Ademt dit schilderij een verstilde sfeer die uitzonderlijk is voor Jan Steen?
Is geen van zijn bijbelse taferelen zo eenvoudig en zo vol van waarlijk religieuze stemming?
Zijn de figuren waardig weergegeven en ontbreekt elke vorm van spot of ironie?
Onder een door wijnranken begroeid prieel zitten de beide Emmaüsgangers aan tafel.
Hun ogen zijn gesloten.
Zijn ze diep in gebed en wil Jan Steen verwijzend naar Lucas 24,31 hiermee zeggen dat hun ogen nog niet geopend zijn voor het inzicht dat Christus is verrezen?
De Emmaüsganger met zijn gevouwen handen lijkt met zijn tonsuur op een monnik.
Zijn reisstaf naast hem verwijst naar de tocht van Jeruzalem naar Emmaüs.
Of voegt Jan Steen hier een komische noot toe aan een serieus onderwerp?
Zijn de Emmaüsgangers soms beneveld door de tafelwijn en daardoor ingedut?
Is dat de reden dat de historiestukken van Jan Steen jarenlang zijn onderbelicht en als ongepast werden bestempeld?
Hoewel we op tafel geen wijnbekers of -glazen ontdekken, wordt er wel iets geschonken.
Is dat wijn?
Het bijbelverhaal meldt hier niets over en spreekt alleen over brood dat Christus zegent, breekt en aan de twee geeft.
Dit is daar het moment dat de Emmaüsgangers hem herkennen.
Links is de schim te zien van die verrezen Christus die met zijn uitgestrekte linkerhand nog gebaart naar de twee aan tafel.
Als een bovenaardse verschijning lijkt hij uit beeld weg te vagen tussen de pilaren van het gebouw.
Dit wijst op maar meteen was hij uit hun gezicht verdwenen.
Achter de tafel staat een vrouw met een broodmand in haar armen.
Voor de tafel schenkt een bediende, op de rug gezien, drank (wijn?) uit een tinnen kan.
Deze twee bedienden reageren niet op de verschijning die zich voor hun ogen afspeelt.
Diverse details voegen iets alledaags toe aan het tafereel: het tinnen bord met ernaast een halfgeschilde citroen en de eierschalen op de grond.
Ze maken duidelijk dat de maaltijd ten einde is en passen in de sfeer van het 'huishouden van Jan Steen'.
Jan Steen beeldt niet één moment uit van het verhaal, maar brengt de twee meest wezenlijke elementen van het verhaal samen: niet zien en zien.
In de traditionele uitbeelding van dit verhaal zit Christus meestal aan tafel en breekt het brood.
Jan Steen wijzigt deze gebruikelijke iconografie en laat een van de twee Emmaüsgangers in het midden op de plaats van Jezus zitten, terwijl hij zijn hoofd ondersteunt en een broodmes in zijn andere hand houdt.
Zet hij de kijker bewust op het verkeerde been?
De schim van Christus wordt namelijk pas bij beter kijken zichtbaar.
Kortom: een werk dat voor meerdere uitleg vatbaar is.
|