Paul Verheijen

ZACHARIA

Naam - Feestdagen - Messias - Dertig zilverlingen - Iconografie

Naam

De Hebreeuwse naam Zekariah betekent 'JHWH herinnert zich' en wordt in de bijbel gegeven aan vier verschillende personen.
  • 1 - Een profeet, de zoon van Berechja, op wiens naam ook een bijbelboek staat
  • 2 - Een priester, de zoon van Jojada, die op bevel van de koning in de voorhof van de tempel werd gestenigd (2 Kronieken 24,20-21).
  • 3 - Een koning, de zoon en opvolger van Jerobeam II (2 Koningen 15,8-12)
  • 4 - Een priester, de vader van Johannes de Doper in het eerste hoofdstuk van het Evangelie van Lucas.
Het is niet verwonderlijk dat deze namen en personen hebben geleid tot verwisseling (zie onder).
De NBV21 spelt de naam voor 1 als Zacharia, voor 2 en 3 als Zecharja en voor 4 als Zacharias.
Deze webpagina gaat over de profeet.

Feestdagen

Het Roomse Martelaarsboek herdenkt de profeet Zacharia op 6 september als volgt:
In Palestina de heilige profeet Zacharia. Als grijsaard uit Chaldea naar zijn vaderland teruggekeerd, stierf hij daar en ligt naast de profeet Haggai begraven.
Oosterse kerken vieren zijn feest op 8 februari of 16 mei.

Messias

In het bijbelboek Zacharia komt het onderwerp Messias zo vaak voor dat de auteurs van het Tweede Testament citaten eruit gebruikten om aan te tonen dat met Jezus de profetieën van Zacharia in vervulling zijn gegaan.
Jezus' intocht in Jeruzalem doet sterk denken aan een van Zacharia's godsspraken:
Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
(Zacharia 9,9)
De evangelisten Matteüs en Johannes citeren dit vers zonder overigens de naam van de profeet te noemen (Matteüs 21,5 en Johannes 12,15).
Zijn naam horen we wel uit de mond van Jezus wanneer hij in zijn strafrede tegen de farizeeën zegt:
Al het onschuldige bloed dat op aarde is vergoten zal jullie worden aangerekend, vanaf het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van 'Zekariah', de zoon van Berechja, die jullie vermoord hebben tussen het heiligdom en het brandofferaltaar.
(Matteüs 23,35; zie ook Lucas 11,51)
Het merkwaardige van Jezus' uitspraak is dat van de profeet Zacharia niet bekend is dat hij werd vermoord.
Maken Matteüs en Lucas bij monde van Jezus de personen 1 en 2 (zie boven) tot een en dezelfde 'Zekariah'?

Dertig zilverlingen

Het bedrag dat Judas ontving van de hogepriesters voor zijn 'aangifte' van Jezus bedroeg volgens Matteüs dertig 'zilverlingen'.
Hij ziet naar eigen zeggen dit als een vervulling van een uitspraak van de profeet Jeremia uit het Eerste Testament.
Over dertig zilverlingen wordt hier echter niet gesproken.
Heeft Matteüs misschien ook aan de profeet Zacharia gedacht?
Die spreekt tot de veehandelaars wiens slachtvee hij weidde:
Ik zei tegen hen: 'Als u tevreden bent, keer me dan mijn loon uit: zo niet, laat het dan maar.' En ze betaalden mij mijn loon uit, dertig sjekel zilver. Toen zei JHWH tegen mij: 'Breng het maar naar de smelter, dat vorstelijke loon dat zij me waard vinden.' Dus smeet ik dat zilver bij de smelter in de tempel neer.
(Zacharia 11,12-13)

Iconografie

Zacharia komt voor in afbeeldingen van reeksen profeten, al dan niet herkenbaar.
Afbeeldingen van deze profeet bij een altaar berusten op de uitspraak van Jezus, maar kunnen ook een verwisseling zijn met de vierde naamgenoot, de vader van Johannes de Doper.
Zijn plaats boven de engel van de Annunciatie op Van Eycks De aanbidding van het Lam Gods dankt Zacharia volgens de tekst op zijn banderol aan de toepassing hier van vers 9,9 op Maria.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen