Paul Verheijen

GIAN LORENZO BERNINI

Visioen van Maria Magdalena de'Pazzi

Religieuze anorexia

De in 1566 in Florence geboren Catarina de'Pazzi had haar eerste visioen toen ze tien jaar was. Volgens de legende kreeg ze daarbij zlefs een trouwring van Jezus. Zes jaar later legde de gelofte van eeuwige maagdelijkheid af, werd karmelietes met de kloosternaam Maria Magdalena in het klooster Santa Maria degli Angeli in Florence en had door haar anorexia religiosa zoveel mystieke ervaringen - altijd in grote afzondering - dat ze tot de grote mystici van de kerk wordt gerekend. Ze onderging groot geestelijk en lichamelijk lijden en had de stigmata. Maar ze wilde ook de pijn van Christus' doornenkroon voelen. Die kreeg ze in de vorm van hevige migraine.
Kort na haar professie in 1584 had ze veertig dagen lang extases, door haar medezusters opgetekend in het mystieke werk I quaranta giorni, dat van invloed is geweest op de Europese religieuze literatuur. Volgens eigen zeggen beval Christus haar langdurig elk voedsel te weigeren. Ondanks al die ontberingen hield ze zich ook bezig met het verzorgen van zieken. Etterende puisten kon ze genezen door ze te kussen. Ze overleed in 1607.

Hoewel ze ook wordt beschreven als een sadomasochist, omdat ze andere nonnen geselde, werd ze in 1669 heiligverklaard en staat ze op heiligencanon op 25 mei. Haar onbedorven lichaam rust in een kostbare kristallen schrijn in het eerder genoemde karmelietessenklooster.

In de iconografie wordt ze vrijwel altijd afgebeeld in verband met haar visioenen. De tekening van Gian Lorenzo Bernini toont een van de visioenen van Catarina de'Pazzi: Christus aan het kruis, overvloedig bloedend uit zijn wonden om de zonden van de mens weg te nemen. Pazzi en een engel laven zich aan het bloed. Filippo Baldinucci (1624-1697), de eerste biograaf van Bernini, schrijft dat Bernini een geschilderde versie aan het voeteneind van zijn sterfbed had.

Kostbaar Bloed

U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want u bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal.
(Openbaring 5:9)
Dit bijbelcitaat was voor Pius IX in 1849 de reden om het Feest van het Kostbaar Bloed van Jezus in te stellen voor de eerste zondag in juli en door Pius X vastgesteld op 1 juli. Niet onbelangrijk daarbij was dat Pius IX na zijn vlucht in 1848 voor de revolutie een jaar later behouden terugkeerde, een wel heel concrete invulling van het verlost worden door Christus' bloed. Misschien was dit laatste de reden dat het feest bij de kalenderhervorming van 1969 weer werd geschrapt.
Eeuwen eerder ging het verhaal dat graaf Diederik van den Elzas in 1150 in de kapel van zijn kasteel in Brugge een flacon bewaarde dat een beetje bloed van Christus bevatte dat bij de kruisafneming door Josef van Arimatea eerbiedig was opgevangen, hetgeen leidde tot de Bloedprocessie aldaar (en ook elders).
Dit alles zonder rekening te houden met de opvatting van sommige theologen dat bij Christus' verrijzenis al zijn bloed in zijn lichaam was teruggekeerd. Het kan vreemd gaan met de verering van relieken.
Gian Lorenzo Bernini (1598-1680)
Sanguis Christi (±1670)
Bruine inkt op papier, 39 x 25 cm
Haarlem - Teylers Museum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen