Paul Verheijen

PAUS LEO

Pausnaam Leo

Tot nu toe zijn er dertien mannen geweest die als pausnaam kozen voor Leo. Van hen zijn er vijf heiligverklaard.
  • Leo I de Grote (440-461; 10 november)
  • Leo II (682-683; 3 juli)
  • Leo III (795-816; 12 juni)
  • Leo IV (847-855; 17 juli)
  • Leo V (903)
  • Leo VI (928)
  • Leo VII (936-939)
  • Leo VIII (964-965)
  • Leo IX (1049-1054; 19 april)
  • Leo X (1513-1521)
  • Leo XI (1605)
  • Leo XII (1823-1829)
  • Leo XIII (1878-1903)

Leo I de Grote


De Oosterse kerk viert de feestdag van Leo I op 18 februari.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem zowel op 11 april als op 10 november:
Te Rome de geboorte van de heilige paus Leo I, belijder en kerkleraar. Hij scheen uit door de verdiensten van zijn deugden en werd daarom 'de Grote' genoemd. In zijn dagen is de kerkvergadering van Chalcedon gehouden, waarin hij door zijn gezanten Eutyches liet veroordelen. Later heeft hij de besluiten van deze kerkvergadering met zijn gezag bevestigd. Nadat hij allerlei dingen geregeld en over vele zaken met helderheid geschreven had, en als een goede herder zich ten zeerste verdienstelijk had gemaakt voor de kerk van God en voor geheel de kudde van de Heer, is hij in vrede gestorven. Zijn feest viert men echter de elfde april.
Leo I is ergens in Toscane geboren en werd rond zijn vijftigste levensjaar tot paus gekozen.
Tijdens zijn pontificaat groeide hij uit tot een sterke persoonlijkheid met grote kerkelijke én wereldlijke daadkracht.
Hij was de eerste paus die het primaatschap van de paus duidelijk onder woorden bracht, de eerste paus die de Romeinse titel pontifex maximus aannam en de eerste paus die in de Sint Pieter in Rome is begraven.
Hij liet 96 preken na en een kleine 125 brieven, die een uitstekende retorische vorming verraden.
Op zijn naam staat een verzameling liturgische teksten uit circa 440-50, bekend onder de naam Sacramentarium Leonianum of Sacramantarium Veronense genoemd.
Hij werd midden 18e eeuw tot kerkleraar uitgeroepen.
Leo I wordt vrijwel altijd afgebeeld met pauselijke gewaden en met een tiara.

Aan het begin van het korte hoofdstuk 83* over Leo is in de Legenda Aurea te lezen dat hij eens nadat hij de mis had gelezen in de Santa Maria Maggiore door een vrouw op zijn hand werd gekust.
Leo kreeg hierdoor een zware beproeving tot onkuisheid en om dat te voorkomen sneed hij nog dezelfde dag heimelijk zijn hand af die hem geërgerd had (vergelijk Matteüs 5,30 en 18,8).
Het volk begon daarna te morren dat Leo de mis niet meer opdroeg en de paus wendde zich tot de Maria die aan hem verscheen en zijn hand weer aan zijn arm voegde.

Leo I de Grote redde Rome en het Westromeinse Rijk tweemaal van een fatale aanval door Hunnen en Vandalen.
Zie daarover de pagina over het fresco in de Stanze van Rafaël.
*Jacobus de Voragine plaatst zijn beschrijving van Leo I merkwaardigerwijs op 28 juni, de sterfdag van paus Leo II in 683.

Leo III


Leo III was afkomstig uit het gewone volk, maar was in de kerkelijke hiërarchie langzaam maar zeker steeds hoger opgeklommen. Hij kwam al meteen in het begin van zijn pontificaat in botsing met de adel in Rome. Toen Hadrianus I in 795 stierf wilde zijn neef (nepotisme) hem opvolgen, maar dat ging niet door. De neef nam wraak op de nieuwe paus Leo III. Hij huurde een stelletje bandieten die de paus overvielen tijdens een processie. Meer dood dan levend werd Leo III naar een klooster gebracht, waaruit hij met een touw moest ontsnappen. Zijn leven niet veilig vluchtte hij naar het hof van Karel de Grote in Aken. Tegen het eind van dat jaar keerde Leo III naar Rome terug.
De neef van Hadrianus I kwam met een tweede actie: hij beschuldigde paus Leo III van ontucht. Dat was overigens vrij nomaal voor middeleeuwse pausen. De beschuldigingen werden door Karel de Grote van de hand gewezen toen deze in 800 Rome bezocht. Op 23 december legde Leo III een openbare eed af, waarin hij verklaarde dat de aanklachten tegen hem onjuist waren. Twee dagen later, in de mis op kerstmorgen in 800, kroonde Leo III Karel de Grote tot keizer.
Met name op bevel van de Karel de Grote zou Leo III ter ere van Sophia en haar drie dochters een mistekst hebben samengesteld die in tijden van nood werd gelezen.
Leo III liet ook een triclinium, banketzaal bouwen, waarvan nu nog slechts een mozaïek resteert naast de Sint Jan van Lateranen.

Leo X


Giovanni de' Medici werd geboren op 11 december 1475 als zoon van Lorenzo I de'Medici (il Magnifico). Hij kreeg een humanistische opvoeding, wat in die tijd betekende dat hij een brede opleiding in de geesteswetenschappen kreeg, en was voorbestemd voor een carrière in de kerk. Al op 14-jarige leeftijd werd hij kardinaal. Na de verbanning van zijn familie uit Florence in 1494 ondernam hij pogingen om het gezag van de De'Medici te herstellen. Toen dit niet lukte leidde hij op verschillende plaatsen een redelijk rustig leven als minnaar van kunst en literatuur. Hij steunde kunstenaars en was vrijgevig, waardoor hij herhaaldelijk in geldproblemen kwam. De'Medici kwamen in 1512 weer aan de macht in Florence, waardoor ook de kansen van Giovanni keerden. In 1513 werd hij tot paus gekozen en is tot op heden de jongste paus in de geschiedenis.

Kunst en literatuur speelden een grote rol in zijn leven. Hij verstrekte opdrachten aan Rafaël en Michelangelo. Opdat deze twee kunstenaars niet zouden wedijveren, zorgde Leo X ervoor dat beiden hun handen vol hadden met andere opdrachten en op verschillende plaatsen te werk gesteld werden.
Hij breidde de collectie van de Vaticaanse Bibliotheek aanzienlijk uit. Als liefhebber van het goede leven organiseerde hij grote feesten en extravagante eet- en drinkgelagen. Enkele kardinalen zagen dit gedrag met lede ogen aan en probeerden hem door vergiftiging om het leven te brengen, hetgeen mislukte. Het moge duidelijk zijn dat Leo X nooit heilig is verklaard.
Om zijn financiële tekorten aan te vullen ging hij aflaten verkopen, naar het voorbeeld van de Duitse monnik Johann Tetzel. Dat deze praktijken de hervormingsbeweging van onder andere Maarten Luther in de kaart speelden, ontsnapte grotendeels aan zijn aandacht. Hij reageerde op Luthers protesten door hem in de ban te doen, hetgeen bijdroeg aan een definitieve breuk van Luther met de kerk en het ontstaan van het protestantisme.
Op 1 december 1521 overleed hij op 45-jarige leeftijd aan een longontsteking. Hij werd begraven in de Santa Maria sopra Minerva. In de Santa Maria in Aracoeli staat een levensgroot standbeeld van de paus. Hij werd opgevolgd door de enige Nederlandse paus in de geschiedenis: Adrianus VI.

Leo X en Michelangelo

Leo X kende Michelangelo al sinds zijn jeugd en ervoer hem als een moeilijk karakter. Daarom was het een logische keuze om hem buiten Rome te werk te stellen. In plaats van hem aan te stellen aan het pauselijke hof, stuurde Leo X hem in 1516 naar Florence om daar opdrachten te volbrengen voor zijn familie. Deze opdrachten waren voornamelijk voor de De'Medici-familie. Een aantal van zijn belangrijkste opdrachten waren het ontwerpen van de gevel en de sacristie voor de Basilica San Lorenzo, de familiekerk van het geslacht De'Medici. Het ontwerp voor de gevel van Michelangelo is nooit tot uitvoering gebracht maar werd ons wel overgeleverd via een houten model dat vervaardigd werd in 1519.

Leo X en Rafaël

Aangezien Michelangelo in Florence aan de slag was, bleef Rafaël als de voornaamste kunstenaar over in Rome. Rafaël werd aangenomen om de decoratie van de Stanze te voltooien. Aangezien Rafaël bij de uitvoering van deze opdracht in de derde stanza subtiel naar het pontificaat van de nieuwe paus refereerde, kwam hij al gauw in de gratie van Leo X en genoot hij van zijn pauselijke bescherming. Na deze succesvolle opdracht werd bijna alles wat met kunst te maken had door Leo X aan Rafaël toegekend. Hij vervaardigde meerdere portretten van de paus en tussen 1515 en 1516 werkte Rafaël aan kartonnen voor een tapijtenreeks met als thema ‘de werken van de apostelen’ voor in de Sixtijnse kapel. Opmerkelijk was de benoeming van Rafaël tot Antiquitatum Praes door Leo X om de verdere vernietiging van het antieke Rome tegen te gaan. Deze titel hield in dat Rafaël verantwoordelijk was voor het bewaren van de overblijfselen uit de antieke periode en het correct optekenen ervan. Hiernaast droeg hij ook de verantwoordelijkheid over de vele opgravingen waarvoor men steeds goedkeuring diende te krijgen van Leo X.

Door deze vorm van favoritisme kregen andere belangrijke kunstenaars uit die tijd die op dat ogenblik ook in Rome verbleven, nauwelijks belangrijke opdrachten toegewezen.
Het grootste werk dat Leo X te wachten stond, was het verder opbouwen en voltooien van de Sint-Pietersbasiliek te Rome. Hij gaf ook verschillende opdrachten voor het bouwen van nieuwe kerken en kapellen. Buiten deze religieuze gebouwen voerde men ook andere infrastructuurwerken uit onder zijn gezag, zoals het verbreden, vernieuwen en aanleggen van de straten in Rome. Zo werd in 1518 de Via Leonina geopend. Deze straat komt uit op de Piazza del Popolo, een van de belangrijkste pleinen in Rome. Er werden ook meerdere restauratiewerken aan belangrijke oudere kerken aangevat, zoals de S. Maggiore en de San Giovanni in Laterano.
2016 Paul Verheijen / Nijmegen