Onwaardig
Toen richtte de HEER zich tot Samuel en zei: ‘Ik betreur het dat Ik Saul koning heb gemaakt, want hij heeft Mij de rug toegekeerd en doet niet wat Ik hem heb opgedragen.’ Samuel werd boos en schreeuwde het de hele nacht uit tegen de HEER. De volgende morgen vroeg wilde hij Saul tegemoet gaan. Men vertelde hem dat Saul in Karmel was geweest en daar voor zichzelf een gedenkteken had opgericht, en toen was doorgereisd naar Gilgal. Toen Samuel bij Saul aankwam, begroette deze hem met de woorden: ‘Wees gezegend door de HEER. Ik heb gedaan wat de HEER mij heeft opgedragen.’ Maar Samuel vroeg: ‘Hoe komt het dan dat ik schapen hoor blaten en runderen hoor loeien?’ ‘Die hebben ze meegenomen van de Amalekieten,’ antwoordde Saul. ‘De soldaten wilden de beste schapen, geiten en runderen sparen om ze te offeren aan de HEER, uw God. De rest hebben we afgemaakt.’ ‘Geen woord meer!’ zei Samuel tegen Saul. ‘Laat me u vertellen wat de HEER mij vannacht gezegd heeft.’ ‘Zoals u wilt,’ zei Saul, en Samuel zei: ‘U mag dan in uw eigen ogen onbelangrijk zijn, toch staat u aan het hoofd van de stammen van Israël, nietwaar? De HEER heeft u gezalfd tot koning van Israël, en de HEER heeft u eropuit gestuurd met de opdracht om de Amalekieten, die zondaars, te vernietigen en tegen hen te strijden tot ze volledig waren uitgeroeid. Waarom hebt u niet geluisterd naar wat de HEER u heeft gezegd? Waarom hebt u zich op de buit gestort en iets gedaan dat slecht is in de ogen van de HEER?’ ‘Maar ik heb toch geluisterd naar wat de HEER gezegd heeft!’ wierp Saul tegen. ‘Ik ben er toch op uit getrokken zoals de HEER me heeft opgedragen! Koning Agag heb ik gevangengenomen en de rest van de Amalekieten heb ik gedood. En de soldaten hebben de beste van de buitgemaakte schapen, geiten en runderen voor vernietiging gespaard om ze in Gilgal te offeren aan de HEER, uw God.’ Daarop zei Samuel: ‘Schept de HEER meer behagen in offers dan in gehoorzaamheid? Nee! Gehoorzaamheid is beter dan offers, volgzaamheid is beter dan het vet van rammen. Weerspannigheid is even erg als toverij, en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst. U hebt de opdracht van de HEER verworpen; daarom verwerpt Hij u als koning!’ Toen zei Saul tegen Samuel: ‘Ik heb gezondigd! Ik ben ingegaan tegen het bevel van de HEER en tegen uw woorden. Ik was bang voor de soldaten en daarom heb ik naar hen geluisterd. Alstublieft, vergeef me en laat me niet alleen; ik wil neerknielen voor de HEER.’ ‘Nee,’ antwoordde Samuel. ‘U hebt de opdracht van de HEER verworpen, daarom verwerpt de HEER u als koning van Israël.’ Toen Samuel zich omdraaide om weg te gaan, greep Saul de slip van zijn mantel beet, maar die scheurde af. En Samuel zei: ‘Hierbij scheurt de HEER het koningschap over Israël van u los en geeft Hij het aan iemand anders, die waardiger is dan u.
(1 Samuel 15,10-27)
|