TitelDit schilderij van Rembrandt laat een prachtig geklede man en vrouw zien in een vage, donkere ruimte.Liefdevol heeft de man zijn arm om de schouder van de vrouw geslagen en een hand op haar borst gelegd. Heel voorzichtig raakt zij met haar vingertoppen zijn hand aan, terwijl haar rechterhand rust op haar onderbuik. Ze draagt een opvallende ring om haar linkerpink. Beiden staren voor zich uit, ze lijken in gedachten verzonken. In de vage achtergrond naast en achter de vrouw zijn vormen te herkennen van een plant in een pot en iets van architectuur. De titel Het Joodse Bruidje kreeg het werk in 1828 van de Amsterdamse kunstverzamelaar Van der Hoop. Hij zag in dit schilderij een joodse vader die zijn dochter een ketting omhangt ter gelegenheid van haar huwelijk. Over de afgebeelde personen bestaat al decennialang onduidelijkheid. Gesuggereerd zijn de volgende 'bijbelse paren':
* Mogelijk 's Werelts begin, midden, eynde, besloten in den Trou-ringh, een groot leerdicht in vier delen uit 1637 |
Rembrandt en HendrickjeOndanks de meest bekende titel van dit werk, is er werkelijk niets joods in te vinden.Desondanks heeft de opvatting dat het zou gaan om een joods echtpaar of een joodse vader met zijn dochter voorafgaand aan de huwelijksceremonie, diep wortel geschoten. Ook twee etsen van vrouwen zijn lange tijd als een 'joods bruidje' aangeduid, terwijl op een van beide duidelijk zichtbaar het symbool van de heilige Catharina te zien is en de vrouw een sprekende gelijkenis vertoont met Saskia van Uylenburgh, de vrouw van Rembrandt. Is het paar dat model heeft gestaan voor dit schilderij een bestaand Hollands stel? Het zijn beslist niet Rembrandt zelf en zijn geliefde Hendrickje, maar in een bepaald opzicht zijn ze het ook wel, omdat de man op het schilderij duidelijk ouder lijkt dan de vrouw. Rembrandt was ongeveer 60 jaar toen hij het paar schilderde en Hendrickje ongeveer 40 jaar. |
Jefta en zijn dochterIn november 2005 komt journalist Bert Natter (1968) met een belangwekkende lezing.Volgens hem is er geen echtpaar afgebeeld maar een vader - de bijbelse rechter Jefta - en zijn dochter. Rechter Jefta uit het Eerste Testament die God voor zijn strijd tegen de Ammonieten toezegt de eerste die na de overwinning uit de deur van zijn huis naar hem toekomt, te zullen offeren. Het blijkt zijn dochter te zijn, zijn enig kind. Jefta lost deze gelofte in ondanks zijn verscheurdheid door hoop, angst, twijfel en wanhoop. (Rechters 11,29-40) Dus geen verliefde mensen, maar een man die afscheid neemt van zijn dochter die weldra aan God zal worden geofferd. Tijdens onderzoek voor zijn historische jeugdroman Rembrandt mijn vader, verteld door Titus van Rijn ontdekte Natter dat in het treurspel Jephta van Rembrandts tijdgenoot Vondel een accurate beschrijving stond van de kleding van de vrouw. In bruitsgewaet, als eene die haer trouw En blijde hant den bruidegom zal schencken. Hier komt noch doot, noch leven in bedencken. De lelien van gout, in ’t sneeu gespreit Van ’t onderkleet der maeght, haer zuiverheit, Onnozelheit en vast geloof afmaelen. Het opperste gewaet vol zonnestralen. In purper, en doorgloeit van ’t zonneroot, Sleept achterna, vloeit met zijn’ rijcken schoot Van vore om laegh. Geen ring, noch halskarkanten Van perlen, noch onschatbre diamanten Ontbreecken hals en hant. Het blonde haer, Met geur gepoêrt, vloeit neder, als een baer Van gout in zee, van achter met zijn glanssen, Waerop de kroon om ’t hooft sluit, met dry transsen In top, gelijck een mijter opgehaelt, Die met gesteente en met karbonklen praelt. Hier toonen deught en schoonheit haer vermogen, Onsterflijckheit ziet haer alreê ten oogen En aenschijn uit. Wat ziel wort ingetoomt! Citaat uit het treurspel van Joost van den Vondel (1587-1679) Jeptha ofte Offerbelofte uit 1659. Nog meer bewijs? - In de veilingcatalogus uit 1828 werd het schilderij door een Engelse kunsthandelaar aangeduid als Jephtah and his daughter. - Jeptha ofte Offerbelofte werd in 1659 geschreven en Het Joodse Bruidje werd ongeveer acht jaar later geschilderd. - Vondel en Rembrandt kenden elkaar en woonden beiden in Amsterdam. |
Bartholomeus Vaillant en Elisabeth van SwanenburgIn het jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden e.o. (Vol. 63 - 1971) staat het artikel De Liefde een groot stuck.De schrijver ervan, toenmalig directeur van De Lakenhal in Leiden Maarten Wurfbain, veronderstelt dat het paar op het schilderij Bartholomeus Vaillant en zijn tweede vrouw Elisabeth van Swanenburg voorstelt, gehuwd te Amsterdam 1668, voorouders van mr. Christiaan Everard Vaillant, in wiens bezit het schilderij in 1825 was. Bij een taxatie na de dood van Bartholomeus wordt o.a. een schilderij omschreven als "de liefde een groot stuck". Mogelijk kan dit schilderij "Het Joodse Bruidje" geweest zijn.* * Informatie via e-mail gekregen van John Vaillant |
Isaak en RebekkaOp een tekening die onmiskenbaar met dit schilderij samenhangt en die beschouwd kan worden als een directe voorstudie ervoor, heeft Rembrandt het moment uitgebeeld, waarop koning Abimelek uit zijn venster kijkt en Isaak en Rebekka ziet minnekozen, zodat hij ontdekt dat zij man en vrouw zijn en niet, zoals Isaak gezegd had, broer en zus.(Genesis 26,1-14) Evenals op het schilderij zie je rechts een grote tuinvaas. Het paar zit daar op een balustrade. Röntgenfoto's hebben aangetoond, dat de figuren op het schilderij in eerste instantie ook zittend waren voorgesteld. Op grond van deze studietekening is wel gesuggereerd dat het schilderij oorspronkelijk groter is geweest en later aan de rechterzijde is bijgesneden. Maar belangrijker: het afgebeelde paar op Het Joodse Bruidje is naar alle waarschijnlijkheid dus Isaak en Rebekka. |
TechniekRembrandt gebruikte allerlei schildertechnieken.De gezichten en handen zijn tamelijk glad geschilderd, maar de rode verf is met het paletmes breed uitgesmeerd en de dikke klodders geel zijn gemodelleerd, zodat ze een zwaar met gouddraad doorwerkte stof suggereren. Op die manier gebruikte Rembrandt de verf niet alleen om kleur, maar ook om reliëf aan te brengen. De achtergrond is slechts globaal aangeduid en werkt daardoor uiterst suggestief. Het zou kunnen dat Rembrandt die achtergrond nooit heeft voltooid, maar het kan natuurlijk ook zijn bedoeling zijn geweest dat niet te doen. |
Rembrandt Harmanszoon van Rijn (1606-1669)
Abimelek bespiedt Isaak en Rebekka (1655-56) Pentekening in roetbruin, 14,5 x 18,5 cm New York - Verzameling Siegfried Kramarsky Het joodse bruidje (1667) Olieverf op doek, 121,5 x 166,5 cm Amsterdam - Rijksmuseum |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |