RolverdelingPeter Paul Rubens en Jan Brueghel sr. waren begin 17e eeuw de beroemdste kunstschilders van Antwerpen en goed bevriend.Ze besloten ook samen aan schilderijen te werken die echte spektakelstukken werden. Het lijkt op het eerste gezicht een ongelukkige samenwerking: de losse penseelstreken van Rubens naast het precieze priegelwerk van Jan Brueghel. Toch maakten ze samen ongeveer 25 gezamenlijke schilderijen. De rolverdeling was altijd hetzelfde: Brueghel schilderde flora en fauna en Rubens mensen. Meestal maakte Brueghel de opzet voor een gezamenlijk schilderij en liet dan ruimte vrij voor de figuren. Hij schilderde als eerste het landschap en daarna ging het schilderij naar het atelier van Rubens, die de mensen schilderde. Brueghel bracht vervolgens de details aan waarmee hij hun verschillende schilderstijlen verbond. Hieronder twee voorbeelden van die samenwerking. |
Een aangepaste EustachiusMet het gebeente van zijn, volgens de legende, leermeester en voorganger Lambertus verplaatste hij in 718/19 deze bisschopszetel naar Luik. Hubertus stierf in 727 en een eeuw later werd het lichaam van Hubertus vanuit Luik naar de Sint-Hubertusabdij in Andage overgebracht. Deze plaats ontwikkelde zich al snel tot bedevaartsoord en ging weldra Saint-Hubert heten. Sinds de 11e eeuw, toen een legende van Eustachius van Rome op Hubertus werd overgedragen, kent iedereen hem van de jachtpartij die onderwerp is van deze legende. Hubertus zou op een Goede Vrijdag, waarop jagen verboden was, in een wilde jacht een hert achtervolgd hebben en zich bekeerd hebben toen hij, op het punt het dier tenslotte neer te schieten, zag dat het een kruis tussen het gewei droeg. Zijn leven wordt uitgebreid verteld in een boek uit 1665 van de Brabantse pater Willem Zeebots met de enorme titel Het leven, ende mirakelen van den heylighen bisschop ende beltder Hubertus, prince van Aquitanien, lesten bisschop van Tongeren ende eersten van Luyck, stichter der selve ende apostel van Ardennen. Tot Loven by de weduwe van Bernard Maes in ’t Groen Cruys. Zijn kerkelijke feestdag is op 3 november, traditioneel in de Ardennen de opening van het jachtseizoen. Hij is patroon van de jagers en allerlei gebruiken zijn aan zijn feestdag verbonden: In het zuiden van ons land wordt er Hubertusbrood ('hubkes') gebakken en gegeten om van razernij en hondsdolheid gespaard te blijven. Waarschijnlijk heeft zijn hondsdolheid-patronaat ook met de jacht te maken, omdat jagers risico liepen door rabiate dieren gebeten te worden. De legende vertelt dat hij rechtstreeks van Petrus uit de hemel diens beide sleutels ontving om de mensen tegen hondsdolheid te beschermen. Rubens schilderde voor Brueghel de figuur van Hubertus. Er bestond van dit werk een latere versie uit 1621. Het belangrijkste verschil is dat Brueghel bij de achterpoten van het hert een extra hond toevoegde. Deze versie bevond zich in het voormalige Kaiser Wilhem Museum in Berlijn maar is in 1945 vernietigd (zie zwart-wit afbeelding). |
Fluwelen ParadijsOnderzoek naar de verflagen heeft namelijk aangetoond dat Rubens als eerste Adam en Eva schilderde. Hij gebruikte transparante verfstreken zodat de onderlagen zichtbaar bleven en een mooie lichaamskleur ontstond. Later schilderde Brueghel de dieren. Hij gebruikte dekkende verf en werkte met veel detail. Brueghel kon in dit schilderij zijn liefde voor de flora en fauna kwijt. Voor dieren die hij nooit in echt had gezien, zoals de leeuw en het luipaard, maakte hij waarschijnlijk gebruik van schetsen van Rubens. Brueghel verwierf zich een grote naam met zijn landschappen en zijn kleurgebruik dat fluwelig glanst. Hij werd daarom ook wel de Fluwelen Brueghel genoemd. |
Jan Brueghel de Oude (1568-1625) & Peter Paul Rubens (1577-1640)
Visioen van Hubertus (1617-20) Olieverf op doek, 63 x 101 cm Madrid - Prado Het aardse paradijs (±1615) Olieverf op paneel, 74 x 114 cm Den Haag - Mauritshuis |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |