Paul Verheijen

VAN EYCK - LAM GODS

Johannes de Doper en Johannes de Evangelist (afbeeldingen 22 en 23)

Johannes de Doper

In geschilderde gotische nissen in het onderste register van het gesloten retabel Het Lam Gods van de Gebroeders Van Eyck zijn temidden van de schenkers Judocus Vyd, schepen van Gent, en zijn vrouw Lysbette Borluut de beide Johannessen afgebeeld.
Afgebeeld als twee imitaties van zandstenen sculpturen zijn deze twee heiligen bepalend voor opdracht en inhoud van het hele retabel.

Johannes de Doper (links) houdt het Lam Gods in de hand en wijst er met zijn vinger naar.
Bovendien is hij de patroonheilige van de Sint-Janskerk en het is dus evident dat hij hier moest worden afgebeeld.
Sinds 1540 heet deze parochiekerk overigens de Sint-Baafskathedraal, maar de crypte is tot op heden nog steeds gewijd aan Johannes de Doper.

Johannes de Evangelist

Naast De Doper staat Johannes de Evangelist als jongeman.
Volgens de traditie is hij ook de auteur van het laatste bijbelboek de Apokalyps.
De hele voorstelling van de eredienst van de aanbidding van het Lam Gods stamt uit dit bijbelboek.
De scène dat Johannes de Doper naar Jezus wijst, staat in zijn evangelie (Johannes 1,29).
Vanzelfsprekend dus dat ook deze Johannes een plek kreeg op het retabel.
Hij wordt voorgesteld met een kelk in de hand, waaruit giftige adders kronkelen.

De grootste van de twee

De Legenda Aurea waarschuwt in het hoofdstuk over Johannes de Doper niet te redetwisten over de vraag wie van de twee Johannesen de belangrijkste is:
Het is niet gepast erover te redetwisten wie van de twee de grootste is. Dat is zelfs, zoals men kan lezen in een stichtelijk verhaal, van Godswege duidelijk gemaakt. Er waren eens, zo staat daar, twee geleerde theologen van wie de éên een voorkeur had voor de Doper en de ander voor de Evangelist. Uiteindelijk werd er een openbaar dispuut over dit twistpunt uitgeschreven. Allebei deden ze hun uiterste best om gezaghebbende uitspraken en doeltreffende redeneringen te vinden om hun eigen Johannes de ereplaats te bezorgen. Toen de dag van het dispuut aanbrak, verschenen de beide heiligen, ieder aan zijn eigen bewonderaar, en zeiden tegen hen: 'In de hemel zijn we samen heel eensgezind, houd over ons dus geen twistgesprekken op aarde!' Toen maakten die geleerden hun visioen aan elkaar en aan het hele volk bekend en zegenden de Heer.
(Legenda Aurea 81,163-168)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen