Ontvangen en schenkenVolgens de traditie heeft Maria in een visioen aan de heilige Dominicus de opdracht gegeven het rozenkransgebed in te stellen. Caravaggio beeldt hier die opdracht van Maria uit in een complexe rangschikking van de figuren die vrijwel alle communiceren met blikken en gebaren zonder dat helemaal duidelijk wordt wie wie kan zien.Onder een enorme rode doek - aan de linkerkant gewikkeld om een gecanneleerde kolom - die de hele bovenkant van het schilderij vult, staat boven iedereen uitstijgend Maria met het kindje Jezus. Dit naakte Christuskind staat op zijn moeders schoot met zijn linkerbeentje gekruist over zijn rechter. Onschuldig kijkt hij ons aan met wijdopen ogen. Iets daaronder wordt Maria geflankeerd door vier dominicanen. Links zien we Dominicus. Hij houdt in elke hand een rozenkranssnoer, terwijl Maria met een handgebaar aangeeft dat hij deze rozenkransen moet uitdelen aan vijf geknielde volwassenen en een kind. De open handen maken zowel duidelijk dat Dominicus de rozenkransen heeft ontvangen en nu ook zal schenken. Rechts zien we drie ordegenoten van Dominicus. De middelste kan met zekerheid geïdentificeerd worden als de eerste dominicaanse martelaar Petrus Martyr van Verona, te herkennen aan het bloed dat uit zijn hoofd sijpelt. Hij kijkt het schilderij uit, maar met zijn rechterhand - in verkort perspectief - wijst hij naar Maria. Wie zijn de twee anderen die naast hem staan? Van de man die Caravaggio in profil perdu heeft geschilderd is die vraag onmogelijk te beantwoorden. Sommige kunsthistorici menen dat de andere dominicaan een van de beroemdste dominicanen uit de kerkgeschiedenis is, te weten Thomas van Aquino. Hij kijkt expressievol naar de rozenkransen ontvangende en schenkende Dominicus. Onder hen kijkt - vermoedelijk de opdrachtgever - het schilderij uit naar de toeschouwer. Hij is 'eigentijds' gekleed in het zwart met een kanten kraag. Omdat hij het scapulier van Dominicus omhoog houdt, lijkt Dominicus voor hem Maria's rol als Mantelmadonna te vervullen. Het lijkt dat de andere drie mannen, een vrouw en een kind - gezien de richting van hun blikken - in aanbidding knielen voor de rozenkrans en niet voor Dominicus. Hun handen herhalen het ontvangende gebaar van Dominicus. Het is onduidelijk in welk richting de moeder kijkt die - ook beschermend - haar arm over de schouder van haar kind heeft gelegd. Mogelijk kijken de moeder en het kind richting Madonna, natuurlijk ook een - beschermende - moeder met Kind. Heeft zij geen bemiddeling van een rozenkrans nodig om het goddelijke te aanschouwen? Caravaggio laat veel in het midden. Is dat met opzet en mag de toeschouwer het zeggen? |
Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610)
Rozenkransmadonna (1604-05) Olieverf op doek, 365 x 250 cm Wenen - Kunsthistorisches Museum |
2016 Paul Verheijen / Nijmegen |