Paul Verheijen

MÖSCHENFELD

Odilia

Hohenbourg

Odilia (ook Othilia) van Hohenbourg (Elzas), geboren rond 660, was volgens een legendarische Vita van Germanus van Granfelden de dochter van hertog Aldarik uit de Elzas en diens vrouw Beresinde. Zij werd blind geboren en daarom door haar heidense vader verstoten en opgenomen door een molenaar, voor wie zij als dankbetuiging een boomstam, die hij nodig had, op de juiste lengte bracht. Bij die molenaar teruggevonden door haar min werd zij ondergebracht en opgevoed in het klooster van Balma (Baumeles- Dames bij Besançon). Bij haar doop door bisschop Erhard van Regensburg werd haar blindheid genezen. Zij verzoende zich met haar vader en stichtte met zijn hulp in de Elzas een klooster in Hohenbourg - later naar haar Odilienberg, Monte Sainte-Odile of Sankt-Odile genoemd - en in Niedermunster, die zij bestuurde. Door vasthoudend gebed redde zij haar vaders ziel uit het vagevuur. Toen zij zelf zonder dat zij de sacramenten ontvangen had rond 720 gestorven was, baden haar nonnen haar ziel terug en reikten haar een kelk met de heilige hostie, waarop zij definitief ontsliep. Een geneeskrachtige bron bij haar klooster trok lijders aan oog- en oorziekten en hoofdpijnen aan, die haar daar vereren en er uit een beker/kelk drinken die Odilia zou hebben toebehoord.

De acht afbeeldingen

'Meester van de Möschenfelder Ottilienlegende' is de bijnaam voor een schilder die rond 1490 in Zuid-Beieren werkte.
Op die naam staan nu de acht panelen die gemaakt zijn voor de galerij bestaande uit twee etages van de Sankt-Ottilien-Kirche in Möschenfeld (gemeente Grasbrunn in Opper-Beieren).
  • Geboorte van Odilia, moeder Beresinde ligt in bed, daarnaast staat een wastobbe, een dienstmeisje houdt de pasgeboren Odilia in de armen, drie vrouwen gaan vader Aldarik het nieuws vertellen, dat hij een dochter heeft, die blind is en Aldarik is woedend (1).
  • Odilia wordt in een kerk door bisschop Erhard gedoopt waarbij ze van haar blindheid geneest en wordt begeleid door haar pleegouders en vier nonnen (2).
  • Odilia's broer Hugo probeert tevergeefs een verzoening tot stand te brengen tussen Aldarik en zijn dochter, op de achtergrond rijdt Odilia in een wagen aan een kapelletje voorbij op weg naar het kasteel van haar vader, deze is zo woedend dat hij zijn zoon met een stok tegen de grond slaat, zijn vrouw probeert hem tegen te houden (3).
  • Op Odilia's gebed wordt haar vader Aldarik door een engel uit de vlammen van het vagevuur gehaald (4).
  • Odilia op haar sterfbed in klooster Hohenburg temidden van haar zusters (5).
  • Nadat de zusters even weg geweest zijn om in de kloosterkerk hun koorgebed te bidden, zien ze bij terugkomst dat Odilia gestorven is (6).
  • Haar medezusters beseffen tot hun schrik, dat Odilia de laatste sacramenten niet heeft ontvangen, om hen gerust te stellen keert zij tot het leven terug, ontvangt voor de laatste keer Lichaam en Bloed des Heren en sterft opnieuw (7).
  • Vele jaren na Odilia's dood wordt het graf van haar min door zeven man geopend, de borsten die de heilige hebben gevoed zijn ongeschonden, terwijl de rest van het lichaam volkomen is vergaan (8).

Sint-Odiliënberg en Odiliapeel

Het is niet duidelijk of Sint-Odiliënberg nabij Roermond vernoemd is naar Odilia (van de Elzas) of naar de vaak met haar verwarde Odilia die een van de elfduizend maagden was van Ursula van Keulen. Balderik, bisschop van Utrecht, die in het midden van de 10e eeuw de kerk van Sint Odiliënberg herstelde, bezocht in 966 het klooster Hohenburg en Leo IX (paus van 1049-1054, feestdag 19 april), beschermheer van Hohenburg, stamde af van dezelfde familie als Odilia van de Elzas en heeft veel betekend voor Lotharingen, waar hij verschillende kloosters stichtte en ondersteunde, waaronder mogelijk ook dat van Sint Odiliënberg.
Hoe het ook zij: Sint-Odiliënberg werd een belangrijke bedevaartplaats waar VIP's als Karel de Grote en Richard I van Engeland, maar ook de gewone man heen pelgrimeerden. Van daaruit verspreidde zich over heel Europa Odilia's verering. Bij Roermond werd het rond 700 door Plechelmus, Wiro en Otgerus gestichte kloostercomplex aan Odilia gewijd.
Sinds 1623 is zij de patrones van de Elzas en beschermster van blinden en ooglijders, van stervenden en van de zielen in het vagevuur.
Haar kerkelijke feestdag is 13 december.
Zij wordt gewoonlijk afgebeeld als abdis met staf, kroon (afkomst) en boek, waarop twee ogen (haar genezen blindheid), soms ook met een kelk.

Zeker is dat het Brabantse Odiliapeel (Maashorst) is vernoemd naar Odilia van Keulen.

Odilia behoort tot de vijf wijze maagden die in de adventstijd worden gevierd.
Meister der Möschenfelder Ottilienlegende (±1490)
Ottilienlegende (1506)
Olieverf op panelen
Möschenfeld - Sankt-Ottilien-Kirche in Möschenfeld
2016 Paul Verheijen / Nijmegen