Paul Verheijen

RUBENS

Kruisoprichting


Walburgiskerk

Deze triptiek die Rubens schilderde hij toen hij zelf ongeveer de leeftijd van de gekruisigde Christus had. Het drieluik is een van de meest bestudeerde werken van hem en werd oorspronkelijk vervaardigd voor het hoofdaltaar van de Sint-Walburgiskerk in Antwerpen. In 1794 werd dit kolossale werk weggehaald door de Fransen, maar keerde het na de sloop van de Walburgiskerk in 1817 naar de OLV Kathedraal in Antwerpen. Met dit werk introduceerde Rubens, na een verblijf van acht jaar in Italië, de barokkunst in de Nederlanden.

In gesloten toestand zien we vier heiligen afgebeeld die in verband staan met de geschiedenis van de Sint-Walburgiskerk.
  • Amandus van Elnon/Maastricht (linkerluik links)
    Volgens de overlevering de stichter van de Sint-Walburgiskerk.
  • Walburga van Eichstätt (linkerluik rechts).
    De patroonheilige van de kerk.
  • Catharina van Alexandrië (rechterluik rechts)
    Zij was het voorwerp van speciale devotie in de Sint-Walburgiskerk.
  • Eligius van Noyon (rechterluik links)
    Patroonheilige van de Antwerpse smeden die hun altaar hadden in de Sint-Walburgiskerk. Met bisschopsstaf is hij grotendeels verscholen achter Catharina en nauwelijks herkenbaar aan zijn attributen. In 645 preekte hij zes dagen lang in deze kerk.

Voorzijde

In geopende toestand toont het schilderij een breed opgezette compositie die doorloopt over de drie panelen.
Op het middenpaneel wordt het diagonaal geplaatste kruis met daarop een bleke Christus rechtgetrokken en omhoog geduwd door maar liefst negen gespierde beulsknechten en geharnaste soldaten.
Op de luiken zien wij aan de linkerkant de treurende vrouwen met Maria en Johannes (bovenaan) en aan de rechterkant soldaten, de honderdman te paard die de terechtstelling leidt en de twee moordenaars die samen met Christus zullen worden gekruisigd. De ene wordt ontkleed en de andere wordt al gekruisigd.

Olieverfschetsen


Er zijn in totaal zes schetsen bewaard gebleven in verband met dit drieluik.
Drie losse schetsen van de voorzijde (bewaard in het Louvre Parijs), twee van de achterzijde uit 1609-10 en een schets uit circa 1638 waarbij zijpanelen en middenpaneel tot een geheel zijn samengevoegd.
Amandus en Eligius op de achterzijde dragen op de schetsen nog mijters die op het uiteindelijke schilderij door engelen boven hen worden vastgehouden.
De twee engelen op de schetsen werden er daarom uiteindelijk vier.
Het aambeeld-attribuut van Eligius is op het definitieve schilderij niet meer te zien.
Waren deze schetsen waarschijnlijk bedoeld als modello, presentatieschets voor de opdrachtgever, de schets van de volledige voorzijde is pas jaren later in 1638 vervaardigd.


De totaalschets stond waarschijnlijk model voor een (gespiegelde) gravure van Hans Witdoeck. De onderzijde bevat een Latijnse opdracht aan Cornelis van der Geest (1555-1638), deken van het gilde der lakenverkopers en kunstverzamelaar uit Antwerpen, die tot zijn dood een vriend en beschermheer van Rubens was en ook een sleutelrol speelde bij de opdracht voor het drieluik voor de Sint-Walburgiskerk. De totaalschets is vermoedelijk gemaakt naar aanleiding van de dood van Van der Geest.

Omdat Rubens het oorspronkelijke drieluik tot één tafereel omwerkte, vergrootte hij de landschappelijke omgeving en wijzigde hij sommige figuren en motieven. De beulsknecht boven Christus liet hij weg, de hond is veel kleiner, de bevelhebbersstaf van de honderdman te paard wijst meer omhoog naar Christus en de voeten van Christus zijn doorboord met twee spijkers, hetgeen aansloot bij toenmalige gewijzigde opvattingen in discussies over de historische juistheid van kruisigingsvoorstellingen.
Peter Paul Rubens (1577-1640)
De Kruisoprichting (1610-11)
Olieverf op panelen, 460 × 340 cm (middenpaneel); 460 x 150 cm (zijpanelen)
Antwerpen - Onze-Lieve-Vrouwe-Kathedraal

Schetsontwerpen achterzijde zijluiken (1610)
Olieverf op paneel, 67 x 25 cm elk
Londen - Courtauld Gallery

Schetsontwerp voorzijde als geheel (±1638)
Olieverf op papier geplakt op doek, 72 x 133 cm
Toronto - Art Gallery of Ontario

Hans Witdoeck (1605-1642)
Gravure (1638), 61 x 125 cm
Amsterdam - Rijksmuseum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen