Paul Verheijen

GIAN LORENZO BERNINI

Bibiana van Rome

Zweep met loden kogels

Wanneer in de christelijke iconografie een heilige als attribuut een palmtak draagt, hebben we te maken met een martelaar.
Daar zijn er in het katholicisme nogal veel van.
Vóór de kalenderhervorming in 1582 viel de feestdag van Bibiana (Viviana) op 13 december samen met het feest van de winterzonnewende en van het licht.
Ze behoort tot de vijf wijze maagden die in de adventstijd worden gevierd.
Wanneer bij deze heiligen andere attributen dan een martelaarspalm of specifieke kenmerken ontbreken wordt het moeilijk zo'n heilige te identificeren.
Bibiana behoort vaak tot die moeilijk te identificeren categorie vrouwelijke heiligen.

Het Roomse Martelaarsboek herdenkt haar op 2 december als volgt:
Te Rome het lijden van de heilige maagd en martelares Bibiana, die onder de heiligschennende keizer Julianus ter wille van Christus zolang met zwepen, waaraan loden kogels zaten, werd gegeseld, totdat zij de geest gaf.
Behalve moeilijk te identificeren is zij ook uitsluitend bekend uit legendes die bol staan van middeleeuwse romantiek en zo onbetrouwbaar zijn dat zelfs de goedgelovige Jacobus de Voragine haar niet vermeldt in zijn Legenda Aurea.
Samengevat komt haar verhaal, gesitueerd in de tweede helft van de vierde eeuw, hierop neer:
Ze was de dochter van Flavianus en Dafrosa en een zus van Demetria.
Eerst werd Flavianus gedood, omdat hij twee christenmartelaren had begraven.
Vervolgens werden al zijn goederen verbeurd verklaard, en vervielen zijn vrouw en kinderen tot armoede.
Maar omdat ook zij als christen bekend stonden, moesten zij zich verantwoorden ten overstaan van het gezag.
Dafrosa werd omgebracht, evenals Demetria.
Nu bleef Bibiana alleen over.
Door de standvastigheid van Demetria en de onmacht van de overheid om daarin verandering aan te brengen ontstak de stadsprefect nog meer in woede.
Hij gaf Bibiana die als enige nog in leven was, in handen van een zekere vrouw Rufina.
De bedoeling was te zien of die dan in staat zou blijken het meisje tot de oude afgoderij terug te brengen.
Mocht dat niet lukken, dan was hij vastbesloten om ook haar zonder pardon ter dood te brengen.
Rufina deed alles wat in haar vermogen lag, liet haar alle hoeken van de kamer zien, maar niets bracht Bibiana tot andere gedachten.
Toen ging ze naar de prefect om hem hiervan op de hoogte te brengen met als resultaat dat ze werd vastgebonden aan een zuil en werd gedood op de wijze zoals het Roomse Martelaarsboek hierboven meldt.
Haar lichaam werd voor de honden geworpen, maar bleef door hemelse bescherming onaangetast.

Officieel mag Bibiana alleen nog vereerd worden in de basiliek aan de Via Giovanni Giolitti in Rome, die Simplicius (paus van 468-483, feestdag 2 maart of 10 maart) heeft laten bouwen, op het huis waar zij woonde.
De kerk is rond 1625 verbouwd op last van Urbanus VIII (paus van 1623-1644).
Toen daarbij het lichaam van Bibiana werd ontdekt, beschouwde de paus dat als een goed teken voor zijn pontificaat en gaf hij Gian Lorenzo Bernini de opdracht tot het vervaardigen van dit beeld.
In deze kerk worden ook haar relieken en die van haar eveneens heilig verklaarde ouders en zus bewaard.

Geselpaal en palmtak

Bibiana is een staande vrouwelijke figuur, gedrapeerd in een gewaad, samen met haar attributen geselkolom en palmtak.
Haar mond is open en ze heeft uitzicht op weg naar de hemel.
Terwijl haar ene hand losjes de palmtak vasthoudt, rust haar elleboog op de kolom met onderarm en lijkt haar hand het onheil af te weren.
Het gaat Bernini niet om het verhaal van Bibiana, maar om haar emoties en mystieke toewijding.

In 2017-18 werd het beeld getoond als onderdeel van een groot Bernini retrospectief in de Galleria Borghese in Rome.
Bij terugkeer naar de kerk van Santa Bibiana brak de ringvinger van de rechterhand van de heilige af, maar deze kleine marteling van de heilige is weer gerestaureerd.
Gian Lorenzo Bernini (1598-1680)
Santa Bibiana (1624-1626)
Marmerbeeld
Rome - Santa Bibiana
2016 Paul Verheijen / Nijmegen