Paul Verheijen

HANS HOLBEIN JR.

Christus in het graf

Idioot

In de roman De Idioot van Dostojewski uit 1869 lopen hoofdpersoon vorst Ljev Nikolajewiych Myschkin en zijn zielsverwant Rogoshin door het huis van een generaal in Petersburg.
Zo kwamen zij in de grote zaal. Hier hingen aan de muren enkele schilderijen, portretten van bisschoppen en landschappen, waarop zo goed als niets meer te onderscheiden was. Boven de deur naar de volgende kamer hing er nog een van wat ongewoon formaat; het was ongeveer twee en een halve arschin lang en beslist niet meer dan zes werschok hoog. Het stelde de Heiland voor, juist als zijn lichaam van het kruis is afgenomen. De vorst keek er vluchtig naar en 't was of 't een herinnering bij hem wekte; hij hield zich trouwens niet op, maar wilde door de deur verder. Hij voelde zich bezwaard en verlangde hoe eer hoe liever uit dit huis weg te komen.
[...]
- Ja, dat ... is een copie naar Hans Holbein, zei de vorst, die nu het schilderij had bekeken, - en, al heb ik er niet veel verstand van, het schijnt mij toch een uitstekende copie te zijn. Ik heb dat schilderij in het buitenland gezien en het is mij steeds bijgebleven.
[...]
- Er is een ding, Ljev Nikolajewitch, dat ik je allang heb willen vragen: geloof je in God of niet! zei dan Rogoshin, die enkele passen was voortgegaan weer ineens.
- Wat vraag je dat vreemd en ... wat kijk je me aan! merkte de vorst onwillekeurig op.
- Ik hou er van om naar dat schilderij te kijken, mompelde dan Rogoshin, die even gezwegen had, en zijn vraag weer vergeten scheen te zijn.
- Naar dat schilderij! riep de vorst plotseling uit, onder de indruk van een onverwachte gedachte, - naar dat schilderij! Er zijn mensen die door dat schilderij hun geloof zouden kunnen verliezen.

(Vertaling J.Jac.Thomson 1972)

Fascinerend?

Kruisafname met graflegging en de verrijzenis van Jezus zijn in de kunst ontelbare keren afgebeeld. Maar aan het moment daartussen - Jezus liggend in zijn graf - hebben weinig kunstenaars zich gewaagd, want wat is er interessant aan een in witte doeken gewikkeld dood lichaam dat bovendien achter een sluitsteen verborgen ligt?
Het hier afgebeelde schilderij van Hans Holbein jr. is daarom fascinerend, ook al vanwege het ongewone formaat. Het laat heel realistisch het dode lichaam van Jezus zien, op ware grootte, liggend in een smalle stenen grafnis op de rug, uitgestrekt op een wit doek. Hij past er maar net in. De nis is zo nauw dat de doek onder zijn rug heel realistisch wat opgeschoven lijkt te zijn, toen het lichaam in de grafnis geschoven werd. Het lichaam is in de dood niet ontspannen, omdat het ook verkrampt hing aan het kruis.

Het hoofd is lichtjes richting toeschouwer gedraaid. De hand, wat lokken van het haar en de rechtervoet steken een beetje over de rand, waardoor ze uit het schilderij naar voren lijken te komen. Het bijna naakte lichaam is mager, met een bleke huid, schoon, blijkbaar gewassen, want er zijn geen sporen van bloed of vuil. De wonden zijn wel te zien: in de zij, in de rechterhand en in de rechtervoet. De wonden hebben hier en daar zelfs een zweem van groen, van bloeduitstortingen of misschien reeds van eerste ontbinding. Opmerkelijk is wel dat er geen wonden van de doornenkroon te zien zijn. Het lichaam is niet gewikkeld in linnen, zoals de evangeliën zeggen. Het heeft alleen een witte lendendoek om, zoals het op de meeste kruisigingen is afgebeeld. Het ene uiteinde van de lendendoek is zorgvuldig boven ingestopt, het andere uiteinde hangt opzij, iets over de rand van de steen waar het lichaam op ligt.

De rechterhand met spijkerwond is precies in het midden van het werk geschilderd. De dunne knokige vingers zijn gekromd, vanwege de door de hand geslagen spijker, maar de middelvinger is gestrekt. Kon deze vinger zich niet meer krommen, omdat de spijker precies door de pees van die vinger is geslagen? De schouders zijn licht naar voren gebogen. Het rechteroog is halfopen. De pupil is iets naar boven weggedraaid. Keek Jezus in zijn laatste ogenblik, zijn laatste schreeuw, op naar God? Heeft niemand bịj de graflegging de ogen uit eerbied gesloten? Is de uitgedroogde mond wat opengevallen vanweg die laatste schreeuw? De kin met korte baard steekt recht omhoog. De volle bruine haren vallen rommelig naar achteren. De wond in zijn zijde is een rechte steek.
Het is volkomen duidelijk: hier ligt Jezus, levensgroot, helemaal mens en morsdood. Kan Jezus menselijker worden uitgebeeld dan in deze dood?
Het werk heeft een ornamentale omlijsting, met bovenin het opschrift: Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum.

Holbein en Dostojevski

Uit haar dagboek en memoires weten we van Anna Snitkina, de tweede vrouw van Dostojevski, dat hij het schilderij in Basel zag in 1867 en er zo door gefascineerd raakte dat hij er bijna een epileptische aanval van kreeg. Hij was er niet bij weg te slaan en haalde er een stoel bij om alles goed te kunnen bekijken. Waar is Dostojevski zo van geschrokken? Van die diep menselijke dood? Twijfelde hij door het zien ervan aan Jezus' verrijzenis bij zo'n realistisch uitgebeelde dood? Twijfelde hij aan Jezus' goddelijkheid?

Holbein laat de kijker beseffen dat hier een mens ligt. Het werk is een memento mori, 'gedenk te sterven', een waarschuwing je eigen sterfelijkheid onder ogen te zien. Maar hier ligt ook de Koning van de Joden, met een wit, haast stralend lichaam.
Hans Holbein de Jonge (1497/98 - 1543)
Der Leichnam Christi im Grabe (±1522)
Olieverf en tempera op lindenhout, 31 x 200 cm
Basel - Kunstmuseum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen