Eligius van Noyon
Eligius was eerst hoefsmid, later goudsmid en muntmeester in de tijd van de Merovingische koningen Chlotarius II en Dagobert I en werd rond 590 in de Limousin geboren.
De legende vertelt dat hij een knecht in dienst had die een duivels paard een been afsneed, de hoef rustig van een nieuw ijzer voorzag en het been er weer aanzette.
De knecht was Christus zelf die deze wondermacht ook leerde aan Eligius.
Als eerlijk vakman werd Eligius door de vorsten gewaardeerd.
Toen hij eens een kostbare troon moest maken voor de koning, maakte hij er uit het overvloedige materiaal twee, om niet het overtollige voor zich te houden, zodat hij als raadsman aan het hof werd aangesteld.*
In die functie wijdde Eligius hij aan sociale activiteiten tot aan de dood van Dagobert in 639, toen hij met zijn vriend Audoin het hof verliet om zich priester te laten wijden.
Vanaf 641 was Eligius bisschop van het Noord-Franse diocees Noyon, waartoe ook Vlaanderen toentertijd behoorde.
Circa 660 is hij gestorven.
Gedurende de middeleeuwen werden zijn relikwieën bijzonder vereerd en zijn deze minstens vijf keer naar andere plaatsen overgebracht.
De Notre-Dame-kathedraal van Noyon pretendeert de belangrijkste van zijn relieken te bezitten toen deze in 1952 werden verkregen van de benedictijner abdij in Oosterhout.
Voor zover bekend worden in Nederland nog relieken van hem bewaard in Utrecht, Maastricht en Geleen.
Eligius werd de beschermer van hoefsmeden, edelsmeden, metaalbewerkers, paardehandelaren en voerlui.
Hij wordt ook vereerd als bouwer van het klooster Ours-camp ('bereveld') bij Noyon.
Volgens de legende werd een ossenkar die stenen aanvoerde voor de bouw geconfronteerd met een gruwelijke beer.
De jonge wagenmenner sloeg op de vlucht en de beer deed zich te goed aan de os, waarop Eligius de beer vervloekte en hem opdroeg de kar te trekken in plaats van de gedode os.
Iconografisch zijn bij hem drie types te onderscheiden: als hoefsmid, als goudsmid of als bisschop.
Zijn liturgische feestdagen vallen op 1 december en de zondag na 24 juni (translatie) en heten respectievelijk 'koude Elooi' en 'warme Elooi'.
* Deze troon bevindt zich als Fauteuil / Thrône de Dagobert in het Département des Monnaies, Médailles et Antiques van de Bibliothèque nationale de France in Parijs.
|