Van troubadour naar kluizenaarRaniero Scacceri was afkomstig uit Pisa en liet zich na een onstuimige jeugd dopen. Hij reisde rond als troubadour en liedjeszanger waarbij hij zichzelf op de violine begeleidde. Zelf zegt hij van die vroege periode in zijn leven dat hij elke gelegenheid tot zonde steeds met beide handen aangreep. Eens kwam hij een vrome kluizenaar tegen die zijn leven in de eenzaamheid aan God toewijdde. Onverhoeds zei hij tegen hem: 'Pater, doe voor mij een gebedje, want ik ben lang zo gelukkig niet als ik er van buiten uitzie.' Dat gebed veranderde zijn leven. Hij hing zijn instrument aan de wilgen en beweende zijn zonden zo intens dat hij er nagenoeg blind van werd.Hij werd marskramer om iets te verdienen teneinde een pelgrimstocht naar het Heilige Land te kunnen maken. Maar toen hij op een dag in zijn beurs tastte, kwam daar een stank vandaan, zo afgrijselijk als alleen de duivel zelf kan veroorzaken. Dat was het moment waarop hij zich voornam nooit meer een vinger naar geld uit te steken. Nu leefde hij alleen nog van aalmoezen en giften. Op de boot die hem naar het Heilig Land bracht, nam hij plaats tussen de roeiers. Alles deed hij met hen samen: roeien, eten, bidden en grappen maken. Hij wist hen onderweg zo te vermaken dat ze er waren voor ze er erg in hadden. Meerdere malen redde hij zeelieden in gevaar van de verdrinkingsdood. Na terugkomst werd hij oblaat en kluizenaar bij de benedictijnen van San Andrea en later van San Vito, beide te Pisa. Hij stond erom bekend ziekten te kunnen genezen die te maken hadden met zwaarmoedigheid. Waar hij kwam, begon de zon te schijnen en sloeg de geest van pessimisme en wanhoop op de vlucht. Hij stierf in 1160. Bij wijze van eerbetoon droegen de stadsbestuurders hem ten grave. In 1591 werd zijn gebeente opgegraven en plechtig bijgezet in een nieuwe vleugel van de kathedraal van Pisa. Reinier kreeg zijn feestdag op 17 juni en wordt gewoonlijk afgebeeld als een kluizenaar in een kleed van dierenhuiden met als attribuut een pelgrimsstaf. Afbeelding: Cecco di Pietro (1330-1402) San Raniero (Pisa - Museo Nazionale di San Matteo, tempera op paneel, 93 x 34 cm) |
Camposanto in PisaHet Camposanto Monumentale in Pisa is een monumentaal kerkhof. De muren van het enorme bouwwerk waren bedekt met meer dan 2600 vierkante meter aan fresco's. De vroegste werden geschilderd in tussen 1336 en 1341 in de zuidwestelijke hoek. In de zuidelijke arcade werden verhalen van Pisaanse heiligen geschilderd. Andrea di Bonaiuto en Antonio Veneziano waren verantwoordelijk voor de cyclus van Reinier.Op 27 juli 1944 veroorzaakte een bomfragment van een geallieerde aanval een brand in het Camposanto, die drie dagen lang brandde, waardoor het houten loden dak instortte. De vernietiging van het dak beschadigde alles in de begraafplaats ernstig, waarbij de meeste sculpturen en sarcofagen werden vernietigd en alle fresco's in gevaar kwamen. Stukken van de fresco's werden geborgen en er werd een tijdelijk dak opgetrokken om verdere schade te voorkomen. Na de Tweede Wereldoorlog begonnen de restauratiewerkzaamheden. Het dak werd zo dicht mogelijk bij het vooroorlogse uiterlijk hersteld en de fresco's werden van de muren gescheiden om te worden gerestaureerd. De cyclus toonde in het bovenregister - geschilderd door Bonaiuto - de bekering van Reinier, zijn vertrek naar het Heilig Land en wonderen. Het laatste fresco is volledig verloren geraakt. Op de afbeelding hierboven wordt de plek ingenomen door een gravure ervan. In het onderregister van Veneziano toonden de fresco's de terugkeer naar Pisa, de dood en begrafenis en (gravure) zijn opbaring en postume wonderen. |
Andrea di Bonaiuto (1319-1377) en Antonio Veneziano (actief tussen 1369 en 1388)
Het leven van Reinier (1377-88) Fresco's Pisa - Camposanto Monumentale |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |