Paul Verheijen

CARAVAGGIO

Kruisiging van Andreas

Contrareformatie

In de kunst wordt Andreas gewoonlijk afgebeeld als een gepassioneerde man van gevorderde leeftijd, met lange neus, grote grijze gevorkte baard en priemende ogen. Soms lijken zijn gelaatstrekken op die van zijn broer Petrus. Het doorgaans borstelige kapsel gaat waarschijnlijk terug op de betekenis van zijn naam: mannelijke kracht en moed. In de tijd van de contrareformatie beeldde men hem graag op monumentale wijze uit als hoogverheven martelaar, prekend vanaf zijn kruis. Dit heiligenschilderij van Caravaggio past binnen deze contrareformatie die in weerwil van Luthers reformatie veel nadruk legde op de heiligen en hun verichte wonderen. Luther accepteerde slechts Maria, Johannes de Doper en de aartsengel Michael als heiligen.

Dramatisch moment

Caravaggio koos lang niet altijd voor het meest herkenbare of opvallendste moment van een verhaal. Vaak ging zijn voorkeur juist uit naar een dramatische moment vlak ervoor of erna, zoals in dit schilderij het geval is. Het door hem zo beroemd geworden chiaroscuro-effect past uitstekend binnen de legendes over Andreas. Van dit werk bestaan verschillende kopieën, mogelijk geschilderd door o.a. Louis Finson.

Het broze lichaam van Andreas hangt uitgeput aan het kruis, zijn hoofd rust op de linkerschouder en zijn ogen draaien naar boven, naar God, weg op het moment dat hij zijn laatste adem uitblaast. Zijn oude witte gerimpelde huid contrasteert met zijn zonverbrande nek. Nu het verblindende hemelse licht is gedoofd, valt strijklicht van links op de figuren.

Een beul staat verlamd op een ladder, vlak nadat het licht is gedoofd. De bundel licht die op Andreas en de verlamde beul valt, staat in contrast met de verder donkere ruimte. Ook in de gewaden en in de ribbenkast van de apostel tekenen zich sterke schaduwen af.

Aan de voet van het kruis aanschouwen vier omstanders dit gevoelige moment. De geharnaste soldaat en de in het donker staande man achter hem hebben hun mond open van verbazing over het wonder dat zij aanschouwden. De vrouw links heeft een kropgezwel in de hals. Dit soort gezwellen kwam vaak voor bij boeren in de bergen rond Napels. Waarom koos Caravaggio ervoor dit gezwel van zijn model ook af te beelden? Benadrukte hij daarmee de armoede van de vrouw of wilde hij verwijzen naar het feit dat Andreas beschermpatroon is van oude vrijsters en lijders aan kinkhoest en keelaandoeningen? Van de vierde omstander valt zijn oor in het licht. Verwijst Caravaggio daarmee naar de legende dat velen luisterden naar de vanaf het kruis prekende Andreas?

Het kruis

De oudste traditie beeldt uit dat Andreas net als Jezus is gekruisigd aan een crux immissa, een Latijns kruis. Vanaf de 12de eeuw wordt die traditie langzaam verdrongen door het X-vormige kruis. De Leuvense theoloog Jan van der Meulen (Latijn: Johannes Molanus - 1533-1585) stelde deze nieuwlichterij ter discussie als historisch incorrect. Anderen volgden hem daarin. Ook Caravaggio of zijn opdrachtgever houden in de afbeelding vast aan de oudste traditie, dus het Latijnse kruis. We kunnen de gekruisigde echter als Andreas herkennen, omdat hij met touwen aan het kruis is gebonden en niet met nagels is vastgespijkerd. Caravaggio benadrukt deze touwen door er ook strijklicht op te laten vallen, terwijl de armen van Andreas juist grotendeels in de schaduw blijven.
Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610)
Crocefissione di San Andrea (1607)
Olieverf op doek, 203 x 153 cm
Cleveland - Museum of Art
2016 Paul Verheijen / Nijmegen