PAASTIJD / PAASKRING

Kerkelijk jaar

Aangepast aan het jaar in de natuur wordt het kerkelijk jaar in tweeën ingedeeld.
Het ene is de winterse kersttijd, die uit de duisternis naar het licht streeft.
Daarin overheerst ook het lichtsymbool.
Het andere deel is de zomerse paastijd, waarin het leven over de dood zegeviert.
Beide delen beschouwt het christendom als op elkaar aangewezen: het tweede is als het ware een vervolg op het eerste.
In de paaskring viert en herdenkt men verhalen die in verband staan met lijden en wederkomst van Christus.
Sommige verhalen worden ook op andere momenten in het kerkelijk jaar herdacht.
In de beeldvorming van de paaskring spelen ook buiten-bijbelse verhalen een belangrijke rol.
De paaskring begint zeventig dagen (negen zondagen) voor Pasen met zondag Septuagesima (op zijn vroegst op zondag 19 januari) en eindigt met Sacramentsdag (op zijn laatst op donderdag 24 juni).
[Voor de berekening van de paasdatum: zie de menupagina over Pasen]
In sommige jaren zullen kerst- en paaskring elkaar kunnen overlappen.
De overblijvende tijd tussen het einde van de paaskring en het begin van de kerstkring of de eventuele tijd tussen het einde van de kerstkring en het begin van de paaskring wordt 'tijd door het jaar' genoemd.

In 2025 loopt de paaskring van zondag 16 februari tot en met donderdag 19 juni.
In 2026 loopt de paaskring van zondag 1 februari tot en met donderdag 4 juni en overlapt daarmee een dag van de kerstkring die eindigt op 2 februari.

PAASTIJD / PAASKRING

Kerkelijk jaar

(VOOR)VASTEN

GOEDE WEEK

PASEN

HEMELVAART

PINKSTEREN

DRIEVULDIGHEIDSZONDAG

SACRAMENTSDAG