Paul Verheijen

TIEPOLO

Saint Patrick

Missionerende bisschop

Patricius, beter bekend als Saint Patrick, werd rond 385 in Bannaven (Bannaventum of Nemthur in het westen van Groot-Brittannie) geboren als Maewyn Succat.
Op zijn naam staan twee in het Latijn geschreven brieven die de enige informatiebron over zijn leven vormen.
  • Confessio, een soort autobiografie die als zijn geestelijk testament geldt.
  • Epistula ad milites Corotici, waarin Patricius zich keert tegen de Schotse koning Ceretic Guletic die pasgedoopte christenen had gevangengezet en/of gedood.
Vele legenden laten zijn leven lezen als een avonturenroman.
Toen hij 16 jaar was namen Ierse zeerovers hem als slaaf mee naar Ierland, waar hij zes jaar lang schapen hoedde zonder voedsel en kleding.
Hier leerde hij de Ierse taal en zag kans te vluchten naar Gallië nadat hij daartoe was aangezet door God in een droom.
Na een studie aldaar bekeerde hij zich tot het christendom, noemde zich Patricius ('patriciër'/'adelijk') in het Iers Pádraig en, na een tijd lang tegenwerking te hebben ondervonden van kerkelijke superieuren, werd hij de eerste bisschopmissionaris van de Ieren.
Hij paste de kerkelijke organisatie aldaar aan aan de sociale structuren van het volk: geen bisschopszetels in steden, maar verbonden aan kloosterkerken.
Patrick verchristelijkte het Ierse Beltane lentefeest door het vuur dat bij dat feest centraal staat, tot paasvuur om te dopen(Saint Patrick's Fire).
Men noemt Armagh als plaats van zijn eigen zetel.
Patrick stierf in 461, volgens sommigen ca. 492.
Zijn Vita raakte al vroeg gevuld met legendes.

Men schrijft hem het auteurschap toe van het middeleeuwse gebed Breastplate of Saint Patrick.
Patrick bad dit toen hij en zijn metgezellen in een hinderlaag werden gelokt.
Voor zijn belagers veranderden zij vervolgens in wilde herten met een reekalf dat hen volgde.
Het gebed bestaat uit elf strofen waarin de Drie-eenheid, engelen en profeten, krachten in hemel en op aarde en tenslotte Christus te hulp worden geroepen tegen de duivel.

Patrick is patroon van Ierland en van de Ieren (Paddies) overal in de wereld.
Hij redt de zielen uit het vagevuur, verjaagt het ongedierte en beschermt het vee.
Hij is begraven in Duno welke plaats daarna Downpatrick (Dún Pádraig, 'Patricks bolwerk') ging heten (Noord-Ierland, ten zuiden van Belfast).
Zijn kerkelijke feestdag is op 17 maart (Saint Patrick's Day).

Exorcerende bisschop

Op het hier afgebeelde grote schilderij dat zich oorspronkelijk bevond in het klooster San Giovanni di Verdara in Padua beeldt Tiepolo een exorcisme uit van Patricius.
Hij staat op een marmeren podium dat rechtsonder is gebarsten en hij wordt geflankeerd door twee geestelijken die zijn bisschopsstaf en -mijter vasthouden.
Zijn aandacht richt hij op een vrouw die een boerenhoofddoek draagt met half op haar schoot een knielende jongeman, vermoedelijk haar zoon.
Rechts zien we een bedelaar en daarachter twee vrouwen en twee mannen.
Een van deze personages is zojuist door Patricius bevrijd van de duivel die linksboven - met duivelse staart en vleugels - uit het schilderij wegvliegt.
Op de loggia zijn twee mannen getuige van dit exorcisme.
De banden van de bisschopsmantel van Patricus zijn geborduurd met afbeeldingen van heiligen.

Legenden

Zoals gezegd kwamen er vele wonderbaarlijke legenden over Patrick in omloop.
De Legenda Aurea noemt er vijf in hoofdstuk 49.
Patricius, die zijn werkzaamheid begon omstreeks het jaar des Heren 480, preekte eens voor de koning van de leren over het lijden van Christus. Terwijl hij voor hem stond en op de staf leunde die hij bij zich had, zette hij die per ongeluk op de voet van de koning en doorboorde zijn voet met de punt ervan. Maar de koning, die dacht dat de heilige bisschop dit met opzet deed en dat hij het geloof alleen kon aannemen als hij zulke pijnen voor Christus leed, verdroeg het zonder een kik te geven. Toen de heilige het ten slotte merkte, schrok hij danig. Door zijn gebeden genas hij de koning en verkreeg voor het gehele land dat daar geen enkel giftig dier zou kunnen leven. Dit was niet het enige wat hij verkreeg: ook het hout en het leer uit dat gebied helpen, naar men zegt, tegen gif.

Een man had een schaap van zijn buurman gestolen en opgegeten. De heilige had de dief, wie het ook mocht zijn, al herhaaldelijk opgeroepen de schade te vergoeden, maar er kwam niemand opdagen. Toen het hele volk in de kerk bijeen was, droeg hij in de kracht van Jezus Christus het schaap op, in de buik van degene in wie het was binnengegaan voor iedereen zijn geblaat te laten horen. En zo gebeurde. De schuldige deed boete en de anderen hoedden zich voor diefstal.

Hij had ook de gewoonte ieder kruis dat hij zag eerbiedig te vereren. Maar op een keer liep hij langs een mooi kruis zonder het te zien. Door zijn gezelschap daarop opmerkzaam gemaakt, vroeg hij God onder smeekbeden waarom hij het niet gezien had. Daarop hoorde hij een stem van onder de grond: U hebt het niet gezien omdat ik die hier begraven lig een heiden ben en het teken van het kruis onwaardig. Daarom liet hij het kruis daar weghalen.

Toen de heilige Patricius in heel lerland het geloof verkondigde en daar maar weinig vrucht oogstte, vroeg hij de Heer een teken te laten zien waardoor de mensen dan tenminste van schrik boete zouden doen. Op bevel van de Heer trok hij met zijn staf ergens een grote cirkel en zie, binnen de cirkel opende de aarde zich en er werd een grote, peilloos diepe put zichtbaar. En in een openbaring vernam de heilige Patricius dat daar een plaats van loutering was; dat al wie daarin wilde afdalen, geen verdere boete meer hoefde te doen en geen andere loutering voor zijn zonden meer hoefde te ondergaan; maar dat de meesten daarvandaan niet terugkeerden en dat degenen die mochten terugkeren, daar van de morgen tot de volgende morgen moesten verblijven. Velen gingen daar dus binnen die nooit weeromkwamen.

(Legenda Aurea 49,1-13)

De eerste legende legende 'verklaart' hier het feit dat er in Ierland (nog steeds) geen slangen in het wild voorkomen.
De tweede legende speelt op tamelijk humoristische wijze in op het verschijnsel van een rommelende maag.
De vierde legenda staat in verband met een grot op Station Island in Lough Derg in het graafschap Donegal die sinds begin 13de eeuw een bedevaartplaats is tussen 1 juni en 15 augustus, waar berouwvolle zondaars de gelegenheid krijgen zich bij hun leven van de helse straffen en hemelse vreugden te overtuigen.

De uitgebreide vijfde legende speelt lang na de dood van Patrick en overkomt de edelman Nicolaas die vele zonden had bedreven, berouw daarover kreeg en de loutering van Patrick wilde ondergaan. Dat gebeurde ook, maar niet nadat hij verschillende beproevingen van een menigte demonen had ondergaan (Legenda Aurea 49,14-51).

Andere legenden vermelden verder dat Patricius een shamrock gebruikte, een klavertje-drie-blad, als symbool voor de goddelijke Drie-eenheid. Hij wordt ook vaak afgebeeld met de shamrock en het klaverblad is ook een van de emblemen voor Ierland.
Giovanni Battista Tiepolo (1696-1770)
San Patrizio vescovo d'Irlandia (1746)
Olieverf op doek, 171 x 328 cm
Padua - Museo Civico
2016 Paul Verheijen / Nijmegen