Paul Verheijen

CORNELIS DE VOS

Norbertus van Xanten

Premonstratenzers

In 1155 schreef een anonymus een redelijk betrouwbare Vita over Norbertus van Xanten (±1082-1134), ook van Maagdenburg of van Gennep genoemd.
Een aan Norbertus' leerling Hugo van Fosses toegeschreven Vita uit circa 1150 mist echter die betrouwbaarheid.
Norbertus was kanunnik en subdiaken in het Sint-Victorkapittel in Xanten, waar hij een weinig voorbeeldig en liederlijk leven leidde.
Tijdens een hevig onweer zou hij aan de dood zijn ontsnapt.
Een vuurbal sloeg vlak voor de benen van zijn paard in en Norbertus werd op de grond geworpen waar hij bijna een uur voor dood bleef liggen.
Toen hij tenslotte bijkwam als een tweede Paulus kwam hij tot inkeer en ging hij een kluizenaarsbestaan leiden in Siegburg.
Vanaf 1117 trok hij als boeteprediker rond.
In een visioen toonde de maagd Maria hem een veld in een dal bij Coucy.
Aldaar stichtte hij een nieuwe kloosterorde en noemde de plaats Prémontré, naar het Latijne praemonstratum, 'te voren aangeduid', namelijk in het Mariavisioen.

Dit lijkt mij een mooi voorbeeld van etiologie: bij een al bestaande plaatsnaam wordt een verhaal bedacht dat de oorzaak is geworden voor die naam.
De monniken worden premonstratenzers genoemd, ook wel norbertijnen of - vanwege hun geheel witte habijt - witheren of witte broeders.

Norbertus bleef preken in Noord-Frankrijk en Vlaanderen, waar hij in en rond Antwerpen met succes de tegen de kerkelijke hierarchie gerichte ketterij van Tanchelm (zie onder) bestreed.
In 1126 werd hij bisschop van Magdeburg, alwaar hij acht jaar later stierf.
Zijn gebeente werd in 1627 plechtig overgebracht naar de premonstratenzerabdij van Strahov bij Praag.

Een vermakelijke legende betreft een spin die Norbertus eens tijdens de mis in de met geconsacreerde wijn gevulde kelk aantrof.
De spin vangen en verwijderen zou verspillen van Jezus' heilig bloed betekenen.
Met doodsverachting - want op het consumeren van een spin, meende men, volgde een gewisse dood - dronk Norbert de kelk leeg.
De dood bleef uit omdat de spin Norberts lichaam door de neus verliet.

Tanchelm

Tanchelm (ook Tanchelijn, Tanchelmus of Tanchelinus) was een volksprediker die de geschiedenis inging als ketter en sekteleider.
Het meeste dat we over hem weten, bestaat uit een paar documenten geschreven door diegenen die hem bestreden hebben, want zelf heeft hij geen geschriften nagelaten.
Er wordt verondersteld dat hij rond 1070 zou geboren zijn in Zeeland of het Brugse Vrije.
Door sommigen werd hij als een leek beschreven, door anderen als een monnik.
Volgens hetgeen zijn tegenstanders schreven, keerde hij zich met grote felheid tegen de Kerk en de kerkelijke sacramentenleer.
Zo leerde hij dat de sacramenten hun effect misten wanneer ze door onwaardige geestelijken werden toegediend.
Hij zou zich verder gekant hebben tegen de 'tienden', de kerkelijke belastingen, en tegen de liederlijke levenswandel van sommige leden van de clerus.
Met grote praal trok hij rond door Vlaanderen, vergezeld door talrijke volgelingen.
Zijn tegenstanders, meer bepaald de kanunniken van de kathedraal van Utrecht, schreven extreme verhalen over hem, waarvan de authenticiteit niet meer te achterhalen is.
Zo werd geschreven dat hij vooral een vrouwelijke aanhang verwierf, enerzijds volksvrouwen, anderzijds rijke vrouwen die hem royale giften deden.
Die volgelingen gingen zo ver in hun verering dat ze het water dronken waarin hij een bad had genomen.
Men schreef dat hij in weelde leefde en zich zeker niet aan het celibaat hield.
Hij zou zich plechtig verloofd hebben met de Maagd Maria.
Hij zou vele jonge meisjes ontmaagd hebben en zou seks hebben gehad met vrouwen die hem door hun echtgenoten werden aangeboden.
In 1113 zou hij verdreven zijn uit Brugge en vestigde hij zich in Antwerpen, waar hij opnieuw het volk aan zijn kant kreeg, maar uiteindelijk in 1115 door een priester werd vermoord.
Ook na zijn dood kon Tanchelm nog op aanhang rekenen.
Dit blijkt uit het feit dat Norbertus bijna tien jaar na de dood van Tanchelm, door Honorius II (paus van 1124-1130) nog naar Antwerpen zou zijn gezonden om diens ketterij te bestrijden.
Dat is dan ook de reden waarom Norbertus in de beeldende kunst vaak triomferend over Tanchelm wordt afgebeeld met een monstrans in de hand.
De inwoners van Utrecht zouden ooit de door Tanchelm bedreigde heilige, liturgische vaten voor hem hebben verborgen, om ze na diens val weer plechtig aan Norbertus terug te geven.

Het schilderij

Norbertus in bisschopsgewaad en in gezelschap van premonstratenzers neemt een monstrans met de hostie in ontvangst van een geknielde edelman.
Cornelis de Vos heeft Tanchelm anachronistisch afgebeeld tussen Norbertus en deze edelman.
De ketter zit hier letterlijk klem.
Rechts een groep van knielende en staande figuren van de familie Snoeck.
Op het middenplan in de verte staat een groep nieuwsgierigen.
Op de achtergrond is de Sint-Michielsabdij en de toren van de kathedraal te Antwerpen te zien.
Cornelis de Vos (1584-1651)
De teruggave van de kerkschatten aan de heilige Norbertus na de overwinning op de ketterij van Tanchelmus, met portret van de familie Snoeck (1630)
Olieverf op doek, 153 x 249 cm
Antwerpen - KMSK
2016 Paul Verheijen / Nijmegen