Paul Verheijen

LAATSTE OORDEEL

Vergelding

Vrijwel alle religies van het oude Oosten kennen het concept van een godheid die als een rechter de mensen oordeelt en naar hun gedragingen vergeldt zowel in bijzondere gevallen als in het algemeen op het einde der tijden. Dit Laatste Oordeel, ook wel De Dag des Oordeels of De Jongste Dag genoemd, is de dag waarop dit eindoordeel zal geschieden.
Het vormt de kern van de eschatologie, de leer over de eindtijd. De dag des oordeels vindt volgens de Openbaring van Johannes plaats tijdens het Duizendjarig vrederijk en wordt daar het Oordeel voor de Grote Witte Troon (van God) genoemd (Apokalyps 20: 11). Dan zullen alle doden uit hun graven herrijzen om samen met de dan levenden het loon voor hun levenswandel te ontvangen.
Naast de duivel en zijn gevallen engelen, worden de mensen die God hebben afgewezen, verbannen naar de buitenste duisternis, waar het geween is en het tandengeknars, en zij voor altijd zijn afgesneden van Gods tegenwoordigheid. De rechtvaardige gelovigen zal daarentegen een eeuwig leven ten deel vallen onder een nieuwe hemel, op een nieuwe aarde en God zal in hun midden wonen.

Historische ontwikkeling

In het eerste millennium van het christendom wordt Christus afgebeeld in een mandorla als Majestas Domini. Gezeten op een troon of op een regenboog maakt hij met de rechterhand het spreekgebaar, in de linkerhand houdt Hij het Boek des Levens uit Apocalyps 20:12. Zijn voeten steunen gewoonlijk op een tweede regenboog of op een wereldbol. Rondom de mandorla zijn de vier evangelisten met hun symbolen aangebracht.
Tegen het einde van de twaalfde eeuw voltrekt zich de verandering van de Majestas Domini in de voorstelling van het Laatste Oordeel. Christus de leraar wordt Christus de oordelende rechter die de levenden en de doden zal komen oordelen. Als Christus als rechter wordt voorgesteld ligt het voor de hand dat ook zijn moeder en Johannes de Doper als voorsprekers bij Hem knielen, zoals ze dat van oudsher in de Deësis plachten te doen. Het is een omvangrijk onderwerp dat bestaat uit verschillende bijbelse teksten. De evangelist Matteüs verwoordt het bijvoorbeeld zo:
Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere.
(Matteüs 24:31)
De volgende motieven komen - tegelijk of afzonderlijk, meer of minder uitgebreid - op alle voorstellingen van het Laatste Oordeel voor: Christus als Rechter, Deësis, Het gerecht van apostelen en heiligen, De opstanding der doden, Scheiding van de bokken en de schapen, Hemel en Hel en Michaël als zielenweger.
Dit laatstgenoemde motief, de psychostasia, was in de klassieke mythologie een taak van Mercurius, die hierin en ook in andere opzichten de heidense voorloper was van Michaël. Het geloof dat na de dood de daden van de overledene gewogen worden, was al gemeengoed in het oude Egypte. Michaël, gevleugeld en meestal in wapenrusting, hanteert de weegschaal. In iedere schaal bevindt zich een naakt figuurtje, een menselijke ziel. De rechtvaardige ziel is doorgaans de zwaarste, en kan geknield zijn in gebed.
In een brief van Petrus lezen we:
De Heer blijkt dus de vromen uit de beproeving te kunnen redden en onrechtvaarigen gevangen te kunnen houden tot de dag van het oordeel, om hen dan te straffen.
[...]
Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur.
(1 Petrus 2:9 en 3:7)
En in de brieven van Paulus staat:
Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven - toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen.
(1 Korintiërs 15:51-52)

Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn.
(1 Tessalonicenzen 4:16-17)
In de kunst duikt het laatste oordeel als thema met grote regelmaat op.
Christus wordt traditioneel middenboven afgebeeld als Man van Smarten, waarbij zijn kruisigingswonden en de lanswond in zijn rechterzijde meestal duidelijk zichtbaar zijn.
Bazuinen ontbreken daarbij ook bijna nooit.

Bazuin


De bazuin wordt in de Bijbel vaak gebruikt voor een trompetachtig blaasinstrument, doorgaans gemaakt van metaal, of voor de sjofar, de ramshoorn. In het Tweede Testament symboliseert de bazuin gewoonlijk de aankondiging van de wederkomst van Christus en de opstanding van de doden. Daarnaast had de bazuin ook andere symbolische en liturgische functies:
  • Oproep tot aanbidding of bijeenkomst
    Bazuinblazen werd gebruikt om mensen te verzamelen, bijvoorbeeld om hen op te roepen tot aanbidding, feestdagen of belangrijke gebeurtenissen. God bijvoorbeeld instrueerde Mozes om zilveren trompetten te maken voor het bijeenroepen van de gemeenschap en voor het optrekken van de legers (Numeri 10:2-10).
  • Oorlogssignaal
    Bazuinblazen werd gebruikt om een waarschuwing te geven of een strijd aan te kondigen. Gideon en zijn mannen bliezen bijvoorbeeld de bazuinen om verwarring te zaaien in het kamp van de Midjanieten (Richteren 7:16-22).
  • Waarschuwing voor oordeel
    De bazuin werd ook gezien als een symbool van waarschuwing voor aankomende rampen of goddelijk oordeel. De wachter blaast op de bazuin om de mensen te waarschuwen voor naderend gevaar (Ezechiël 33:3-6).
  • Feestelijke en ceremoniële functie
    Bij Israëlische feestdagen, zeker op Jom Teroea, de dag van het hoorngeschal, werd de sjofar geblazen om een heilige dag in te luiden. Op de eerste dag van de zevende maand moet rust gehouden worden en het geklank van de bazuin herdacht (Leviticus 23:24).
In de Openbaring van Johannes, speelt dit muziekinstrument een opvallende rol. Het is daar een (rechte) krijgstrompet, die de oude Grieken een salpinx noemden, vrijwel altijd in het Nederlands vertaald met 'bazuin'. In het jodendom vervulde de sjofar, een gekromde rams- of bokshoorn, deze rol.
In zijn visioenen op Patmos zag Johannes zeven engelen die voor Gods troon staan en alle zeven een salpinx kregen en daar een voor een op blazen.
De eerste zes veroorzaken allerlei rampen die vanuit de hemel op aarde neerdalen: met bloed gemengde hagel en vuur; vlammende berg in zee; grote brandende ster; zon, maan en sterren voor een derde deel verduisterd; vallende ster opent put waaruit rook opstijgt; engelen doden een derde deel van de mensen.
(Openbaring van Johannes 8:6 - 9:21)
Over de zevende bazuin schrijft Johannes dan vervolgens:
Toen blies de zevende engel op zijn bazuin. In de hemel klonken luide stemmen, die zeiden: 'Nu begint de heerschappij van onze Heer over de wereld, en die van zijn messias. Hij zal heersen tot in eeuwigheid.' De vierentwintig oudsten op hun tronen bij God wierpen zich neer en aanbaden God met de woorden: 'Wij danken u, Heer, onze God, Almachtige, die is en die was, want in uw grote macht neemt u nu het koningschap op u. De volken raasden in woede, maar nu laat u uw woede razen. De tijd is gekomen om een oordeel te vellen over de doden; en om uw dienaren, de profeten, te belonen, evenals de heiligen en degenen die, jong en oud, ontzag hebben voor uw naam; en ook om hen die de aarde vernietigen nu zelf te vernietigen.
(Openbaring van Johannes 11:15-18)

Afbeelding: William Blake - The ten virgins (detail)
2016 Paul Verheijen / Nijmegen