Overgangswerk
Dit schilderij van Paolo Uccelli beeldt de ridder Sint-Joris af terwijl hij de angstaanjagende draak vanaf zijn paard doorboort.
De achtergrond bestaat uit de grot waar de draak zijn hol heeft en een sereen landschap met een wervelwind van wolken boven Sint-Joris, die zijn krijgerskracht symboliseert.
De cycloon achter hem bestaat uit een draaikolk van wolken.
De grond bestaat uit vierhoekige heggen die zijn ontworpen volgens de regels van het lineaire centrische perspectief, waarvan Paolo Uccello een van de eerste meesters was.
Ondanks de strengheid van de constructie, geeft de opstelling van de hoofdrolspelers geen overtuigend idee van diepte, omdat ze eenvoudig naast de achtergrond worden geplaatst, zozeer zelfs dat ze geen schaduwen op de grond werpen.
De prinses lijkt met haar lange ledematen ontleend te zijn aan de laatgotische cultuur, waardoor dit doek een overgangswerk is tussen de renaissance en de gotische cultuur, waar enkele innovatieve elementen aanwezig zijn, maar andere ontbreken.
Misschien ligt het aan een schilderijtje dat ik ooit in Londen zag en dat me nogal is bijgebleven, omdat de afgebeelde prinses een woeste draak verveeld aan een riempje vasthoudt alsof ze wacht tot haar chihuahua klaar is met poepen, en niet zojuist van een gruwelijke dood-door-draak is gered door Joris, die naast haar nog steeds staat te zwoegen om dat monster te bedwingen. Maar sindsdien valt het me op dat als je een vrouw in een schilderij ziet met een draak, die vrouw er opvallend vaak nogal blasé uitziet.
(Wieteke van Zeil in De Volkskrant 5 februari 2022)
In feite is er geen gebrek aan sprookjesachtige of tegenstrijdige uitbeeldingen, zoals de extravagante draak en de zeer dunne speer, die in werkelijkheid uiterst fragiel zou zijn.
|