EerbewijsKarel van Mander in zijn Schilderboek:In het stadhuis van Leiden bevindt zich van Lucas nog een mooi en heerlijk stuk, dat door de heren daar in dat openbaar gebouw in ere wordt gehouden en bewaard. Het stelt het Laatste Oordeel voor en men houdt het voor een buitengewoon goed werk. Er komen verschillende naakte mannen- en vrouwenfiguren op voor, waaraan men wel kan merken dat hij het leven goed heeft waargenomen. Vooral de vrouwenfiguren heeft hij in een bekoorlijke vleeskleur geschilderd. Maar de naakten zijn, zoals toen bij de schilders gebruikelijk was, 'op de dag wat kantig afgesneden'. Op de buitenkant bevinden zich, op elke deur, twee grote, zittende figuren, Petrus en Paulus; zij zijn heel mooi en veel knapper geschilderd dan het binnenwerk. Alles is beter van kleur en vloeiender gedaan, zowel de gezichten, de naaktpartijen als de stoffen en ook de gronden en verten. Kortom, het is zodanig dat grote buitenlandse vorsten hebben laten vragen of het te koop was. Maar dat is door de edele heren aldaar beleefd van de hand gewezen, omdat zij het ter ere van hun vermaarde burger niet wensten te missen, hoeveel geld men er ook voor wilde geven. Dit schitterende eerbewijs straalt helder en blinkend af op de edele schilderkunst. |
Uitzonderlijk groot retabelIn 1526 kreeg Lucas van Leyden van de erfgenamen van Claes Dircks van Swieten, houtkoper en schepen in Leiden, de opdracht voor het maken van een zogenaamde memorietafel.Zo'n werk liet zien hoe iemand eruit had gezien meestal met de echtgenote erbij of andere nabestaanden. Waarom ontbreken deze portretten? Een duidelijk antwoord is er niet; mogelijk had het werk nog een andere functie waarop geen portretten voorkomen. Moest het schepen Van Swieten erop wijzen dat zijn oordelen in allerlei zaken rechtvaardig dienden te zijn? Een jaar later was het schilderij gereed en werd het geplaatst in de buurt van het doopvont in de Pieterskerk. Het kunstwerk overleefde als een van de weinige altaarstukken in Nederland de Beeldenstorm in 1566. In 1572 werd het drieluik overgebracht naar het Sint Jacobsgasthuis en op een later moment naar het Catharijnengasthuis. In 1577 gaven de erfgenamen Van Swieten toestemming om het schilderij op te laten hangen in de burgemeesterskamer op het Leidse stadhuis, alwaar Van Mander het gezien zal hebben. Daar heeft het bijna driehonderd jaar gehangen, tot het in 1874 een plaats kreeg in het nieuwe Museum De Lakenhal. Omdat de grootte van het schilderij niet erg past in de buurt van de doopkapel, is er ook geopperd dat het retabel bedoeld is als triptiek op het hoofdaltaar van de Pieterkerk: op die plaats klopt de maatvoering geheel en zou het zich bevonden hebben tussen beelden van Petrus en Paulus, aan wie de kerk oorspronkelijk op 1 september 1121 was gewijd |
VoorstellingHet open retabel verbeeldt het Laatste Oordeel, zoals dat wordt beschreven in het laatste bijbelboek, de Openbaring van Johannes.Christus velt, zittend met de voeten steunend op een wereldbol, een oordeel over de naakte mannen en vrouwen die juist uit het graf zijn opgestaan. De duif als heilige Geest, en de hemelse figuur van God de Vader bovenin, vormen samen met Christus de Drie-eenheid. Even onder Christus zetelen de apostelen, met daarachter twee groepen heiligen. Onder de apostelen twee bazuin-engelen die de Dag des Oordeels verkondigen. De oppervlakte van de aarde is tijdloos en anoniem omdat herkenbare landschapsaanduidingen ontbreken. Rechts van Christus (links voor de toeschouwer) en over het hele linkerluik zijn engelen bezig de uitverkorenen naar de hemel te geleiden. Aan Christus' 'sinistere', linkerzijde, drijven duivels de verdoemden naar de hellemond. Op de buitenzijde van de zijluiken zijn Petrus en Paulus uitgebeeld zittend in een landschap met hun gebruikelijke attributen: respectievelijk sleutel en zwaard & boek. Zij zijn de apostelen die in hun geschriften van het Tweede Testament getuigen van het naderend oordeel.* De luiken van de triptiek waren op werkdagen gesloten zodat zij aankondigen wat op zon- en feestdagen is te zien: het Laatste Oordeel. * 1 Korintiërs 15,51-57; 2 Korintiërs 5,10; 1 Petrus 4,17-18; 2 Petrus 3,3-13. |
Lucas van Leyden (1489-1533)
Laatste Oordeel (1527) Olieverf op panelen, 301 x 435 cm Leiden - Lakenhal |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |