Rembrandt schilderde dit paneel toen hij nog in Leiden werkte.
De geopende bijbel waar het volle licht op valt, duidt waarschijnlijk op de passages uit het Eerste Testament die gaan over de zilverlingen of over de bloedakker.
Van daaruit valt het licht op de verward gesticulerende leiders van het Sanhedrin en op de vuile penningen op de planken vloer.
Het is de vraag waar Judas zijn loon precies heeft neergeworpen (in het Grieks wordt het woord voor ‘heilig domein’ gebruikt).
Rembrandt schildert de zilverlingen aan de voeten van de joodse leiders.
Het schilderij werd al in 1630 door de kunstkenner Constantijn Huygens geprezen.
Deze was vooral enthousiast over de manier waarop Rembrandt de emoties van de door wroeging en wanhoop gekwelde Judas had uitgebeeld.
Het handenwringende gebaar ontleende Rembrandt aan de iconografie van een ter dood veroordeelde.
Huygens zou de jonge schilder later aanbevelen bij stadhouder Frederik Hendrik, hetgeen Rembrandt een serie opdrachten opleverde.
Rembrandt van Rijn (1606-1669)
Judas brengt de zilverlingen terug (1629)
Olieverf op paneel, 79 x 102 cm
Particuliere collectie