Paul Verheijen

CARLO SARACENI

Caecilia

Congregatie

Carlo Saraceni kreeg tijdens zijn verblijf in Rome van 1598 tot 1619 talrijke prestigieuze opdrachten, in veel gevallen voor altaarstukken. Aangenomen wordt dat het hier afgebeelde schilderij van Caecilia in opdracht van Natale Rondanini (1540–1627) werd vervaardigd. Rondanini was lid van de Congregazione di Santa Cecilia, een in 1585 opgerichte muziek- en liefdadigheidsvereniging, waaruit zijn speciale devotie voor deze heilige blijkt. Gezien de ontwikkelde en muziekminnende kringen waartoe de opdrachtgevers van dergelijke schilderijen behoorden, is het waarschijnlijk dat Saraceni vrij nauwkeurige instructies kreeg voor deze compositie.

Onhandige beul

Het martelaarschap van Caecilia schilderde Saraceni met veel pathos en met de suggestie van een verrassend gewelddadige afloop. De figuren zijn zo gerangschikt dat hun levendigheid en bewegingen de verdere ontwikkeling van het gebeuren aankondigen - een verloop waarin ook de wij als kijker betrokken worden.

Zonder acht te slaan op de aardse instrumenten luistert Caecilia al naar de hemelse muziek. Ze knielt in het midden van de voorstelling op een kussen en richt haar blik op de engel die zwevend op een wolk naar haar afdaalt met zijn welgevormde jeugdige lichaam naar haar toegekeerd. Zijn rechterarm strekt hij omhoog, daarmee verwijzend naar haar plaats in de hemelse eeuwigheid. Caecilia spreidt als gebaar van berusting in haar lot de armen. Van opzij komt de beul aanlopen. Saraceni laat het ogenblik direct voor de dodelijke slag zien, die de onverlaat van voren lijkt te gaan uitvoeren, onhandig, bruut en zonder resultaat. Hij staat op het punt zich zo om te draaien dat hij uit het schilderij kijkt. Tegelijkertijd zal hij zijn rechterarm met het zwaard voor het lichaam van Caecilia heffen, door zijn knieën buigen en met al zijn kracht zijn wrede werk verrichten. De Legenda Aurea vermeldt dat de beul er niet in slaagde om haar te doden. Nog drie dagen zou zij in leven blijven, waarin ze regelde dat haar rijkdommen onder de armen zouden worden verdeeld. De met hermelijn afgezette stof die over de tafel gedrapeerd is, wijst wellicht vooruit naar die kostbare aalmoezen.
Carlo Saraceni (1579-1620)
Het martelaarschap van St-Caecilia (±1610)
Olieverf op doek, 136 x 98 cm
Los Angeles - County Museum of Art
2016 Paul Verheijen / Nijmegen