Heilige van Polen en LitouwenKoning Casimir IV van Polen noemde zijn derde kind - van de dertien kinderen die hij had - dat op 5 oktober 1458 in Krakow werd geboren naar zichzelf. De kroonprins werd al snel bij de zaken van zijn vader betrokken. Toen hij nog tiener was werd hij in de politiek betrokken. Er is toen iets gebeurd wat voor Casimir van grote betekenis is geweest want het leidde tot een ommekeer in zijn leven. Probleem is dat historici van mening verschillen over wat er precies is voorgevallen. De meest aannemelijke lezing is de volgende.Casimir werd door zijn vader naar Hongarije gezonden om de troon op te eisen van koning Matthias van Hongarije, omdat deze het volk tegen zich in het harnas had gejaagd. Met tegenzin voegde hij zich naar de wil van zijn vader en trok aan het hoofd van een leger op naar de Hongaarse grens. Daar aangekomen vernam hij dat de koning een leger tegen hem op de been had gebracht, nadat het Hongaarse volk zich met zijn vorst had verzoend. Blij keerde Casimir naar huis terug, omdat hij geen gevecht had hoeven te leveren en geen regeringsverantwoordelijk hoefde te dragen. Bij terugkomst sloot hij zich - uit schaamte tegenover zijn vader over de mislukte expeditie - maanden op in een kasteel in Dobzki om er te bidden, te vasten en te boeten door vaak op de grond te slapen en onder zijn prinselijk gewaad een boetekleed te dragen. Zoon Casimir zag voorgoed af van alle politieke activiteiten en leidde een godvruchtig leven met een grote Maria-devotie. Ook op het dringende verzoek te huwen met de dochter van de Duitse keizer Frederik III ging hij niet in. Hij gaf er de voorkeur aan om celibatair te blijven en een godgewijd en kuis leven te leiden. Hij had grote devotie voor het altaarsacrament en voor de Heilige Maagd. Op reis naar Litouwen - dat een unie vormde met Polen - werd hij ziek. Hij voorspelde zijn laatste uur en op 4 maart 1484 overleed hij in Wilna (Vilnius) aan ofwel de pest, ofwel tuberculose, vijfentwintig jaar oud. Na zijn dood gebeurden er rond zijn graf zovele wonderen dat een kanunnik er in 1604 een kompleet boek mee kon vullen. Intussen was hij in 1521 door Leo X heilig verklaard mede vanwege zijn grote bescheidenheid. Toen zijn graf in 1604 werd geopend om zijn relieken te verplaatsen, vond men onder de rechterslaap van zijn onbedorven lichaam een perkament met een afschrift van de 63 strofen tellende Mariahymne Omni Die Dic Mariae van Bernardus van Cluny, later bekend geworden als Sint Casimirs Hymne. Zijn relieken zijn uiteindelijk in 1989 terechtgekomen in de Casimir-kapel van de Ladislaus-kathedraal in Vilnius. Zijn sterfdag werd zijn liturgische feestdag. |
||
Kuise leliesPietro Novelli drukt de status van Casimir op het hier afgebeelde grote schilderij uit door de hermelijnversiering op zijn mantel. Hij heeft geen baard, een teken van zowel zijn maagdelijkheid als zijn jeugd. Het schilderij presenteert geen seculiere kroning, aangezien Casimir nooit koning werd, maar een erkenning van zijn deugden en toewijding aan de Maagd Maria. De deugden worden vertegenwoordigd door de lelies in de handen van de putto rechtsboven, en de devotie door Maria die hem kroont met een krans van witte rozen. De keuze van de bloemen kan mogelijk verwijzen naar vers 23 en 24 van de boven genoemde Mariahymne.
Onder aan het schilderij is een wapenschild te zien dat ik niet heb kunnen duiden. Vermoedelijk moet het verwijzen naar de koninklijke afkomst van Casimir. Het schild benadrukt dan zijn status als zoon van koning Casimir IV van Polen en zijn verbondenheid met het Poolse koningshuis. |
||
Pietro Novelli 'Il Monrealese' (1603-1647)
Incoronazione di San Casimiro (±1636) Olieverf op doek, 335 x 229 cm Palermo - Palazzo Abatellis (Galleria Regionale della Sicilia) |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |