Josef van ArimateaDe vier evangelisten geven behalve de toevoeging ‘Arimatea’ niet dezelfde informatie over Josef afkomstig uit Arimatea. De plaats Arimatea, in het Hebreeuws Ramataïm, (zie 1 Samuël 1:1) ligt in Judea ten noordwesten van de stad Lydda, vlak bij de grens met Samaria, misschien het huidige Ramallah. Elke evangelist modelleert zo te lezen zijn eigen Josef.Matteüs (27:57-61) schrijft dat Josef een rijk man en leerling van Jezus was. Hij legde het lichaam van Jezus in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Nadat hij een grote steen voor de ingang had gerold, vertrok hij. Marcus (15:43-46) vertelt dat hij een vooraanstaande raadsheer was en zelf ook de komst van het koninkrijk van God verwachtte. Marcus meldt niet dat het graf waarin hij Jezus legde feitelijk voor hemzelf was uitgehouwen. Lucas (23:50-51) sluit deels aan bij Matteüs en Marcus: Josef was raadsheer, een goed en rechtvaardig mens, die de komst van het koninkrijk van God verwachtte en niet had ingestemd met het besluit en de handelwijze van de raad. Over het graf zegt Lucas alleen dat het nog nooit was gebruikt. Johannes (19:38-42) weet dat Josef een geheime leerling van Jezus was. Ook hij koppelt het nieuwe graf niet aan Josef. De christelijke traditie heeft over Josef van Arimatea vele wonderlijke legenden in omloop gebracht. Bij de beschrijving in hoofdstuk 52 over Christus' verrijzenis en verschijningen daarna geeft de Legenda Aurea een samenvatting van hoofdstuk 12 uit het apocriefe Evangelie van Nikodemus. De tweede verschijning is toen Hij, naar gezegd wordt, op de dag zelf verscheen aan Josef, zoals te lezen is in het Evangelie van Nikodemus. Want toen de joden hadden gehoord dat Jozef het lichaam van Jezus aan Pilatus had gevraagd en het in zijn eigen graf had gelegd, werden ze woedend op hem. Ze grepen hem vast en sloten hem op in een kamer die ze zorgvuldig afsloten en verzegelden, met het plan hem na de sabbat ter dood te brengen. En zie, in de nacht van zijn verrijzenis werd het huis door vier engelen opgetild en trad Jezus bij hem bínnen. Hij wiste zíjn gezicht af en gaf hem een kus. Daarna leidde Hij hem naar buiten zonder de zegels te verbreken en bracht hem naar zijn huis in Arimatea.En bij de hagiografie van Jakobus staat er nog dit over Josef van Arimatea: Men leest ook dat Titus, toen hij Jeruzalem binnentrok, een zeer dikke muur zag en opdracht gaf er een gat in te maken. Zodra er een opening was gemaakt, troffen ze daarbinnen een grijsaard aan, eerbiedwaardig van gestalte en ouderdom. Gevraagd wie hij was, antwoordde hij dat hij Josef was, van Arimatea, een stad in Judea, en dat hij door de joden ingesloten en in de muur gemetseld was, omdat hij Christus had begraven. En hij voegde eraan toe dat hij van die tijd af tot nu met hemelse spijs was gevoed en door goddelijk licht was bemoedigd. Maar in het Evangelie van Nikodemus wordt gezegd dat toen de joden hem hadden ingemetseld, Christus hem na zijn verrijzenis daaruit heeft bevrijd en naar Arimatea heeft gebracht. Men zou kunnen zeggen dat hij na zijn bevrijding doorging met zijn verkondiging van Christus en daarom door de joden opnieuw werd ingemetseld.Het eveneens apocriefe Evangelie van Gamaliël verhaalt dat de 'goede moordenaar' - Dismas, die naast Jezus aan het kruis hing - door Josef samen met Nikodemus tot leven werd gewekt met behulp van Jezus' lijkkleed. Het Martyrium Pilati weet nog te melden dat Josef door Herodes werd gegeseld. In Genua wordt in de San Lorenzo een vat bewaard waarmee Josef het bloed van Christus aan het kruis opving. Dit vat zou Josef naar Glastonbury hebben gebracht en aldaar de oudste Keltische abdij van Engeland hebben gesticht. Het vat werd later beschouwd als de kelk van het Laatste Avondmaal en de Heilige Graal genoemd waarnaar koning Arthur en de Ridders van de Ronde Tafel op zoek waren. Een arm van Josef bevindt zich in de Sint Pieter in Rome en de Idulphus-abdij van Moyenmoutier in de Franse Vogezen claimt de rest van zijn lichaam te hebben. Gezien zijn rol bij de graflegging lag het voor de hand dat hij patroon werd van begrafenisondernemers. Hij kreeg in de heiligenkalender een feestdag: 17 maart. Vanaf de 9e eeuw verschijnt hij op afbeeldingen met als attribuut de lijdenswerktuigen of de Heilige Graal. |
Twee monumentale figurenAfgezien van een amorfe, bewolkte lucht elimineerde Giovanni Girolamo Savoldo de achtergrond volledig en reduceerde Christus' graflegging tot twee monumentale figuren, die naar voren in het beeldvlak werden geplaatst. Deze kwaliteiten hadden ongetwijfeld grote invloed op Caravaggio, die aanvankelijk zijn opleiding volgde in Noord-Italië, waar Savoldo zijn carrière doorbracht. Dit werk hing oorspronkelijk boven een groot altaarstuk, wat het ongebruikelijke perspectief, de horizontale vorm van het paneel en de positie van de figuren boven de toeschouwer verklaart. |
Giovanni Girolamo Savoldo (±1480->1548)
Cristo portato al sepolcro (±1525) Olieverf op paneel, 105 x 192 cm Verblijfplaats onbekend |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |