Paul Verheijen

PRAXEDES & PUDENTIANA

Zorg voor martelaren

Legendes

Jacobus de Voragine is in zijn Legenda Aurea zeer kort over Praxedes (Praxedis):
Praxedis betekent groen, van 'praxim', groen; vandaar Praxedis, omdat zij groende en bloeide met de bloem van haar maagdelijkheid. De maagd Praxedis was een zuster van de heilige Potentiana. Zij waren zusters van de heilige Novatus en Timoteüs, die door de apostelen in het geloof werden onderricht. Toen de vervolging woedde, begroeven de gezusters de lichamen van vele christenen, deelden hun eigen vermogen uit onder de armen en ontsliepen ten slotte in vrede omstreeks het jaar des Heren 165 onder Marcus Aurelius en Lucius Verus.
(Legenda Aurea 91,1-5)
Historische gegevens over Praxedes en Pudentiana, ook Potentiana geheten, ontbreken en pas in de 7e eeuw duikt er een bericht op dat in de catacombe van Priscilla deze twee zussen worden vereerd.
Hun namen verschenen in Acta, 'Handelingen’, die echter een zeer groot legende-karakter vertonen.
Volgens deze Acta erfde Potentiana de thermen van Novatus en zou ze er een kerk van hebben laten maken.
Andere legendes noemen Praxedes de dochter van Claudia en van Bretonse komaf en melden dat zij veel deed voor martelaren, (ook?) in de tijd van de vervolgingen door Antoninus, voorganger van Marcus Aurelius.
Sommigen verborg zij in haar huis, anderen wekte zij op tot heldhaftige belijdenis, weer anderen begroef zij en gevangenen bracht zij noodzakelijk voedsel en kleding.
Toen zij de gruwelijke onderdrukking van de christenen niet langer kon aanzien, smeekte zij God haar uit dit dal van ellende weg te nemen.
Haar gebed werd verhoord en ze zou zijn bijgezet in de catacomben van Priscilla.

Santa Prassede

Mogelijk is Praxedes de stichteres van een titelkerk in Rome die haar naam draagt: Santa Prassede, als huis gebouwd eind 4de eeuw en uiteindelijk tot basiliek gemaakt onder Paschalis I (paus van 817-24; feestdag 11 februari).

Op het schilderij van Felice Ficherelli (links) en een kopie ervan die - niet unaniem - toegeschreven wordt aan Johannes Vermeer (rechts), wordt Praxedes afgebeeld.
Naar mijn bescheiden mening zou het evengoed Pudentiana of hun moeder Priscilla kunnen zijn.
Alle drie vrouwen blonken uit in de zorg voor martelaren (zie paragraaf 'Breder verband').
In haar handen knijpt ze een spons uit met het bloed dat ze heeft opgevangen van een martelaar die we onthoofd op de achtergrond zien liggen.
De vrouw op de achtergrond rechts zou dan een van de andere twee vrouwen moeten verbeelden.
* Afbeelding: Mozaïek (1265-85) Madonna met Kind geflankeerde door links Praxedes en rechts Pudentiana (Rome - Santa Prassede - Zenokapel)

Jezuïeten

De in Nederlandse en Vlaamse kunst gespecialiseerde Amerikaanse kunsthistoricus Arthur Wheelock is van mening dat de door Vermeer gekopieerde versie van deze compositie zijn vroegst gedateerde werk is en een verkennend schilderij van een jonge kunstenaar die zich kort daarvoor tot het katholieke geloof had bekeerd en die een bewezen interesse had in hedendaagse Italiaanse kunst.
Ficherelli's compositie moet een sterke indruk hebben gemaakt op Vermeer, niet alleen op artistieke gronden, maar ook vanwege het devotionele karakter.
Vermeer zou toegang hebben gehad tot Italiaanse schilderijen, ook als hij Italië zelf niet bezocht, maar je kunt je afvragen waarom hij besloot een compositie van Ficherelli te kopiëren.
De mogelijkheid bestaat altijd dat hij de opdracht kreeg om het te schilderen.
Het onderwerp kan ook een speciale aantrekkingskracht op hem hebben gehad, aangezien Praxedes een van een aantal Romeinse heiligen was die populair waren onder de jezuïeten van de zeventiende eeuw, omdat ze probeerden de vroege tradities van de katholieke kerk te benadrukken.
Hoewel Vermeer waarschijnlijk calvinistisch was opgevoed, trouwde hij in 1653 met de katholieke Catharina Bolnes en lijkt hij zich kort voor die datum tot het katholicisme te hebben bekeerd en geïnteresseerd te zijn in de opvattingen van de jezuïeten.
Het echtpaar kreeg in totaal vijftien kinderen, van wie er vier jong stierven.
Zijn oudste zoon werd priester en zijn jongste zoon, Ignatius, droeg een uitgesproken 'jezuïeten-naam'.
Merk ook op dat Vermeer bij de spons in Praxedes' handen nog een typisch katholieke crucifix heeft toegevoegd.

Breder verband

Het bij elkaar harken van verschillende heiligen binnen één verband is meestal het gevolg van karige dan wel ontbrekende gegevens of van naamsverwisseling.
Zo werden Praxedes en Pudentiana gekoppeld aan personen die Paulus op het eind van zijn brieven vaak groet.



De tweede brief die Paulus aan Timoteüs schrijft eindigt met de volgende groet waarin hij negen personen met name noemt:
Groet Prisca en Aquila, en de huisgenoten van Onesiforus. Erastus is in Korinte gebleven, Trofimus heb ik ziek in Milete achtergelaten. Probeer voor de winter te komen. Eubulus, Pudens, Linus, Claudia en alle andere broeders en zusters laten je groeten. De Heer zij met je. Genade zij met jullie.
(2 Timoteüs 4,19-22)
Van de eerst genoemde vijf personen is nauwelijks iets bekend en de vier als laatste genoemde personen zijn in het Tweede Testament zelfs volledig onbekend.
Het kon niet uitblijven dat er rond deze figuren voldoende legendevorming ontstond, om ze - op Eubulus na - allen op de heiligenkalender een plaats te geven.
  • Prisca en Aquila op 8 juli
    Dit echtpaar is volgens 1 Korintiërs 16,19 in Efese, althans in Asia wat overeenkomt met Handelingen 18,18-19.
    Ze zijn daar gekomen nadat zij uit Rome waren verjaagd (Handelingen 18,2-26 waar de vrouw Priscilla wordt genoemd), maar volgens Romeinen 16,3 zijn ze weer in Rome.
  • Onesiforus op 6 september
    Hij kan vanwege Handelingen 19,22 in Efese geplaatst worden.
  • Erastus op 26 juli
    Volgens Handelingen 19,22 is hij met Timoteüs door Paulus vooruigezonden naar Macedonië en hij wordt ook in Romeinen 16,23 genoemd.
  • Trofimus op 29 december
    Deze reisgezel van Paulus (Handelingen 21,29) wordt in Jeruzalem in diens gezelschap gesignaleerd (Handelingen 21,29).
  • Pudens op 19 mei
  • Linus op 23 september
  • Claudia op 7 augustus
Pudens, Linus en Claudia werden in bepaalde legenden - voor het gemak? - als gezin bij elkaar gezet en aangevuld met andere min of meer legendarische heilige gezinsleden.

Het Roomse Martelaarsboek meldt voor verschillende dagen zeven heiligen die mogelijk - voor het gemak - als gezin bij elkaar gezet kunnen worden, maar over wie historische gegevens volledig ontbreken.

16 januari:
Te Rome de heilige Priscilla, die zich zelve met al haar goederen aan de dienst van de martelaren wijdde.
19 mei:
Te Rome de heilige maagd Pudentiana. Na veel strijd gestreden, vele martelaren eervol begraven en al haar goederen ter liefde van Christus onder de armen verdeeld te hebben, is zij ten laatste van de aarde ten hemel opgegaan.

Aldaar ook de heilige senator Pudens, de vader van de voormelde heilige Pudentiana en de heilige maagd Praxedes. Door de apostelen werd hij in het doopsel met Christus bekleed en hij bewaarde het kleee der onschuld onbesmeurd, totdat hij de kroon des levens ontving.
20 juni:
Te Rome het overlijden van de heilige Novatus, een zoon van de zalige senator Pudens en een broeder van de heilige priester Timoteüs en van de heilige christen-maagden Pudentiana en Praxedes. Zij waren door de apostelen in het geloof onderwezen. Hun huis werd ingericht tot kerk en kreeg de naam 'Pastor'.
21 juli:
Te Rome de heilige maagd Praxedes. Wel onderricht in alles wat de zuiverheid en de wet van God betreft, oefende zij zich voortdurend in nachtwaken, vasten en bidden en ontsliep in Christus. Zij is begraven aan de Via Salaria naast haar zuster Pudentiana.
22 augustus:
Te Rome aan de weg naar Ostia de geboorte van de heilige martelaar Timoteüs. Hij werd door de stadsprefect Tarquinius aangehouden, door langdurige kerkerstraf uitgemergeld en daar hij niet wilde offeren aan de afgoden, werd hij tot driemaal toe gegeseld, met de hevigste folteringen gepijnigd en ten laatste onthoofd.
Op 23 september:
Te Rome de heilige paus Linus, martelaar. Hij was de eerste, die na de zalige apostel Petrus de kerk van Rome bestuurde, werd als martelaar gekroond en is op de Vaticaanse heuvel nabij genoemde apostel begraven.
Dat levert een volledig gefingeerde stamboom op (zie afbeelding)

Volgens de traditie was Priscilla de gastvrouw van Petrus die in Rome zijn hoofdkwartier had vlakbij de catacomben aan de Via Salaria Nuova die haar naam dragen.
Onder de grond van haar bezittingen werd de oudste christelijke begraafplaats van Rome aangelegd.
Is hier sprake van een vermenging met Prisca (zie boven)?
Pudens wordt in verband gebracht met de Pudens die Paulus noemt in de slotgroet van een brief aan Timoteüs (2 Timoteüs 4,21).
Deze identificatie heeft te maken met de naam Timoteüs (zie 22 augustus), maar de man aan wie Paulus twee bewaard gebleven brieven schreef is waarschijnlijk een andere.
Paulus' geadresseerde wordt als heilige vereerd op 26 januari en in het Roomse Martelaarsboek op 24 januari.
Bovendien is Pudens ook een andere man.
Volgens sommige bronnen heette deze Pudens voluit Quintus Cornelius Pudens, senator van Rome en was hij niet de echtgenoot, maar een zoon van Priscilla, want hij was getrouwd met ene Claudia.
In zijn huis ‘domus Pudentiana’ kwamen in de eerste eeuw al christenen bijeen.
Hij werd begraven in de catacomben van Priscilla en sinds de 4e of 5e eeuw bestond er in Rome een Pudentianakerk.
Het was een titelkerk, een verbouwde zaal, uit de 2e eeuw die dienst had gedaan als thermen.
Voor zover bekend is het de oudste titelkerk van Rome.
Deze plek droeg de naam Ecclesia Pudentiana, ‘kerk van Pudens’.
Van lieverlee meende men dat ze vernoemd was naar zijn dochter Pudentiana die in andere bronnen Potentiana wordt genoemd of mogelijk daarmee wordt verward.
Waarschijnlijker is het dat op grond van de vrouwelijk klinkende naam van de titelkerk deze Pudens in de traditie een dochter kreeg toebedeeld met de naam Pudentiana.
Linus zou de zoon zijn van Pudens.
Is hij dezelfde als Novatus?
Felice Ficherelli (1605-1660)
Praxedes (±1645) (linkerafbeelding)
Olieverf op doek, 115 x 90 cm
Particuliere collectie

Johannes Vermeer (1632-1675)
A - Praxedes (1655) (rechterafbeelding)
Olieverf op doek, 102 x 83 cm
Tokyo - Nationaal museum voor westerse kunst
2016 Paul Verheijen / Nijmegen