Christus in de Limbus
De beide panelen van dit tweeluik van Jan Mostaert bevinden zich nu gescheiden in twee musea. De scène speelt zich af in de Limbus.
Het linkerpaneel dat zich in Enschede bevindt, toont Christus in het midden die buigt naar zijn moeder Maria. Zijn gebaar nodigt haar uit om op te staan. Rechts staat een huilende dus berouwvolle naakte Eva. We zien verder koning David met zijn harp en kroon. Uiterst rechts is mogelijk koning Salomo en profil geschilderd. Wie is de persoon met kroon die de banier van de triomferende Christus vasthoudt? Is het de aartsengel Michaël? En wie is oude schaars geklede kalende man met baard? Is het Job?
De website van het Rijksmuseum Twenthe in Enschede schrijft dat het Adam is. Maar waarom zou Adam als oude man worden afgebeeld, terwijl Eva een jonge vrouw is?
In het rechterpaneel, nu in Madrid, heeft Mostaert een interieur afgebeeld met andere rechtvaardigen. De voorgrond toont een rijk geklede figuur van een biddende schenker die getuige is van de bovennatuurlijke gebeurtenissen. Ze is gekleed in de Bourgondische stijl van het laatste kwart van de 15e eeuw met een opvallende hoofdtooi. Naast haar zijn vermoed ik twee profeten uit het Eerste Testament afgebeeld. Zijn het Jesaja en Elia? De vraag is wie de prominent afgebeelde vrouw hier is. Vooralsnog is zij geïdentificeerd als hertogin Maria van Bourgondië (1457-1482). Men vermoedt dat het diptiek na haar dood bij Mostaert is besteld door Margaretha van Oostenrijk, haar dochter en landvoogdes van de Nederlanden.
Karel van Mander schrijft namelijk in zijn Schilderboek dat Mostaert schilder werd van vrouwe Margaretha, een functie waarin Mostaert hoog aanzien genoot en die hij 18 jaar bekleedde waarbij hij de prinses overal volgde waar zij haar hof vestigde.
Gesuggereerd is ook dat deze figuur op een later tijdstip en door een andere kunstenaar aan de compositie is toegevoegd. Met de opdracht van dit tweeluik aan Jan Mostaert wilde Margaretha mogelijk de herinnering aan haar moeder Maria levend houden. Het is ook mogelijk dat de Limbus hier misgevat wordt als het vagevuur, waar de zielen van gestorvenen verblijven in afwachting van het oordeel of ze naar de hemel of de hel gaan. Margaretha zou dan misschien met dit tweeluik het verblijf van haar moeder Maria in het vagevuur willen verkorten.
Op beide luiken zien we bovenin verschillende musicerende engelen.
Het onderwerp voor dit tweeluik houdt mogelijk verband houdt met de Égloga de la Resurrección, een Spaans religieus drama dat waarschijnlijk bekend was bij Margaretha van Oostenrijk. Het toneelstuk is geschreven door de Spaanse dichter en toneelschrijver Juan del Encina (1468-1529). Het behoort tot de églogas, een literaire vorm die vaak pastorale of religieuze thema’s behandelt. Dit specifieke werk viert de wederopstanding van Christus en wordt beschouwd als een van de vroegste voorbeelden van religieus theater in Spanje. Het stuk werd waarschijnlijk opgevoerd in de context van paasvieringen.
|
Jan Mostaert (±1475-1552/3)
Olieverf en tempera op paneel, 26 x 18 cm (linkervleugel diptiek, 1515-1525)
Enschede - Rijksmuseum Twenthe
Olieverf en tempera op paneel, 24 x 16 cm (rechtervleugel diptiek, ±1520)
Madrid - Museo Thyssen-Bornemisza
|