CamaldulenzersRomualdus werd circa 955 in Ravenna geboren. Zijn vader was Sergius Konesti. Ooit zag Romualdus hem in een duel een familielid doden en besloot daarvoor te boeten door (samen met zijn vader?) zichzelf 40 dagen op te sluiten in het benedictijnerklooster Classis. Na een tweevoudige verschijning van Apollinaris nam hij het besluit in te treden in de orde. De eenzaamheid trok hem later meer en hij ging daarom op verschillende plaatsen als kluizenaar leven. In zijn Vita - circa 1040 opgetekend door zijn leerling Petrus Damianus - is te lezen dat hij vaak door demonen werd gepijnigd, maar dat een engel deze afweerde. Rond 975 vormde hij een klooster om tot een gemeenschap van kluizenaars. Rond de millenniumwisseling zwierf hij door Centraal-Europa en Noord-Italië. Ook hier hervormde hij kloosters.Zo'n 65 kilometer ten zuidoosten van Florence stond een aantal los van elkaar staande hutjes gegroepeerd rond een kerkje, toegewijd aan de Salvator Mundi. Deze nederzetting heette naar haar vroegere eigenaar Campo Maldoli, later verbasterd tot Camaldoli. In 1012 stichtte Romualdus daar een nieuw klooster, waar hij zo'n tien jaar later de orde van de camaldulenzers grondvestte, officieel geheten Ordo Sancti Benedicti Camaldoli (osb.cam). Evenals Jakob had hij een visioen van een ladder die tot aan de hemel reikte. Maar Romualdus aanschouwde dat daarop monniken in het wit gekleed opklommen en nederdaalden. Om die reden veranderde hij het habijt van de orde van zwart naar wit. Vanwege deze nieuwe kleur worden de monniken ook wel witte benedictijnen genoemd. Hij stierf op 19 juni 1027 in Val di Castro di Fabriano. Clemens VIII verklaarde hem in 1595 heilig. Zijn relieken werden in 1781 overgebracht naar het Sint-Blasiusklooster aldaar. Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op 19 juni en zijn translatie op 7 februari. Enkele van zijn leerlingen zijn eveneens heiligverklaard, zoals de als martelaars gestorven Vijf Poolse broeders (Benedictus, Christianus, Isaac, Johannes en Mattheüs; 12 november) Guercino beeldt Romualdus hier af als een in extase verkerende oude monnik met een lange witte baard in het habijt van de camaldulenzers, een opvallend losvallend wit gewaad met wijde mouwen. Een engel weert een hem pijnigende demon met stokslagen af. In zijn laatste periode zette Guercino een duidelijke stap in het classicisme door het chiaroscuro van de eerdere jaren te elimineren. |
Giovanni Francesco Barbieri (genaamd Guercino) (1591-1666)
San Romualdo (1640-41) Olieverf op doek, 292 x 184 cm Ravenna - Pinacoteca Comunale |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |