Paul Verheijen

HANS MEMLING

Ursulaschrijn

Gotische kapel

Deze reliekschrijn heeft de vorm van een gotische kapel met puntgevels en zadeldak, rijkelijk versierd met maaswerk, hogels en kruisbloemen.
Dit ambachtelijke kunstwerk is een treffend voorbeeld hoe de architectuur de kunst domineerde in de 15e eeuw.
Karel van Mander schrijft er dit over in zijn Schilderboek:
Maar nu enkele Nederlanders, van wier werken, levensbijzonderheden en tijd van leven ik maar weinig weet: ten eerste is daar een voor die tijd uitmuntend meester uit Brugge, Hans Memling genaamd. Van hem bevond zich in het Sint-Janshuis te Brugge een schrijn of een relikwiekastje, beschilderd met tamelijk kleine figuren, maar zo buitengewoon fraai dat men er meermalen een schrijn van puur zilver voor in ruil heeft aangeboden. Deze meester kende zijn bloeitijd in Brugge al voor Pieter Pourbus, die dit kunstwerk altijd graag ging bekijken als het op hoogtijdagen werd getoond en het nooit genoeg kon bewonderen en prijzen. Hieruit kan men opmaken wat een uitstekend schilder Memling moet zijn geweest.
Op zes panelen op de beide lange zijden is de in de middeleeuwen uiterst populaire legende - ook in de kunst - van de heilige Ursula uitgebeeld volgens de Legenda Aurea.
Op de rechterzijde is de pelgrimage naar Rome verbeeld (paneel 1-3), terwijl op de linkerzijde de terugtocht naar Keulen is te zien (paneel 4-6).
De beide kopse kanten tonen een Madonna met Kind en Ursula.

Paneel 1

Op het eerste paneel van de rechter langezijde zien we de ontscheping in Keulen.
Het aangemeerde schip is een kog, behorend tot de schepen die Damme (bij Brugge) aandeden.
Scheepslieden brengen reisgoederen aan wal terwijl Ursula door vorstin Sigillindis wordt verwelkomd.
Het gezelschap van de gracieuze maagden, met naar achteren gekamd lang blond haar, prettige pinkoogjes en aardig stompneusje, begeeft zich vol verwachting richting stad.
Memling omringt 'het heilige' met wereldse bevalligheid.
Door het raam van het huis rechts boven zien we een engel bij het bed van Ursula die haar waarschuwt dat ze de marteldood zal sterven.

Op de achtergrond zien we de Dom van Keulen waarvan een toren in aanbouw is.
Verder zijn te herkennen de Sankt-Severinskirche en de Gross-Sankt-Martinkirche.

Paneel 2

Terwijl de zeilen van twee koggen die de voorgrond in beslag nemen worden gereefd, wordt Ursula door vriendelijke dames in Basel welkom geheten.
Rechts op het middenplan trekken de maagden als kokette kostschoolmeisjes met opgetrokken bovenkleed via een slingerpad over de Alpen naar Rome.
Ook hier richt Memling zich weer op de architectuur.
De toren in het midden van de achtergrond lijkt op het stadhuis van Brussel.

Paneel 3

Utsula is met haar gevolg in Rome aangekomen, waar ze door paus Cyriacus wordt ontvangen en gezegend.
Links onderaan, in het rood gekleed, heeft de Engelse heidense prins Aethereus (die Ursula ten huwelijk had gevraagd) zich bij haar gevoegd in een droom daartoe aangezet.
Rechts vooraan doopt een priester in de Sint Pieter in Rome - geschilderd naar een niet bestaand model - enkele pelgrims.
Daarachter ontvangt Ursula de communie, terwijl links van haar Aethereus in het openbaar te biecht is gegaan bij een priester die in een zetel met hoge rugleuning zit.
Aethereus zal hierna het doopsel ontvangen.

Koppaneel 1

Op de kopse achterzijde staat Ursula met haar attribuut, een pijl, in een gotisch koor.
Als een Mantelmadonna beschut ze haar tien adellijke gezellinnen.
Haar heiligheid maakt dat Memling haar dubbel zo groot heeft afgebeeld.
Ze draagt een modieus gewaagd bovenkleed.

Paneel 4

De koggen liggen weer gemeerd voor de stadspoorten van Basel.
Links vooraan vaart een sloep af met enkele maagden die in Basel zullen achterblijven voor zendingsactiviteiten en daarvoor de marteldood zullen ondergaan.
In het voorste dikbuikige schip zit Ursula met haar maagden al opeengepakt.
In het midden scheept paus Cyriacus zich in met zijn gevolg, terwijl een stoet pelgrims door de stadspoort aantreedt om eveneens de terugreis mee te maken.

Paneel 5

De laatste twee panelen spelen zich af vóór de stad Keulen die intussen door de Hunnen is bezet. Gewapende soldaten overvallen het weerloze gezelschap.
Ursula ondersteunt de door een zwaard dodelijk getroffen Aethereus.
Het gezicht van de maagd links van Ursula is door Memling niet helemaal afgewerkt: haar gezicht heeft deels de kleur van de mast achter haar!

Paneel 6

Het laatste paneel schildert de marteldood van Ursula omdat zij weigert in te gaan op de liefdesvoorstellen van de koning der Hunnen.
De geharnaste boogschutter met de blonde baard, getooid met een bevelhebberssjerp over zijn arm en eresabel, houdt de boog gespannen om Ursula met een pijl te doden.
In de glimmende wapenrusting van de Hunnenkoning zien we Ursula en de boogschutter weerspiegeld.

Koppaneel 2

Op de kopse voorzijde staan de schenksters in een gotisch decor afgebeeld.
Het zijn vermoedelijk de hospitaalzusters Jossine van Dudzele en Anna van Moortele die de reliekschrijn hadden besteld, omdat zij een ouder exemplaar wilden vervangen.
In een driehoekige compositie stellen beide zusters zich knielend onder de hoede van de Madonna met Kind.

Dakhellingen

Op de dakhelling rechts (afbeelding boven) zien we in het grote middenmedaillon de verheerlijking van Ursula in de hemel, omringd door maagden, paus Cyriacus en hemelbewoners.
In het linkermedaillon betokkelt een engel met beide handen een psalter, in het rechtermedaillon bespeelt een engel met gebogen strijkstok een vedel, het bekendste strijkinstrument in de middeleeuwen.

De dakhelling links (afbeelding onder) wordt Maria in de hemel gekroond door God de Vader en haar Zoon.
De heilige Geest zweeft als een duif boven haar en ook zij wordt door engelen muzikaal begeleid.
In het linkermedaillon gebeurt dat met een luit, een tokkelinstrument met knikhals en in het rechtermedaillon met een portatief, een draagbaar orgel in de middeleeuwen gebruikt tijdens processies.
Hans Memling (±1435-1494)
Ursulaschrijn (vóór 1489)
Reliekschrijn van verguld eikenhout
Brugge - Sint-Janshospitaal
2016 Paul Verheijen / Nijmegen