Teken aan de wand, gewogen en te licht bevonden
Het onderwerp van dit schilderij van Rembrandt is te lezen in het vijfde hoofstuk van het bijbelboek Daniël.
Wij hebben er de twee gezegdes in de koptitel aan te danken.
Koning Belsassar richtte eens een groot feestmaal aan voor duizend van zijn rijksgroten.
Hij dronk in tegenwoordigheid van de duizend gasten wijn en onder invloed van de wijn gaf hij het bevel het gouden en zilveren vaatwerk te halen.
En bij het drinken van de wijn loofden ze de goden van goud en zilver, van brons, ijzer, hout en steen.
Terwijl ze dat deden, verschenen er vingers van een mensenhand en die schreven iets op de gepleisterde muur van het koninklijk paleis juist tegenover de luchter.
De koning zag de schrijvende hand; hij verschoot van kleur en raakte in verwarring, zijn heupgewrichten verslapten en zijn knieën stieten tegen elkaar.
Maar ofschoon alle wijzen van de koning waren verschenen, waren zij niet in staat het schrift te lezen en er de koning uitleg van te geven.
Toen Daniël voor de koning was geleid, zei deze tot hem: Bent u Daniël, een van de ballingen van Juda, die de koning, mijn vader, uit Juda heeft weggevoerd? Als u het schrift kunt lezen en het mij verklaren, zult u met purper worden bekleed, de gouden keten om uw hals dragen en als derde heersen in het koninkrijk.
Daarop antwoordde Daniël aan de koning: Boven de Heer van de hemel hebt u zich willen verheffen: u hebt het vaatwerk van zijn tempel laten halen en u, uw rijksgroten, uw vrouwen en bijvrouwen hebben er wijn uit gedronken: goden van zilver en goud, van brons, ijzer, hout en steen, die niet zien, niet horen en niet kennen, hebt u geëerd, terwijl u de God in wiens hand uw adem ligt en heel uw leven, niet hebt geprezen. Daarom heeft Hij die hand dit schrift laten schrijven. En dit staat er geschreven: Menee menee tekeel oefarsien. De verklaring ervan luidt: menee, geteld heeft God uw regeringsjaren en er een eind aan gemaakt; tekeel, gewogen bent u op de weegschaal en te licht bevonden; perees, verdeeld is uw koninkrijk en aan de Meden en Perzen gegeven.
Toen werd Daniël op bevel van Belsassar met purper bekleed, hij kreeg de gouden keten om de hals en herauten maakten bekend dat hij als derde zou heersen in het koninkrijk. Diezelfde nacht werd Belsassar, de koning van de Chaldeeën, gedood.
|
Verticaal lezen
Rembrandts schilderij behoort tot een groep grootschalige historiestukken uit het midden van de jaren 30 van de 17de eeuw.
Hij laat in die periode zijn drang naar felle dramatiek en beweging de vrije loop en was geboeid door de rijkdom, de vele kleuren en textuur van exotische, oosterse kleding.
Met een ruk draait koning Belsassar zich om naar de schrijvende hand, waarbij Rembrandt tegelijkertijd zowel een weelderig kostuum als angst uitbeeldt.
Rembrandt haalt uit deze scène alles wat erin zit: de vurige letters stralen een fel schijnsel uit, rechts tuimelt de weelderig in het rood geklede vrouw bijna uit het schilderij, waarbij ze wijn morst uit haar kostbare kelk, en links deinzen twee gasten achteruit, met open monden van verbijstering en angst.
In strijd met wat de westerse beeldende kunst gebruikelijk was, heeft hij het mene-tekel in Hebreeuwse letters weergegeven.
Rabbijn Menasseh ben Israel (Rembrandte maakte een geëtst portret van hem) opperde in zijn boek De termino vitae (1639) het vermoeden dat de experts geen raad wisten met de tekens omdat ze behalve - zoals gewoonlijk in het Hebreeuws - gelezen moesten worden van rechts naar links, maar bovendien van boven naar beneden.
Hetzelfde is het geval op het schilderij, zodat we daar vier trio's lezen: MNE, MNE, TKL, UFR, SIN, waarbij de hand de laatste 'N' schrijft.
|