Paul Verheijen

HEILIGEN PER MAAND




Begrip heilig

Voor de eerste christenen was 'heilig' een ander woord voor 'goddelijk'.
In de eerste plaats is God heilig, maar in afgeleide zin werd heilig ook een ander woord voor 'godgewijd'.
Een kerk was bijvoorbeeld een heilige plaats en ook voorwerpen als vaten en oliën konden als heilig worden beschouwd.
Al vroeg kwam binnen het christendom de idee naar voren dat een heilige iemand is die er op uitmuntende én voorbeeldige wijze in is geslaagd Christus na te volgen, de zogenaamde imitatio Christi.
Naast degenen uit de directe omgeving van Jezus, zoals zijn moeder Maria en de twaalf apostelen, golden in de begintijd van het christendom vooral martelaren als heilig, omdat zij bereid waren voor hun geloof te sterven.
Later werd dit legertje martelaren op grote schaal aangevuld met pausen, bisschoppen, monniken, nonnen, kerkleraren en vorsten en vorstinnen, vaak als automatisme of gebaseerd op legendarische gronden.

Procedure heiligverklaring

Wie bepaalt of een persoon heilig is?
Er sterft iemand die binnen de eigen kring een zekere faam geniet die zich verder verspreidt tot bijvoorbeeld een bisschop hem of haar als heilig kenmerkt.
De heilige werd bijgeschreven in een (feest)kalender of in een ander liturgisch boek, zodat zijn naam niet vergeten zou worden.
Omdat aan de bisschop van Rome op een bepaald ogenblik het hoogste gezag werd toegekend, werd hij de man die als 'paus' bepaalde welke van deze talloze streekgebonden heiligen in aanmerking kwamen als heiligen die door de hele kerk vereerd mochten worden.
Het mag dan ook geen verwondering opwekken dat er onder de heiligen vele pausen zijn te vinden.
Tegenwoordig begint het proces van heiligverklaring in het bisdom waar iemand jaren na zijn dood van het gelovige volk aandacht krijgt en vereerd wordt.
Je zou dit begin misschien het enige democratische proces binnen de kerk kunnen noemen.
Het bisdom stelt vervolgens een onderzoek in, waarbij een actor causae optreedt en een postulator die materiaal verzamelen om de heiligverklaring te ondersteunen.
De advocatus diaboli was de functionaris die tegenargumenten moest verzamelen, maar deze 'advocaat van de duivel' is in 1982 afgeschaft.
Er treden vervolgens vier stadia binnen de gang naar heiligheid:
  • Servus Dei (Dienaar Gods)
    Deze kwalificatie krijgt iedereen voor wie de procedure tot heiligverklaring is begonnen.
  • Venerabilis (Eerbiedwaardig)
    Toegekend wanneer is vastgesteld dat de kandidaat-heilige heeft uitgeblonken in goddelijke en zedelijke deugden.
  • Beatus (Zalig)
    Wanneer vermeende wonderen zijn geverifieerd kan de paus beslissen tot een zaligverklaring.
  • Sanctus (Heilig)
    Als er na die zaligverklaring is bewezen dat er op voorspraak van de zalige ten minste één wonder is gebeurd, kan de paus overgaan tot de definiteve heiligverklaring.
    De zalige mag dan door de gehele kerk worden vereerd.
N.B.: het is ook mogelijk dat het proces in gang wordt gezet voor een hele groep tegelijk.
Meestal betreft het dan martelaren die dan vervolgens worden benoemd met de plaatsnaam waar ze gemarteld zijn, bijvoorbeeld de Martelaren van Gorkum.

Calendarium Romanum

Het Calendarium Romanum, het liturgische jaar van de Romeinse ritus, geeft een lijst van naamdagen, onderverdeeld per maand.
Het onderscheidt vier soorten heiligenvieringen:
  • Solemnitas (Hoogfeest)
  • Festum (Feest)
  • Memoriam (Gedachtenis)
  • Ad libitum (Naar believen)
Voor de bisdommen kunnen de bisschoppen de rang van de naamdag van heiligen wijzigen, zodat de heiligen uit hun kerkprovincie meer aandacht krijgen.
Kloosterorden en congregaties kunnen de feesten van heiligen en zaligen uit hun geledingen op soortgelijke wijze met hogere rang vieren.
Vaak wordt bij een heilige de dies natalis, 'geboortedag' als gedenkdag bepaald, waarmee altijd de sterfdag als 'hemelse geboortedag' is bedoeld.
Alleen van Jezus, Maria en Johannes de Doper wordt ook de aardse geboortedag gevierd.
Sommige belangrijke heiligen hebben meer dan één herdenkdag op de kalender.
Vaak betreft een tweede herdenkdag de translatie, de overbrenging van zijn relieken naar een andere plaats.
Een heiligverklaring van een nieuwe heilige kan leiden tot verschuivingen op de heiligenkalender.
De encycliek Mysterii Paschalis is op 14 februari 1969 motu proprio, 'uit eigen beweging' door paus Paulus VI uitgegeven.
Hij hervormde het Calendarium Romanumen herzag de liturgische vieringen van Jezus Christus en de heiligen.
Hierbij werden ook 188 heiligen van de lijst afgevoerd, meestal omdat over hun leven en werken uitsluitend mythen en legenden bestonden, hetgeen overigens niet inhield dat hun verering werd verboden.
Sommige gedenkdagen werden toen ook verplaatst, bijvoorbeeld om beter overeen te komen met de sterfdag van een heilige, of om hoogfeesten niet op dezelfde dag te laten plaatsvinden.

Alle heiligen samen worden liturgisch gevierd op Allerheiligen (1 november).

Verering

Vanouds zijn heiligen voorwerp van verering, lokaal of in de hele kerk, geweest en onderscheidt men drie vormen:
  • Latreia, aanbidding van God en Christus.
  • Douleia, aanbidding van heiligen
  • Hyperdouleia, aanbidding van Maria
Deze verering - met name die van afbeeldingen van heiligen - is eeuwenlang omstreden geweest en leidde zelfs tot beeldenstormen. Te denken valt aan:
  • Byzantijnse Beeldenstorm (726-843)
    Het vernietigen van iconen en fresco's in kerken in een langdurige strijd tussen iconoclasten (tegen iconen) en iconodulen (voor iconen).
  • Nederlands/Vlaamse Beeldenstorm (1566)
    Hoewel de kerstening van Nederland de geschiedenis van ons land eeuwenlang heeft bepaald, zijn heiligen nauwelijks verbeeld in de Nederlandse schilderkunst. De reformatie is hiervoor de belangrijkste verklaring.
    Na de beeldenstorm, het plunderen van katholieke kerken en kloosters en vernietiging van heiligenbeelden, altaren en kunstwerken, is er in Nederland nauwelijks meer ruimte voor kunst van heiligen. Het typeert de bescheiden rol die de Nederlandse kerk heeft gehad als opdrachtgever van kunstenaars. In tegenstelling tot Spanje, Frankrijk en Italië, was de Nederlandse kunst vanaf de 17e eeuw grotendeels afhankelijk van rijke burgers. Deze rijke protestanten kozen eerder voor schilderijen van historische gebeurtenissen of bijbelverhalen dan van katholieke heiligen.
  • Engelse Reformatie (1536-1640)
    Sluiting van kloosters en vernietiging van relieken, beelden en heiligdommen, zijnde 'afgoderij'.
  • Franse Revolutie (1789-1799)
    Grootschalige vernietiging van kerken, relieken en kunstwerken, ontheiliging van kathedralen, waaronder de Notre-Dame in Parijs, sommig religieus erfgoed werd ook verkocht.
  • Beeldenstormen in de Sovjet-Unie (20e eeuw)
    Vernietiging van kerken, iconen en religieuze kunstwerken, omvorming van religieuze gebouwen tot musea, magazijnen of seculiere gebouwen door het communisme.

Relieken

Relieken of relikwieën zijn stoffelijke resten van heiligen die met eerbied bewaard worden en met een of andere verering worden omgeven. De kerk wijst zo'n verering niet principieel af. De concrete vorm van verering is sterk onderworpen aan de smaak van de tijd. Niet elke vorm ervan zal mensen aanspreken. Paradoxaal genoeg staat reliekverering in tegenspraak met het geloof in een lichamelijke opstanding op het einde der tijden.

Nadat keizer Constantijn in 313 het Edict van Milaan had uitvervaardigd dat het christendom vrijheid van godsdienst toestond, gingen christenen in het Romeinse Rijk over tot het bouwen van kerken, vaak ter ere van martelaren. Deze slachtoffers van het geloof waren al begraven, maar men groef ze weer ijverig op om ze een prominente plaats te geven in zo'n nieuwgebouwde kerk. Oude grafvelden werden afgespeurd naar relieken en het hoeft geen betoog te constateren dat deze uiteraard ook volop werden gevonden.
In de middeleeuwen was men op zoek naar steun en bescherming van heiligen en men had daarbij voorwerpen van verering nodig, een bot, een stukje kleding, noem maar op. Niet ongebruikelijk was dat er rondom zo'n relikwie een fraaie legende ontstond.
Tegenwoordig komt het sporadisch voor dat een relikwie wetenschappelijk wordt getest op 'echtheid', wat betekent dat via koolstofdatering wordt gekeken of de tijd overeenkomt met de tijd waarin de heilige zou hebben geleefd. Gewoonlijk is dat niet het geval en het Vaticaan is dan ook geen groot voorstander van dergelijke onderzoeken.

Heiligenverering werd bovendien gestimuleerd door afbeeldingen. Menige bedevaartplaatsen van Maria worden tegenwoordig bezocht vanwege de faam van een miraculeus beeld, zoals bijvoorbeeld Maria Sterre der Zee.

Merkeldagen

Veel heiligendagen zijn tevens merkeldagen, of lotdagen.
Dat zijn dagen die in het volksgeloof bijzonder belangrijk zijn, bijvoorbeeld voor het levenslot van de mens, voor het gedijen van het vee en de gewassen, voor het weer.
Hierbij zijn inbegrepen allerlei kerkelijke en seculiere feestdagen, verjaardagen, naamdagen en bijzondere gebeurtenissen binnen de familie.
Bij merkeldagen horen weerspreuken die vaak ook de heilige vermelden die volgens het calendarium zijn of haar naamdag heeft op de betreffende dag.
Deze weerspreuken zijn echter bijna volledig in onbruik geraakt.

Literatuur

Literatuur over heiligen bestaande uit vroegchristelijke martelaarsakten, passies en stichtelijke legenden is schier onuitputtelijk. Hieronder een selectie van werken die op deze website geciteerd worden:
  • Apophtegmata Patrum (Uitspraken van de woestijnvaders, Anoniem, 4e/5e eeuw)
  • Dialogi de vita et miraculis patrum italicorum (Dialogen over het leven en de wonderen van de Italiaanse kerkvaders, Gregorius de Grote, ±594)
  • Liber Miraculorum (Boek der Wonderen, Gregorius van Tours, 575-594)
  • Vitae [..] (Het leven van .., Diverse auteurs, vanaf de 4e eeuw, b.v. Vita Antonii van Athanasius, Vita Macrinae van Gregorius van Nyssa en Vita Martini van Sulpicus Severus)
  • Speculum Historiale (Historische spiegel, Vincent van Beauvais (Vincentius Bellovacensis, ±1190–1264).
    Het werk bestaat uit drie grote delen. Het Speculum Historiale is het derde deel. Het is een beschrijving van de wereldgeschiedenis tot 1254. In de geprinte uitgave van 1627 bestond dit deel uit bijna 1400 pagina's. Een belangrijk aspect hierin is het zoeken naar de goddelijke betekenis die te vinden zou zijn binnen objecten en gebeurtenissen. In alles wordt Gods grootsheid gezien en in alles kan de mens leren van de daarin verborgen boodschap.
  • Legenda Aurea (Gouden Legende, Jacobus de Voragine, 1263-1266)
    Dit boek heeft grote invloed gehad op de beeldende kunst en de legendevorming over heiligen. Op deze website wordt er vaak uit geciteerd. Klik op de koppeling voor een aparte pagina.
  • Passionel (Passieverhaal)
    Een Duitse verzameling legendes, samengesteld door een dominicaanse broeder uit Nürnberg. De oudste druk is die van Günther Zainer uit 1471/72 uit Augsburg en de laatste is van Strassburg uit 1521. Een editie uit 1502 had een voor die tijd uitzonderlijk hoge oplage van 1000 exemplaren. De collectie bevatte oorspronkelijk 251 heiligenlegendes en werd met de Legenda Aurea een invloedrijk model voor de meeste van de volkslegenden. De Passionel was ongekend populair in heel Europa en gelezen door een breed publiek.
  • Martyrologium Romanum
    Het Roomse Martelaarsboek is de officiële, maar niet volledige, lijst van martelaren, maar ook overige heiligen die door de katholieke kerk erkend worden. De eerste uitgave dateert van 1583 en vond plaats op gezag van Gregorius XIII, die in het jaar daarvoor zijn kalenderhervorming had ingevoerd. De lijst was gebaseerd op het Martyrologium van Usuardus, aangevuld met gegevens uit de Dialogi (zie boven), werken van de kerkvaders en het Menologion van Sirlet. In 1744 verscheen een verbeterde en aangevulde editie onder paus Benedictus XIV en in 2001 een in opdracht van het Tweede Vaticaans Concilie geheel herziene editie. De lijst bevat meer dan 10.000 heiligen. Op deze website citeer ik met aangepaste spelling uit een Nederlandse vertaling van de kapucijner broeder frater Romualdus uit 1922.
  • Acta Sanctorum (Jean Bolland en school, vanaf 17e eeuw)
Onvermeld blijven hier de literair gezien vaak belangrijke, maar doorgaans vooral stichtelijke dramatische bewerkingen van een heiligenleven, zoals van Petrus in Quo Vadis? van Henryk Sienkiewicz uit 1895-96.

Voorspreker

Alle heiligen hebben als belangrijkste functie dat zij voorspreker zijn: aan de heilige wordt gevraagd om vóórdat een gebed God bereikt dit te versterken. De meeste heiligen hebben daarbij een 'specialisme'. Inmiddels kent het rooms-katholicisme een waar pantheon gevuld met heiligen die vanwege die bemiddelende rol bij God een soort halfgoden zijn en de moeite waard om op hun specifieke gebied te benaderen. Zij kunnen op dat specifieke terrein worden aangesproken vooral als deze gedaan worden bij het graf, bij een reliek van de heilige, bij een plek die op een of andere manier met de heilige is verbonden of 'gewoon' bij een beeld van de heilige, al dan niet begeleid door het opsteken van een kaarsje. Van alle heiligen is Maria zonder enige twijfel de enige die God zelf danig lijkt te bedreigen als het gaat om het populairste doelwit van gebeden. Aan haar plaats in de religieuze kunst wordt op deze website uitgebreid aandacht besteed.

Decentralisatie

Momenteel heeft de kerk de heiligenverering deels gedecentraliseerd doordat bisschoppen voor hun eigen bisdom en zelfs pastoors voor hun eigen parochie mogen bepalen welke personen hiervoor in aanmerking komen.
Dat is ook de reden dat lijstjes van de diverse groeperingen zo kunnen verschillen van elkaar.
Maar nog steeds geldt dat de heiligenlijst zeer dun is bezaaid met leken.

Canonisatieportretten

In de 16e en 17e eeuw ontstond het gebruik van de canonisatieritus die plaatsvond in de Sint Pieter in Rome onder een levensgrote afbeelding van de nieuwe heilige.
Een kunstenaar kreeg dan opdracht van het Vaticaan een portret van de heilige te schilderen.
Tegenwoordig worden er vaak meerdere personen in één viering gecanoniseerd en worden een aantal dagen voor de plechtigheid aan de façade van de Sint Pieter enorme portretten van de heilig te verklaren personen gehangen.
Van al deze canonisatieportretten is de kunsthistorische waarde vaak gering.

Groeperingen

Vaak zijn de heiligen gegroepeerd. Zo kennen wij: Opvallend is dat de groep huisvaders en huismoeders zwaar ondervertegenwoordigd is (zie b.v. Julianus Hospitator). Bij de bespreking van een heilige wordt eventueel vermeld tot welke groepering(en) hij/zij gewoonlijk wordt gerekend.

Anorexia

In de middeleeuwen beschouwde men streng vasten als een groot religieus goed, maar waarin iemand daarin te ver ging, kwam onmiddellijk de vraag op of dit het werk was van de duivel of van God.
De historicus Rudolph M. Bell behandelt in zijn boek Holy Anorexia (Chicago 1985) 261 vrouwelijke heiligen en zaligen in Toscane en Umbrië van de 13e tot de 19e eeuw.
Allemaal vrouwen die leden aan anorexia religiosa of sancta anorexia, je hartstochtelijk overgeven (ook letterlijk) aan versterving door zo weinig mogelijk te eten.
Je kunt het zien als de religieuze variant van wat wij tegenwoordig 'anorexia nervosa' noemen: de onwil en onmogelijkheid om voedsel tot je te nemen.
Door deze intens beleefde ascese, boetedoening en meditatie raakten deze vrouwen vaak in een visionaire toestand.
Als je teveel vast, ga je hallucineren.

Voorbeelden op deze website:

Patronaten

Heiligen hebben in het leven van de gelovigen twee functies: als voorbeeld en als hulp. Men spreekt bij hulp over het 'aanroepen' van de heilige, hetgeen vaak verkeerd wordt begrepen als 'aanbidden'. In de loop van de tijden zijn er verschillende vormen van patronaten gegroeid.
  • Patroonheiligen van kerken
    De oudste vorm van patronaat is de benoeming van het kerkgebouw naar een bepaalde heilige. Dat lag met name voor de hand als de kerk werd gebouwd op het graf van de heilige, zoals de Sint Pieter'in Rome. Wijdde men niet op het graf maar elders een kerk aan de heilige, dan probeerde men een reliek van hem of haar te verwerven. Deze metselde men in in het altaar. Dan was het toch een beetje het graf van de heilige.
  • Patroonheiligen van aardrijkskundige namen
    Daaruit ontstond het gebruik een stad of dorp toe te wijden aan de patroonheilige van de hoofdkerk. Soms wijdde men een plaats toe aan een heilige die in die plaats had gewoond. Ook streken of landen kregen soms een patroonheilige, bijvoorbeeld Sint-Jakobus (Santiago) van Spanje, Sint-Maarten van Frankrijk, Sint-Patrick van Ierland, Sint-Nicolaas van Rusland of Sint-David van Wales *.
    * David van Menevia, Dewi, Dafydd (Welsh), 'de Waterdrínker' (omdat hij alleen water dronk) uit de 6e eeuw heeft als feestdag 1 maart
  • Patroonheiligen van persoonsnamen
    In de loop van de middeleeuwen groeide het gebruik kinderen te vernoemen naar heiligen. De heilige naar wie je heette, werd dan jouw patroonheilige. Dat hield tevens in dat men in zuidelijke landen niet je verjaardag vierde, maar je naamdag: de liturgische feestdag van je patroonheilige.
  • Patroonheiligen van beroepen
    Toen in de middeleeuwen beroepsgroepen en gilden ontstonden, kozen zij een eigen patroonheilige. Indien enigszins mogelijk kozen zij een heilige die hun beroep had uitgeoefend of men koos een patroonheilige als er op een of andere manier verband kon worden gelegd tussen het beroep en de hagiografie van de heilige.
  • Patroonheiligen tegen allerlei ziekten, kwalen en noden
    Het is niet moeilijk te bedenken hoe de voorspraak van patroonheiligen hiertegen werd ingeroepen, vooral waar de medische wetenschap machteloos stond.

Attributen

Omdat er vóór de uitvinding van de fotografie in de regel geen historisch betrouwbare afbeeldingen van de heiligen zijn, kunnen zij daarop worden herkend aan een attribuut. Ze dragen bijvoorbeeld een in de iconografie gebruikelijk kostuum, hoofddeksel, martelwerktuig of gebruiksvoorwerp, dat iets te maken heeft met de status, bezigheden, speciale verrichtingen, wonderen of het levenseinde van de heilige. Soms is de heilige ook te herkennen aan een specifiek gebaar. Vaak is een combinatie van attributen nodig omdat meerdere heiligen hetzelfde attribuut bij zich kunnen hebben.

Vanaf de 4e eeuw hebben heiligen bovendien vaak een nimbus (Latijn voor 'wolk'), een stralenkrans, rond of achter hun hoofd (aureool) of om het hele lichaam (gloriool). Een gouden achtergrond op de afbeelding van een heilige kan ook de functie van een nimbus vervangen. De vorm van de nimbus wisselde met artistieke inzichten en technische mogelijkheden, maar werd ook gebruikt om onderscheid tussen heiligen aan te brengen:
  • Rond
    Wordt gebruikt voor figuren die postuum als heilig worden erkend en symboliseert een tijdloze, eeuwige status van heiligheid.
  • Vierkant
    Wordt gebruikt om aan te duiden dat een persoon die in de afbeelding voorkomt nog in leven was op het moment dat het kunstwerk werd gemaakt. Het benadrukt hun heilige of prominente status tijdens hun leven. De vierkante nimbus komt minder vaak voor dan de ronde, is meestal te zien in vroegchristelijke of Byzantijnse kunst, wordt gebruikt voor levenden die als bijzonder vroom of belangrijk werden beschouwd, zoals pausen, bisschoppen of andere geestelijke leiders en is een tijdelijke aanduiding, waarmee een onderscheid wordt gemaakt tussen de levenden en de doden in dezelfde kunstwerken.

Nederlandse heiligen

Op een totaal van ruim 10.000 dienaren Gods (DG), zaligen (ZA) en heiligen vervullen Nederlanders een bescheiden rol. Hieronder een selectie met hun liturgische feestdag.

Groep
Individueel
  • Adalbertus van Egmond (25 juni)
  • Agnes Huyn van Amstenrade (DG 8 juli)
  • Amalberga van Susteren (27 november)
  • Amandus van Maastricht (6 februari)
  • Annamaria Tauscher (ZA 20 september)
  • Arnold Janssen (ZA 15 januari)
  • Arnoldus van Leuven (ZA 2 april)
  • Bonifatius van Mainz (5 juni)
  • Carolus Houben van Sint Andries (5 januari)
  • Catharina Dierkx (ZA 9 juli)
  • Cunera van Rhenen (12 juni)
  • Dodo van Haskerland (ZA 30 maart)
  • Emma van Lesum / Paderborn (19 april)
  • Engelmundus van Engeland (21 juni)
  • Eustachius van Lieshout (DG 30 augustus)
  • Fredericus van Hallum (ZA 3 maart)
  • Gerlacus van Houthem (5 januari)
  • Gertrudis van Oosten (ZA 6 januari)
  • Hatebrand van Friesland (30 juli)
  • Hilsindis van Thorn (ZA 4 mei)
  • Hubertus van Maastricht (3 november)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen