Paul Verheijen

HANS HOLBEIN JR.

Thomas More

Humanist

Thomas More (Morus) (1478-1535) schreef na zijn studies in Oxford, Leuven en Parijs onder aan zijn bekendste werk Utopia (Nergensland) en vestigde daarmee zij naam als humanist. Sommigen deden dit werk, vol satirische kritiek op eigentijdse politieke en sociale toestanden, ten onrechte of als een grap zonder betekenis. Anderen zagen er een vroege aanzet van communisme in. More ontwierp er de ideale samenleving in, gegrond op natuurrecht en een rationele religie. Hij stond in hoog aanzien bij de humanisten.

Verlangens om zich als ongehuwd man aan het religieuze leven te wijden weken in 1504 voor een huwelijk met Jane Colt of Netherhall. Hij wilde eigenlijk trouwen met haar jongere zus, maar koos voor Jane omdat hij dat te pijnlijk vond. Zijn huis in Chelsea, waar vier kinderen — drie dochters en een zoon — opgroeiden, werd een door velen bezocht centrum in het Europese humanistische leven. Jane Colt overleed in 1511 en Thomas hertrouwde met de weduwe Alice Littleton. More had elf kleinkinderen.

Meer dan een jaar lang vertoefde Erasmus als gast in de woning van More als lid van het gezin. Hij sprak met More uitsluitend Latijn tot grote ergernis van Alice Littleton. Erasmus schreef hier in 1509 — met een toespeling op More's naam — zijn Enkoomion Moorias of Laus Stultitiae (Lof der zotheid) en droeg dit aan Thomas op. Hij noemde Thomas 'het enige licht van Brittanië'.

More werd in 1529 door Hendrik VIII benoemd tot rijkskanselier van Engeland, maar zijn leven nam een wending toen men vijf jaar later van hem de eed eiste op de Act of Supremacy, waardoor de koning hoofd van een Engelse staatskerk werd en Thomas weigerde, evenals kardinaal Johannes Fisher (feestdag 22 juni). Het gevolg was vijftien maanden gevangenschap in de Tower, een proces dat grotendeels gevoerd werd op grond van valse aanklachten, en uiteindelijk de terdoodveroordeling op beschuldiging van hoogverraad, waarvan zelfs een schitterende zelfverdediging hem niet kon redden. Een collectie Brieven aan zijn dochter Margaret uit die maanden en het vrome Dialogue of Comfort against Tribulation laten de stemming, vastberadenheid en het sterke geloof van Thomas zien.

Op 6 juli 1535 vindt de onthoofding van Thomas plaats. De gebeurtenis toont zijn humoristische karakter dat hier meer weg heeft van galgenhumor. Met een kruis in zijn hand en een lange baard die hem binna onherkenbaar maakt, biedt een vrouw hem een glas wijn aan dat hij weigert met de woorden: 'Christus heeft in zijn lijden slechts azijn gedronken.' Bij het schavot bidt hij het Miserere, omheldst de beul als deze hem om vergiffenis vraagt en zegt: 'Je hoeft niet bang te zijn je werk te doen, maar mijn hals is erg kort, dus pas op dat je niet misslaat, want je eer is ermee gemoeid.' Zijn hoofd wordt evenals dat van Fisher op een paal op Lodon Bridge tentoongesteld. Dochter Margaret koopt het van de brugwachter die het 's nachts in haar boot neerlaat. Thomas' lichaam wordt begraven in de Towerkapel, maar is later nooit teruggevonden. Zijn hoofd bevindt zich nu in Saint-Dunstan's Church in Canterbury.
In 1886 volgt Thomas' zaligverklaring, en in 1935, beide samen met die van Johannes Fisher, zijn heiligverklaring. Het Roomse Martelaarsboek vermeldt hem niet. Andere bronnen noemen als zijn feestdagen 22 juni, 3 juli of 6 juli.

More en Holbein

Erasmus introduceerde een portretschilder uit Basel bij Thomas More. Maandenlamg genoot Hans Holbein de jongere gastvrijheid bij hem. Holbein werd Engelse hofschilder door toedoen van Thomas die hem met Hendrik VIII in contact bracht. Door de portretten van Thomas en More en Hendrik VIII werd Holbeins roem gevestigd als een van de grootste portretschilders aller tijden.

Het portret toont Thomas More in driekwart rechter halfprofiel, met een gevouwen papier/perkament? in de hand, in een met bont gevoerde jas van rijke stoffen, zwart satijn en rood fluweel. Een koord rechtsboven om een gordijn is vastgebonden in een losse franciscaanse knoop, een teken van More's spirituele overtuigingen. Hij draagt ​​een trouwring met een steen aan zijn linker wijsvinger. Thomas wordt naar het leven hier voorgesteld als voornaam geklede rijkskanselier, te zien aan de hoge onderscheidingsketen waaraan de roos van het huis Tudor van Hendrik VIII hangt.
Hans Holbein de Jonge (1497/98 - 1543)
Thomas More (1527)
Olieverf op paneel, 75 x 60 cm
New York - Frick collection
2016 Paul Verheijen / Nijmegen