Paul Verheijen

REMBRANDT

Zeegezicht niet meer te zien

Synopsis

Matteüs Marcus Lucas
Hij stapte in de boot en zijn leerlingen volgden Hem. Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Red ons, Heer, we vergaan!’ Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo angstig, kleingelovigen?’ Toen stond Hij op en sprak de wind en het water bestraffend toe, en het meer kwam geheel tot rust. De mensen stonden verbaasd en zeiden: ‘Wat is dit toch voor iemand, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’
(Mt 8,23-27)
Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ Ze lieten de menigte achter en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het water: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het water kwam helemaal tot rust. Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet?’ Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’
(Mc 4,35-41)
Op een van die dagen stapte Hij in een boot, samen met zijn leerlingen, en zei tegen hen: ‘Laten we naar de overkant van het meer gaan,’ en ze voeren het meer op. Onderweg viel Hij in slaap. Er kwam een hevige storm opzetten, zodat de boot water maakte en dreigde te zinken. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Meester, meester, we vergaan!’ Hij stond op en sprak de wind en de golven bestraffend toe. Daarop ging de wind liggen en kwam het water tot rust. Hij vroeg hun: ‘Waar is jullie geloof?’ De leerlingen waren geschrokken en zeiden vol verbazing tegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water zijn bevelen gehoorzamen?’
(Lc 8,22-25)

Houding

Rembrandt schilderde voor zover bekend slechts één zeegezicht. Hij toont hierin Jezus die de golven kalmeert die krachtig op de romp van het schip beuken. De houten constructie dreigt te breken, het tuig dreigt los te raken van de mast en vliegt gevaarlijk boven de hoofden van de bemanning. Iedereen is bezig zichzelf te redden.

Rembrandt suggereert hier ruimte door het toepassen van kleurnuances. Deze methode werd betiteld als 'houding': de doordachte toepassing van de wederzijdse verhouding tussen de elementen in een schilderij op zo'n manier dat de beeldruimte overtuigend wordt gesuggereerd.
Bij de bovenkant van het roer gebruikt hij donker tegen licht en bij de schuimende golven het omgekeerde. De man op de voorsteven wordt relatief donker tegen licht afgebeeld. In het deel rond de mast met de lichte tonen is het contrast beperkt tot enkele essentiële details. Hetzelfde geldt voor de donkere achtergrond rond Jezus bij de achtersteven. De voorste figuur, de zeezieke man de over de zijkant van de boot buigt, draagt een rood kledingstuk. In de 17e-eeuw was men van mening dat de kleur rood in de ruimte naar voren kwam. Ook het buis van de man op de voorsteven heeft Rembrandt rood gemaakt, zij het iets lichter, zodat de diepte van de lucht achter hem wordt geaccentueerd. Vanaf zijn vroegste jaren koos Rembrandt de kleuren van de kleding van zijn figuren zodanig dat ze zijn licht- en ruimte-effecten versterkten.

Zelfportret en Haarlemmermeer

Halverwege het schip portretteerde Rembrandt ook zichzelf: terwijl hij zijn muts vasthoudt grijpt hij een touw. De overige bemanningsleden gaan gehuld in de schaduw en scharen zich rondom Jezus, op wie hun hoop is gevestigd. De compositie kenmerkt zich door grote dramatiek, geaccentueerd door een sterk clair-obscur.

Reizen van Leiden naar Amsterdam gebeurde in Rembrandts tijd gewoonlijk met de zeilboot. Dat duurde een hele dag of met tegenwind zelfs twee dagen. De vaartocht ging over het Haarlemmermeer, toen een uitgestrekt meer waar het bij storm flink tekeer kon gaan, reden dat het Haarlemmermeer de bijnaam de waterwolf kreeg. Het is daarom niet irreëel te veronderstellen dat een storm op het Haarlemmermeer model heeft gestaan voor dit schilderij en persoonlijk door Rembrandt is ervaren.

Gestolen

In de ochtend van 18 maart 1990 werd in het Isabella Steward Gardner Museum in Boston het schilderij met twaalf andere kunststukken gestolen door dieven die zich voordeden als politieagenten die zogenaamd afkwamen op een inbraakalarm. Het wordt gezien als de grootste nog steeds onopgeloste kunstroof in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Er bestaan zeer veel verschillende theorieën over deze roof. Deze worden behandeld in de podcastserie Last Seen, in 2018 gemaakt door een lokale radiozender en krant in Boston. Het museum toont nog steeds de lege lijsten van de schilderijen op hun oorspronkelijke plaats, dit vanwege de strikte bepalingen in het testament van schenkster Isabella Steward Gardner. Hierin staat voorgeschreven dat het museum de collectie ongewijzigd dient te laten.
Rembrandt Harmanszoon van Rijn (1606-1669)
Christus in de storm op het meer van Galilea (1633)
Olieverf op doek, 160 x 128 cm
Boston - Isabella Stewart Gardner Museum (ontvreemd 1990)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen