Paul Verheijen

CESARE FRACASSINI

Martelaren van Gorkum

Den Briel

Toen Gorkum eind juni 1572 was ingenomen, werden daar - ondanks het bevel van Willem van Oranje om priesters en monniken te ontzien en ondanks de beloofde godsdienstvrijheid - geestelijken gevangen genomen en mishandeld.
Zij werden in de nacht van 5 op 6 juli in een schuit naar Den Briel gevoerd, daar gekerkerd, ondervraagd, bedreigd en gefolterd, om tenslotte op 9 juli in een schuur te worden opgehangen.
Voornaamste grief waren hun ideeën over de werkelijke tegenwoordigheid van Jezus in de eucharistie en de plaats van de paus in de Kerk.
De 19 lichamen werden verminkt en in een massagraf geworpen.
Hun lichamen werden in 1615 opgegraven door twee franciscanen, naar Brussel gebracht en bijgezet in de franciscanerkerk.

Lijst

  • Adrianus Jansen
  • Andreas Woutersz
  • Antonius van Hoornaar
  • Antonius van Weert
  • Cornelius van Wijk bij Duurstede
  • Franciscus de Roye
  • Godefridus van Duynen
  • Godefridus van Mervel
  • Hiëronymus van Weert
  • Jacobus Lacops
  • Johannes van Hoornaar
  • Johannes Lenaerts
  • Leonardus Veghel
  • Nicasius Janssen
  • Nicolaas Pieck
  • Nicolaas Poppel
  • Petrus van Asse
  • Theodoricus van der Eem
  • Willehadus van Denemarken

Cultus

In Brussel ontstond al spoedig een cultus die in 1675 leidde tot de zaligverklaring van de Gorkumse martelaren en in 1867 tot de heiligverklaring.
In dat laatstgenoemde jaar kwam ook de plaats van de terechtstelling in Den Briel, het Martelaarsveld, weer in katholieke handen.
De gehangenen worden er nu nog door pelgrims vereerd.
In de loop van de tijd kwamen ook relieken terecht in de slotkerk te Oud-Heusden en in de Antoniuskerk te Gent.
De liturgische herdenking valt op 9 juli en het Roomse Martelaarsboek doet dat tamelijk gedetailleerd met de volgende woorden:
Te Brielle in Holland het lijden van de zogenaamde negentien martelaren van Gorkum. Van dit getal waren negen priesters en twee lekebroeders minderbroeders, vier waren seculier priester, twee norbertijn, één augustijn en één dominicaan. Daar zij het gezag van de roomse kerk en de wezenlijke tegenwoordigheid van Christus in de eucharistie verdedigden, hadden zij van de ketterse calvinisten verschillende verguizingen en folteringen te verduren. Ten laatste hing men hen op aan een balk, waar door de strop hun keel werd dichtgesnoerd en zo hebben zij hun strijd beëindigd. Door Pius IX zijn zij onder de heilige martelaren gerangschikt.

Opdracht

Volgens een sinds de 16e en 17e eeuw gegroeid gebruik vindt de liturgische canonisatie plaats in de Sint Pieter in Rome onder een afbeelding van de heilige(n) om wie het gaat.
Om die reden kreeg de Italiaanse kunstschilder Cesare Fracassini de opdracht van het Vaticaan de terechtstelling van de Martelaren van Gorkom op doek vast te leggen.
De meningen over de kunstzinnigheid van dergelijke afbeeldingen lopen nogal uiteen.
Cesare Fracassini (1838-1868)
I Martiri Gorcomiensi (1867)
Olieverf op doek
Rome - Vaticaanse Musea
2016 Paul Verheijen / Nijmegen