BruinvisJan Brueghel de Oude, de tweede zoon van Pieter Brueghel sr., schildert op dit paneeltje een bruinvis. De bruinvis is eigenlijk geen vis. Het is, net als andere walvisachtigen, een zoogdier dat in de zee leeft en boven komt om adem te halen. De gewone bruinvis wordt veel gezien in de Nederlandse wateren. Bruinvissen zijn relatief kleine walvisachtigen en stevig gebouwd met een stompe snuit. Op hun rug hebben ze een vin van ongeveer 15 centimeter. In tegenstelling tot hun naam hebben bruinvissen een grijsachtige tot zwarte kleur met een witte buik.In het boek Jona is geen sprake van een bruinvis maar van een grote vis. Achtergrond om juist deze vis te schilderen is waarschijnlijk dat men zich alleen bij deze vis kon indenken dat een volwassen man er drie dagen en nachten in kan verblijven. Zeevarende Nederlanders waren al vroeg bekend met walvissen en bruinvissen en Jan Brueghel kon zeker op verhalen van zeelieden teruggrijpen bij het uitbeelden ervan. De schilder pakt het moment dat Jona al biddend en gekleed in feestelijk rood uit de muil van de vis aan land stapt. Van uitspuwen is hier geen sprake. De oever ligt bezaaid met stenen en schelpen. Geheel links kruipt een slak uit zijn huisje, symbool van de verlossing van Jona uit de vis. Op de achtergrond ontwaren we de contouren van een burcht, waarmee waarschijnlijk Ninive wordt bedoeld, waarnaar Jona zich nu op pad zal gaan begeven. |
Jan Brueghel de Oude (1568-1625)
Jona stapt uit de walvis (circa 1595-96) Olieverf op eikenhout, 38,4 x 55,6 cm München - Alte Pinakothek |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |