Deze illuminatie is geschilderd in gomtempera op vellum en is folio 93 verso van het zogenaamde Turijns-Milanese getijdenboek.
Dit was enige tijd in het bezit van Jan van Beieren, graaf van Holland.
Enkele illuminaties - aangeduid met de technische termen Hand G en Hand H - zijn mogelijk van Jan van Eyck, die tussen 1422 en 1425 werkte aan het hof van de graaf in Den Haag.
Hierover bestaat echter geen consensus.
Het grote tafereel toont de geboorte van de Johannes de Doper.
De aankondiging van deze geboorte en de geboorte zelf wordt in de bijbel alleen verhaald door Lucas in twee fragmenten: Lucas 1,5-25 en 1,57-80.
In een indrukwekkend rood hemelbed ligt Elisabet die haar ingebakerde zoon aangereikt krijgt van een vroedvrouw (of omgekeerd: aan de vroedvrouw geeft).
Aan het voeteneind zit een dame vergezeld van een kindje naast een grote openstaande kist.
Op de voorgrond knaagt een schoothondje rustig op een bot.
Een kat bij een houten nap met nog wat melkdruppels erin zet een hoge rug op en kijkt de toeschouwer aan.
Op een in verhouding enorm groot dressoir in het midden van de kamer staan verschillende voorwerpen.
Ze stofferen de ruimte en karakteriseren het tafereel als een goed beheerd huishouden.
Vader Zacharias, nog met stomheid geslagen, is op de achtergrond te zien in een andere kamer, verdiept in een boek.
Zo'n doorkijkje was destijds vrij vernieuwend.
In de glas-in-loodramen zijn wapenschilden afgebeeld die niet overtuigend geïdentificeerd zijn.
Wie is de vrouw rechts met het groene gewaad en daarover een blauwe mantel met een vaasje in haar rechterhand?
Mogelijk is hier Maria afgebeeld, drie maanden zwanger van haar zoon Jezus, hoewel zij volgens Lucas bij Elisabet wegging voordat Johannes werd geboren (zie Lucas 1,56-57).
De illuminatie geeft een haast exclusief vrouwelijke wereld weer waar de man letterlijk naar de achtergrond is verwezen.
Bas-de-page
De onderzijde van folio 93 toont God de Vader in een initiaal D die de heilige Geest neerzendt in een landschapje waar Jezus door Johannes wordt gedoopt, gadegeslagen door enkele andere dopelingen en/of joodse gezagsdragers.
En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen; en een stem uit de hemel sprak: “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.” (Matteüs 3,16-17)
Het is te beschouwing als een samenvatting van de verworvenheden die Van Eyck in bijna al zijn werk liet zien: realistisch uitziende wolken en maan, verweerde rotsen, bomen en andesoortige vegetatie.
De reflectie in het water, de suggestie van de golfjes, de perspectief, de vogelstipjes (zwaluwen?) zijn natuurgetrouw weergegeven.
Het bijbelverhaal lijkt hier ondergeschikt te zijn om de schoonheid en diversiteit van de natuur te verheerlijken.
Jan van Eyck (ca 1390-1441) en atelier
Geboorte van Johannes de Doper (circa 1423)
Illuminatie, 26 x 20 cm
Turijn - Palazzo Madama - Museo Civico di Arte Antica