Paul Verheijen

CARAVAGGIO

Doornenkroning

Gekweld lijden

In het midden van de compositie zit Jezus, een lichtgevend rood stuk stof gedrapeerd over zijn naakte lichaam. Twee handlangers, de een direct achter hem en de ander links van hem, drukken met behulp van rietstokken de doornenkroon op zijn hoofd. Door de brute kracht van zijn folteraars, is Jezus' hoofd en bovenlichaam naar voren gebogen. Bloed druppelt langs zijn voorhoofd en wang. In zijn rechterhand heeft hij een rietstok als 'scepter'. Men heeft wel geopperd dat de twee rietstokken van de beulen de letter 'V' en de rietstok van Jezus de letter 'I' voorstellen (zie onder 'Beschermheer').

Aan de linkerkant van het schilderij, leunend tegen een soort balustrade, kijkt een man in harnas naar het tafereel. Zijn gepluimde hoed identificeert hem als officier. Hij moet ons eraan herinneren dat de Romeinse landvoogd Pilatus de geseling en uiteindelijk de kruisiging van Jezus heeft bevolen. Het glinsterende licht modelleert de figuren in chiaroscuro. De compositie wordt gedomineerd door krachtige diagonalen die elkaar kruisen in de Jezusfiguur. Het geweld van de folteraars, de fysieke inspanning die tot uiting komt in de ingewikkelde draaiing van hun lichamen, en de stoïcijnse aanwezigheid van de officier vormen een krachtig contrast met de in zichzelf gekeerde figuur van Jezus, die zich stilletjes aan zijn lot onderwerpt. Zijn rode mantel, doornenkroon en rieten scepter zouden hem belachelijk moeten maken als de koning der joden, maar in zijn sublieme waardigheid domineert hij het toneel. Zijn neergeslagen blik lijkt geheel naar binnen gericht, bijna alsof hij zich niet eens bewust is van wat er om hem heen gebeurt, maar eerder nadenkt over het lijden en de diepere betekenis van het goddelijk heilsplan.

Caravaggio heeft deze vier levensgrote figuren zo dicht bij de beeldrand geplaatst dat de gewelddadigheid en het lijden de kijker als het ware in het gezicht springen. Is dat ook de reden waarom we de officier op de rug zien? Hij lijkt van dichtbij de gekwelde Jezus te bestuderen alsof hij diens gedragen pijn wil achterhalen. Beseft hij dat de lijdende persoon die hij voor zich ziet identiek is met het Allerhoogste? Is hij daarover verbaasd en moeten wij met hem dat ook zijn? Deze vragen nodigen de toeschouwer uit zich te verdiepen in de voorstelling en te reflecteren op de affecten, zijn zieleroerselen die worden opgeroepen.

Populair thema

Het schilderij kende veel succes, want een soortgelijke compositie werd talloze malen in beeld gebracht door navolgers als de Utrechtse caravaggisten Gerard van Honthorst, Hendrick ter Brugghen en Dirck van Baburen. Bovendien - zoals zo vaak - maakte Caravaggio ook van dit werk een kopie. In 1996 werd er nog een gevonden op de zolder van een kerk in Genua. Deze kopie is overigens niet helemaal voltooid door Caravaggio zelf, maar in de tweede helft van de zeventiende eeuw afgemaakt door schilders uit Genua. Caravaggio was in augustus 1605 in Genua, nadat hij Rome was ontvlucht waar hij werd gezocht omdat hij er iemand had verwond. In een teruggevonden briefje gedateerd 23 juni 1605 belooft Caravagio een Romeinse edelman om voor 1 augustus een Doornenkroning te maken, zoals hij er al eerder een voor hem had vervaardigd. Misschien heeft Caravaggio het op zijn vlucht meegenomen naar Genua.

Beschermheer

Markies Vincenzo Giustiniani (1564-1637) was een aristocratische Italiaanse bankier, kunstverzamelaar en intellectueel. Hij is nu vooral bekend om de Giustiniani-kunstcollectie, verzameld in het Palazzo Giustiniani in Rome. Hij was beschermheer van Caravaggio en bezat volgens een inventarislijst van zijn erfenis 13 schilderijen van hem. Ook deze doornenkroning bevond zich daaronder. Zijn naam luidde in het Latijn Vincentius Iustinianus. Men heeft daarom wel geopperd dat de rietstokken op dit werk de letters 'V' en 'I' voorstellen. Zijn initialen zouden er dan tevens op kunnen wijzen dat hij ook de opdrachtgever van het schilderij is geweest.
Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610)
Incoronazione di spine (1602-03)
Olieverf op doek, 127 x 166
Wenen - Kunsthistorisches Museum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen