De opdracht voor dit schilderij verkreeg Caravaggio in 1601 van Laerzio Cherubini (±1556–1626), een Romeinse strafrechtadvocaat en juridisch adviseur. De dood van Maria was bestemd voor de grafkapel in de Santa Maria della Scala. Om redenen die wij niet kennen was het werk pas voltooid in 1606, maar het werd afgekeurd door de ongeschoeide karmelieten per esser stata spropositata di lascivia e di decoro, omdat wellust en fatsoen buiten proportie zijn. Kritiek die Caravaggio wel vaker kreeg op zijn werken. De afkeuring had ofwel te maken met het feit dat Caravaggio als model voor Maria een courtisane had genomen, mogelijk zelfs een echt lijk, ofwel dat hij Maria had geschilderd met een gezwollen buik en een deel van haar benen onbedekt.
Op afbeeldingen van de dormitio virginis ligt de Maagd gewoonlijk op haar doodsbed, omgeven door de apostelen. Ze lijkt dan meer te slapen dan dat ze is overleden, omdat haar dood zal leiden tot haar tenhemelopneming.
In Caravaggio's schilderij ligt de Maagd horizontaal in beeld. Een vrouw, gezeten op een lage stoel, is overmand door verdriet. Wie is zij? Sommige bronnen houden het onbeargumenteerd op Maria Magdalena. De indrukwekkende figuren van de apostelen zijn gehuld in zware mantels en hebben zich in rouw geclusterd langs de lange zijde van een tafel die nu dienst doet als bed. De bovenste helft van het schilderij wordt gedomineerd door een enorm rood gordijn. Het enige dat wordt aangegeven van het karige interieur is het houten plafond. Maria is gekleed in een eenvoudig rood gewaad en heeft een halo. Haar ogen zijn gesloten, haar hoofd valt een beetje naar links en haar linkerarm ligt levenloos uitgestrekt. Haar blote voeten reiken tot over de rand van de tafel en haar bleke huid laat er geen twijfel over bestaan dat al het leven uit haar lichaam is weggeëbd. Een koperen schaal onder haar voeten is een verwijzing naar de dodenwassing. Vijf apostelen bevinden zich direct bij het bed. Zes andere - alleen met hun gezicht geschilderd - staan in de sombere achtergrond. Hun gebaren en gezichten vertonen een heel spectrum aan typische reacties van pijn en verdriet. De hele scène is een waar teatro degli affetti, een theater van affecten.
Versie twee en drie
Carlo Saraceni kreeg vervolgens de opdracht een nieuwe versie te schilderen (afbeelding links), maar ook deze werd afgekeurd. Een volgende versie (afbeelding rechts) vond wel de goedkeuring en bevindt zich nog steeds in deze kerk. Een vergelijking maakt duidelijk wat de ongeschoeide karmelieten wilden zien.
In het eerste altaarstuk zit de Maagd in een kerkinterieur op een verhoogd bed waarvan het hoge hoofdeinde bijna het uiterlijk van een troon heeft. Met open ogen en gevouwen handen kijkt ze naar de hemel. De apostelen hebben zich ook hier dicht opeen verzameld bij haar sterfbed.
In zijn tweede versie is de bovenzijde volledig gevuld met hemelse glorie. Het kerkinterieur heeft plaats gemaakt voor een groot aantal engelachtige muzikanten die op wolkenbanken boven Maria zweven. De halo van de maagd wordt sterker benadrukt dan in de eerste versie, en een van de engelen schenkt haar een krans van rode en witte rozen als toespeling op haar lief en leed. De hemelse dimensie van de gebeurtenis en de betekenis ervan binnen het goddelijke heilsplan komen weer in beeld en de hiërarchische ordening wordt hersteld. En zo wilden de ongeschoeide karmelieten het dus hebben.
Morte della Madonna Caravaggio (Michelangelo da Merisi) (1571-1610)
Olieverf op doek, 369 x 245 cm (1601-06)
Parijs - Louvre
Carlo Saraceni (1579-1620)
Olieverf op doek, 305 x 231 cm (±1610)
New York - MET (linkerafbeelding)
Olieverf op doek, 459 x 273 cm (1610)
Rome - Santa Maria della Scala (rechterafbeelding)