Paul Verheijen

ALEXANDRE FALGUIÈRE

Tarsicius

Martelaar van de heilige eucharistie

Het Roomse Martelaarsboek herdenkt Tarsicius (soms ook gespeld als Tarcisius) op 15 augustus.
Te Rome aan de Via Appia de heilige acoliet Tarsicius. Toen de heidenen hem aantroffen met Ons Heer bij zich, begonnen zij te onderzoeken, wat hij daar bij zich had. Doch daar hij het onbetamelijk vond de parels aan de zwijnen over te laten, liet hij zich zolang met stokken en stenen door hen afmartelen, totdat hij de geest gaf. En toen dan de heiligschenners zijn lichaam om en om wentelden en onderzochten, vonden zij niets van de heilige eucharistie in de handen of kleren van de vermoorde. De christenen echter legden de martelaar af en begroeven hem vol eerbied in de catacomben van Calixtus.
Andere bronnen melden dat Tarsicius afkomstig was uit de Silicische stad Tarsus (Tarsikos is afgeleid van deze stad) en in de tweede helft van de derde eeuw als christen leefde in Rome.
Zijn naam wordt echter ook afgeleid van het Griekse werkwoord tharseoo, 'vol goede moed zijn', want dat was hij natuurlijk. Vanwege de reden van zijn marteldood wordt hij vereerd als 'martelaar van de heilige eucharistie'. Hij wordt vereerd als patroon van misdienaars, arbeiders en van de eucharistie.

Damasus I (paus van 366-384, feestdag 11 december) maakte op hem een hymnisch grafschrift.

TARCISIM. SANCTUM. CHRISTI. SACRAMENTA. GERENTEM. CUM. MALESANA.
MANUS. PETERET. VULGARE. PROFANIS. IPSE. ANIMAN. POTIVS. VOLVIT. DIMITERE. CAESVS. PRODERE. QVAM.
CANIBVS. RABIDIS. COELESTIA. MEMBRA

Inspiratiebronnen

Alexandre Falguière koos in dit beeld het moment waarop Tarsicius door heidenen werd doodgestenigd, terwijl hij een pyxis, een klein kostbaar rond doosje waarin heilige hosties kunnen worden vervoerd, tegen zijn borst gedrukt houdt.
Het oorspronkelijke grafschrift van Damasus I is te zien in de catacomben van Calixtus in Rome, en hier gekopieerd op de basis van het beeldhouwwerk.

Het was de roman Fabiola or, the church of the catacombs van kardinaal Nicholas Wiseman (1802-1865), gepubliceerd in 1854, die Falguière inspireerde om dit onderwerp te nemen, niet zonder een zeker commercieel motief. Een criticus schreef dat het werk zou worden verkleind en gereproduceerd in duizenden exemplaren, zodat moeders het aan hun zonen konden geven op de dag van hun eerste communie.

Voor dit beeld liet Falguière een jonge jongen naakt poseren voor een fotograaf. Hij voegde de draperie toe, evenals de martelstenen. Falguière biedt ons hier een merkwaardige mix van dubbelzinnige sensualiteit en christelijke moraal, van academische kunst en realisme. Het werk was destijds zeer succesvol: er waren veel edities van dit beeld, evenals gravures en foto's.

De schrijver Roger Peyrefitte (1907-2000) was er blijkbaar zeer van onder de indruk, want in zijn roman Les amitiés particulières uit 1943 plaatste hij het beeld in een katholieke hogeschool, waar het werd gebruikt voor de opvoeding van jonge leerlingen.
Alexandre Falguière (1831-1900)
Tarcisius martyr chrétien (1867)
Liggend marmeren beeld, 65 x 141 x 60 cm
Parijs - Musée d'Orsay
2016 Paul Verheijen / Nijmegen