Paul Verheijen

WOLFRAMUS VAN SENS

Bijna-doop Radboud

Apostel der Friezen

De kerstening van het gebied dat nu Nederland heet vond plaats door Angelsaksen als Willibrordus en Bonifatius, maar ook door Franken. Voor deze laatsten was de geloofsverkondiging een letterlijk heidens karwei, omdat de Friezen de monniken zagen als verlengstuk van de Frankische koningen.

De rond 647 geboren Wolframus was zo'n Frankische missionaris, zoon van een Merovingische legeraanvoerder. Jarenlang werkte hij als priester onder de hoogwaardigheidsbekleders aan het hof van de koning. In 683 kreeg hij een aanstelling als bisschop in Sens, maar dat werk bevredigde hem na twee jaar niet meer. Nadat hij zich had gemeld bij collega Willibrordus, verkondigde hij zes jaar lang daarna het geloof aan de Friezen. Net als Willibrordus en Bonifatius wordt ook Wolframus 'Apostel der Friezen' genoemd.
De wonderen die hij deed, maakten indruk (zie onder).
Gebroken door ouderdom en vermoeidheid keerde Wolframus rond 696 terug naar Normandië en stierf daar vermoedelijk tussen 704 en 720 in het benedictijner klooster Fontenelle.
Zijn relieken werden in 1158 overgebracht naar Abbeville, waar de hoofdkerk Saint-Vulfran naar hem is vernoemd. Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op 20 maart.

Koning Radboud

Wolframus werkte vooral in de nabijheid van de West-Friese plaats Medemblik, waar de koning der Friezen, Radboud, hof hield. Bij zijn bekeringswerk kreeg Wolframus steun van de heiligverklaarde graaf Gangulphus van Varennes (feestdag 11 mei) die voor hem een veste bouwde en een houten kerkje. Bijna had Wolframus koning Radboud tot Christus gebracht, maar op het allerlaatste moment zag Radboud van het doopsel af. Dit voorval is afgebeeld op de gravure van Jacob Folkema op zijn dramatisch hoogtepunt.

Op de dag dat hij gedoopt zou worden, reed Radboud uit zijn paleis naar het kerkje. Wolframus met zijn priesters trok hem tegemoet. Radboud steeg af van zijn paard en liet zich door Wolframus naar het doopbekken naast de kerk leiden. Nadat de voorafgaande gebeden waren uitgesproken en de psalmen gezongen, trad Radboud nader, ontdeed zich van zijn koningsmantel, kroon en scepter en zette één voet in de bron. Toen stelde hij plots een vraag aan Wolframus: 'U zegt dat ik, als ik mij niet laat dopen, onvermijdelijk naar de hel zal gaan; waar zijn dan al mijn voorouders?' Wulframus antwoordde naar zijn beste overtuiging: 'Ik moet vrezen in de hel, majesteit.' 'Dan', sprak Radboud, 'wil ik niet gescheiden worden van mijn voorouders en zie ik af van uw doopsel.' Spijtig sloeg hij zijn mantel weer om zijn schouders en reed grimmig met zijn gevolg naar zijn paleis terug. Drie dagen later overleed Radboud.

Doopbekken

Het is niet uit te sluiten dat nu nog bestaande heilige bronnen en putten de overblijfselen zijn van bekkens die door missionarissen werden gebruikt om mensen te dopen. Deze kunnen op hun beurt weer bronnen zijn geweest waarbij rituelen plaatsvonden van een voorchristelijk volksgeloof. Hieronder een selectie van dergelijke bronnen in Nederland.
  • Willibrordusputten/bronnen (Oss, Heeswijk-Dinther, Bakel, Tilburg, Neerijnen)
  • Bonifatiusbron (Dokkum)
  • Servaasput (Maastricht)
  • Keuninkskèsbron (Valkenburg)
  • Onze-Lieve-Vrouwebron (Tegelen)
  • Walrickkapel en koortsboom (Overasselt)
  • Runxputte (Halsteren)

Dodenopwekkingen

Op zekere dag vierden de Friezen een feest ter ere van hun goden. Naar hun hoorde daar een kinderoffer bij. Het lot viel op een zekere Ovo. Tevergeefs smeekte Wolframus deze gruwel niet te volvoeren. Ovo werd gegrepen, naar de galg aan een boom geleid en opgehangen. Wolframus wierp zich op de knieën. Twee uur lang bleef hij zo in gebed tot God verzonken, samen met meebiddende christenen en spottende heidenen. Toen hij daarna opstond brak het galgenkoord, Ovo viel ter aarde en bleef daar verstijfd liggen. Wolframus pakte hem bij de hand en sprak: 'Ovo, in de naam van Jezus Christus, sta op en wees gezond!' En bij die woorden ontwaakte Ovo als uit een diepe slaap. Bij dit wonder bekeerde zich een grote menigte Friezen. Ovo zelf volgde zijn opwekker, werd gedoopt en werd later priester.

Wolframus redde op even wonderbaarlijke wijze twee kinderen die ten offer waren gebracht aan de Noordzee teneinde een hevige storm tot bedaren te brengen.
Jacob Folkema (1692-1767)
De Friesche Koning Radboud weigert zig door Bisschop Wolfran te laaten doopen
Gravure naar een tekening van Louis Fabritius du Bourg (1693-1775)
Beverwijk - Museum Kennemerland
2016 Paul Verheijen / Nijmegen