdenis tegenover de doop van Christus) is in fresco's van de zijwanden doorgevoerd.
Het past geheel binnen de opvatting dat het Eerste Testament een voorafschaduwing is van het Tweede Testament.
De tituli, de bijschriften, maken eveneens duidelijk dat de episoden zijn weergegeven in paren als vervulling van de Wet van Mozes door de Wet van Christus.
Zo'n typologische benadering van Eerste en Tweede Testament komt vaak geforceerd over.
Om deze 'tegenoverstelling' mogelijk te maken, moest in de Mozes-cyclus bijvoorbeeld worden afgeweken van de bijbelse chronologie (zie B en C).

Vernietigd

Het eerste fresco op de westwand van zowel de Mozes- als de Jezus-cyclus van de hand van Perugino bestaan niet meer, omdat die plaats moesten maken voor het Laatste Oordeel.
De afbeelding toont een reconstructie van de westwand zoals die mogelijk was vóórdat het Laatste Oordeel erop werd geschilderd.
De voorstellingen betroffen de dochter van de farao die Mozes in het mandje in de Nijl vindt (A) en de herders die het Kind Jezus in een kribbe vinden (1).
(Exodus 2,6 en Lucas 2,16-17)

Perugino werkte het onderwerp van de aanbidding der herders bij verscheidene andere gelegenheden uit (zie afbeelding hieronder).
Zo'n soort voorstelling zal ook op de westwand geschilderd zijn.
Voor de vinding van Mozes zijn mij geen voorbeelden van Perugino bekend.
Pietro di Christofano Vannucci, genaamd Perugino (1450-1523)
Aanbidding van de herders (1522-23)
Fresco overgebracht op doek
Londen - Victoria & Albert Museum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen