Paul Verheijen

JHERONYMUS BOSCH

Broederschapsretabel

Twee Johannesen

Het Mariaretabel in de kapel van de Lieve Vrouwe Broederschap in de Sint-Janskerk in Den Bosch.
Het bestond uit twee bakken met daarin een houten beeldhouwwerk: in het ene was het visioen van keizer Augustus uitgebeeld en in het andere het visioen van Johannes op Patmos.
Op de achterzijde waren afbeeldingen aangebracht die nu verloren zijn gegaan.
Deze afbeeldingen konden worden afgesloten met de op deze pagina afgebeelde luiken geschilderd door Jheronimus Bosch.
Het hele retabel is ontmanteld, de beeldhouwwerken bevinden zich nu in Museum Het Zwanenbroedershuis in Den Bosch en de beide schilderijen / luiken in Berlijn en Madrid.
Op het rechterluik was afgebeeld Johannes op Patmos en op het linker Johannes de Doper.
In de Sint-Janskerk werden de feesten van Johannes de Apostel / Evangelist en Johannes de Doper op vrijwel dezelfde wijze gevierd.
Het paneel met Johannes de Doper is aan alle zijden ingekort en de voor- en achterzijde werden van elkaar gescheiden.

Johannes de Doper

Peinzend ligt De Doper, gehuld in het rood van de passie en uitgestrekt over het hele paneel, in een weids landschap dat de woestijn of eenzame natuur verbeeldt waarin hij verbleef.
In dit schijnbaar paradijselijke landschap wordt een hert door een beer verslonden, terwijl een andere beer aan een boom staat te schudden.
Uit zijn mouwen piept een harig onderkleed en met zijn rechterhand wijst Johannes naar het Lam Gods, het dier dat verwijst naar Christus en het bijna vaste attribuut van de Doper is geworden, vanwege zijn uitspraak:
Zie het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld.
(Johannes 1,29)

Vóór Johannes bevindt zich een distelachtige plant met drie vruchten die de vorm hebben van een granaatappel.
Deze fantasieplant bedekt in zijn geheel de schenker van het schilderij die oorspronkelijk was afgebeeld.
Drie vogels op drie verschillende niveaus pikken aan de vruchten en ervoor ligt een dode vogel.
Zoals zo vaak bij Bosch is de mogelijke symboliek moeilijk te duiden.
Verwijst hij hier naar de drie mogelijke toestanden van de menselijke ziel na zijn dood: (van onder naar boven) hel, vagevuur en hemel?
Granaatappels staan symbool voor vruchtbaarheid vanwege hun vele zaden, maar ook voor de dood (het geslachte Lam Gods?) vanwege de rode kleur van het binnenste van de vrucht.
In het bijbelse Hooglied worden de wangen van de vrouw vergeleken met een granaatappel.

De achterzijde van dit luik is verloren geraakt, maar had mogelijk dezelfde compositie als de achterzijde van het andere luik.
Op de afbeelding hierboven is de achterzijde een kopie van de achterzijde rechts, met weglating van de pupil en met overbelichting van de omtrek, zodat de afbeeldingen wat minder slecht te zien zijn.

Johannes op Patmos

Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd.
(Openbaring 12,1)

Het apokalyptische visioen van Johannes tijdens zijn verbanning op het eiland Patmos gold als hét beeldthema van de Lieve Vrouwe Broederschap, omdat hierin zowel haar eigen patroon Maria als Johannes waren vertegenwoordigd.

De engel die aan Johannes verschijnt wijst hem op de vrouw in de zon aan de hemel, die hier wordt uitgebeeld als een Madonna met Kind.
Johannes kijkt naar hen op.
Uit de rok van Maria steken de beide uiteinden van een maansikkel.
Een cirkel van twaalf sterren verbeeldt in allegorische kunst vaak de Kroon van Onsterfelijkheid.
Niet-religieus symboliseert hij dikwijls eenheid, solidariteit en harmonie (zie de Europese vlag).
Voor de voeten van Johannes staat een kleine adelaar, het vaste attribuut van Johannes als Evangelist.

Onder het gedrocht rechtsonder staat Bosch' signatuur en men sluit niet uit dat het gezicht van dit gedrocht een zelfportret van Jheronimus Bosch is.

Oog van God met passiescènes

De achterzijde van het luik met Johannes op Patmos is wel bewaard gebleven.
In semigrisaille toont het in een gestilleerde pupil, bestaande uit twee in elkaar geplaatste cirkels, die oplicht in een helse duisternis het lijdensverhaal van Christus.
In de Physiologus, een Griekse collectie van gemoraliseerde dierenverhalen uit de 3e/4e-eeuw die aan de basis lag van de populaire bestiaria in de middeleeuwen, staat dat de pelikaan zijn kroost, dat hij zelf heeft gedood, met zijn eigen bloed weer tot leven wekt.
De pelikaan die in het midden van de cirkel zijn jongen voedt met zijn eigen bloed verwijst naar Gods zoon die zijn leven gaf voor de mensheid.
De acht passiescènes daaromheen (met de klok mee beginnen om drie uur) zijn omgeven door diepe duisternis.
In donkere tonen schilderde Bosch daarin nog allerlei bijna onzichbare figuren als een vliegende vis, een grommende hond, drie herten, een stekelvarken, een haan.
Mogelijk symboliseren zij een chaotische opeenstapeling in de diepe duisternis te midden waarvan Christus door zijn lijden en dood redding brengt.

Detailafbeeldingen van achterzijde

1/9
Pelikaan

2/9
Getsemane

3/9
Judaskus

4/9
Pilatus

5/9
Geseling

6/9
Doornenkroning

7/9
Kruisweg

8/9
Kruisiging

9/9
Graflegging


Jheronimus Bosch (circa 1450 - 1516)
Broederschapsretabel (>1488)
Johannes de Doper / achter: verloren geraakt
Olieverf op eiken, 49 x 41 cm (v/h 63 x 43 cm)
Madrid - Museo Fundación Lázaro Galdiano
Johannes op Patmos / achter: Oog van God met passiescènes
Olieverf op eiken, 63 x 43 cm
Berlijn - Gemäldegalerie
2016 Paul Verheijen / Nijmegen