Paul Verheijen

MURILLO

Retabel Sevilla

Kapucijnenconvent

1665 kreeg Murillo opdracht het retabel van het hoofdaltaar te schilderen van de kerk van het klooster van de Kapucijnen in Sevilla.
Het retabel is ontmanteld en de acht panelen zijn nu ondergebracht en opgesteld in een mogelijke reconstructie in het museum voor schone kunsten aldaar.
De panelen stellen voor:

Paneel 1 - La Colosal

Bartolomé Esteban Murillo (1617-1682)
Immacultata (±1652)
Olieverf op canvas, 436 x 297 cm
Sevilla - Museo de Bellas Artes

Paneel 6 - Justa en Rufina


Op dit paneel dragen de zussen Justa en Rufina de Giralda van de kathedraal van Sevilla en een martelaarspalm in hun handen.
Het gezicht van de ene zus straalt uit dat de bewoners van Sevilla gerust kunnen zijn: de toren blijft gespaard.
De andere zus richt haar blik naar de hemel vanwaar de goddelijke bescherming afkomstig is.


Bartolomé Esteban Murillo (1617-1682)
Justa y Rufina (1665-66)
Olieverf op canvas, 200 x 176 cm
Sevilla - Museo de Bellas Artes

Paneel 7 - Bonaventura en Leander

Bonaventura van Lyon (±1221-1274)
Giovanni Fidanza, zoon van een medicus uit Bagnoregio bij Orvieto, dankt zijn naam aan Franciscus die Giovanni, nog een kind, genas door een wonder en toen uitriep: O buona ventura!, 'o goed fortuin', vrij vertaald 'geluksvogel'.
Mede uit dankbaarheid werd Bonaventura franciscaan en studeerde in Parijs, waar hij vanaf 1253 ook zelf doceerde samen met Thomas van Aquino.
Gregorius X (paus van 1271-76; feestdag 9 januari) benoemde hem tot kardinaal en bisschop van Albano.
Hij hervormde de orde van de franciscanen - die was uiteengevallen in verschillende richtingen - en wordt daarom ook wel de tweede stichter ervan genoemd.
Hij was ook degene die in 1263 een nieuw Mariafeest introduceerde: Maria Visitatie.
Zijn lijfspreuk was solo Deo honor et gloria, 'alleen voor God eer en glorie'.
Omdat zijn heiligverklaring pas in 1482 kwam, is hij pas daarna in de kunst aanwezig.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op zowel 14 juli als 15 juli.

Leander van Sevilla (±540-600/1)
Leander stamde uit een voorname Romeinse familie met vier kinderen die afkomstig was uit de havenstad Cartagena (ook wel Nieuw-Carthago genoemd), aan de Spaanse zuidoostkust. Blijkbaar kwamen zij in conflict met Byzantijnse hoogwaardigheidsbekleders, want die zorgden ervoor dat de familie de wijk moest nemen en een goed heenkomen zocht in Sevilla. De vier kinderen zijn allen heiligverklaard: Fulgentius (feestdag 14 januari), Florentina (feestdag 20 juni) en Isidorus (feestdag 4 april).
Leander werd benedictijn en rond 577 aartsbisschop van Sevilla en later opgevolgd door zijn meer bekende broer Isidorus. Hij was volgens sommige bronnen ook de oom en leidsman van Ermenegild (feestdag 13 april).
Het Roomse Martelaarsboek schrijft over Leander op 27 februari (in een schrikkeljaar 28 februari):
Te Sevilla in Spanje de geboortedag van de heilige Leander bisschop van die stad. Hij was een broeder van de heilige bisschop Isidorus en de maagd Florentina en heeft door zijn prediking en zijn ijver de Visigoten met behulp van hun koning Reccared uit het goddeloze arianisme tot het katholieke geloof bekeerd.
Het paneel van Murillo toont de twee grote heiligen van twee verschillende ordes anachronistisch bij elkaar.
Beide figuren, levensgroot, vormen het centrum en bijna de hele compositie.
Een kind houdt de mijter van Leander vast en verschuilt zich achter zijn gewaad.
De banderol in Leanders hand gaat in tegen het arianisme waarover ook het Roomse Martelaarsboek schrijft.

CREDITE O GOTHI CONSVBSTANTIALEM PATRI
Geloof, o Goten in de wezensgelijkheid aan de vader

De (Visi)Goten waren aanhangers van het arianisme.
Leander meent echter dat God, Zoon en heilige Geest daarentegen wezensgelijk, dus God, zijn.

Bonaventura in franciscaner pij houdt een architectonisch model van een klooster boven een boek.
Het werk herinnert ons aan Bonaventura als de belangrijkste heilige van de franciscaanse orde, en aan Leander als de stichter van een tempel gebouwd op de plaats waar Justa en Rufina (zie paneel 6) werden gemarteld.
Murillo schildert de fictieve gebeurtenis dat de tempel geheiligd wordt tot een kerk.
Op de achtergrond sluiten architectonische 'tempel'-elementen in klassieke stijl zoals de pilaster van een balustrade en een zuil op een hoge sokkel het tafereel af.
Bartolomé Esteban Murillo (1617-1682)
San Buenaventura y San Leandro (1665-66)
Olieverf op canvas, 200 x 176 cm
Sevilla - Museo de Bellas Artes
2016 Paul Verheijen / Nijmegen