Paul Verheijen

GUERCINO

Madonna met Kind, Pancratius en Monica

Pancratius van Rome

In dit schilderij van Guercino zien we de Madonna met het Christuskind, geflankeerd door twee heiligen: de jonge martelaar Pancratius en een vrouwelijke heilige, mogelijk Sint Monica. Maria staat centraal als moeder én hemelse voorspreekster. Haar zachte, tedere uitdrukking contrasteert met de plechtige houding van de heiligen die haar omringen.
Pancratius, herkenbaar aan zijn jeugd en martelaarsattribuut (de palmtak), vertegenwoordigt onschuld en standvastigheid in geloof. De vrouwelijke heilige, vermoedelijk Monica – moeder van Augustinus – symboliseert volhardend gebed en moederlijke zorg. Guercino gebruikt clair-obscur om de aandacht op de heilige figuren te vestigen. Zijn warme kleurgebruik en kalme compositie maken het werk toegankelijk en devotioneel. Het schilderij nodigt de kijker uit tot contemplatie en benadrukt de rol van Maria als middelares tussen hemel en aarde.

De feestdag voor Pancratius is 12 mei. Hij behoort tot de zogenaamde ijsheiligen.
Het Roomse Martelaarsboek herdenkt hem op die dag kort met de woorden:
Eveneens te Rome aan de Via Aurelia de heilige martelaar Pancratius. Hij was pas veertien jaar oud, toen hij onder Diocletianus door onthoofding als martelaar stierf.
De Legenda Aurea schrijft een korte hagiografie over hem in hoofdstuk 71.
Pancratius werd geboren uit hoogadellijke ouders. Toen hij in Frygië zijn vader en zijn moeder had verloren, bleef hij achter onder de hoede van zijn oom van vaderskant, Dionysius. Samen gingen zij terug naar Rome, waar ze een groot familiegoed hadden. In hun wijk hield paus Cornelius zich met zijn gelovigen schuil. Nadat Dionysius en Pancratius van deze Cornelius het geloof in Christus hadden ontvangen, stierf Dionysius in vrede. Pancratius werd gegrepen en voor de keizer gebracht. Hij was ongeveer 14 jaar oud. Keizer Diocletianus zei tegen hem: 'Mijn kind, ik wil je aanraden geen ellendige dood te sterven. Je bent nog een kind en dus makkelijk te misleiden. Je bent onmiskenbaar van adel en bovendien de zoon van iemand die mij zeer dierbaar was. Daarom vraag ik je, houd op met deze waanzin. Dan kan ik je als mijn zoon beschouwen.' Pancratius antwoordde: 'Al ben ik naar lichaam een kind, ik heb het hart van een grijsaard. Dankzij de kracht van onze Heer Jezus Christus boezemt u ons net zo veel angst in als de schildering die wij hier zien. Die goden van u, die u mij wilt laten vereren, waren bedriegers en pleegden ontucht met hun zusters; zelfs hun ouders spaarden ze niet. Als u vandaag zou weten dat uw dienaren zich zo gedroegen, zou u ze onmiddellijk ter dood laten brengen. Ik sta verbaasd dat u zich niet schaamt zulke goden te vereren.' De keizer besefte dat hij door een knaap was overwonnen en gaf bevel hem te onthoofden aan de Via Aurelia, omstreeks het jaar des Heren 287. Octavilla, de vrouw van een senator, begroef zijn lichaam met zorg.
Als iemand bij zijn graf een valse eed wil afleggen, zo vertelt Gregorius van Tours, wordt hij nog voordat hij bij het koorhek komt ofwel meteen door een demon gegrepen en met waanzin geslagen ofwel hij valt op de vloer en blijft ter plaatse dood. Er was een belangrijk rechtsgeding tussen twee personen en de rechter wist heel goed wie de schuldige was. Uit ijver voor de gerechtigheid leidde hij beiden naar het altaar van sint Petrus en dwong daar de schuldige zijn beweerde onschuld met een eed te bekrachtigen, waarbij hij de apostel vroeg met een teken de waarheid aan het licht te brengen, De man legde de eed af, maar er overkwam hem niets. Toen riep de rechter, die 's mans slechtheid kende, in zijn ijver voor de gerechtigheid uit: 'Die oude Petrus is ofwel te barmhartig of hij laat het aan een jongere over. Laten we naar de jonge Pancratius gaan en het aan hem vragen.' Ze gingen erheen en toen de aangeklaagde zonder blikken of blozen een valse eed op zijn graf had gezworen, kon hij zijn hand niet meer van het graf wegtrekken en stierf korte tijd later ter plaatse. Daarom wordt tot op de dag van vandaag door velen het gebruik in stand gehouden om in moeilijke gevallen te zweren op de relieken van de heilige Pancratius.

(Legenda Aurea 71,4-24)
Andere bronnen melden nog dat Octavilla het lichaam van Pancratius veilig verborg in de catacomben aan de Via Vitellia, nu genoemd de catacombe van Pancratius of catacombe van Ottavilla.
Zijn relieken kwamen ook terecht in de Sint-Bavokerk in Gent, de kathedraal van Utrecht en in de 7e eeuw in Londen waar het station Saint Pancras aan hem herinnert. Vooral in de middeleeuwen werd Pancratius vereerd
Het plaatsje San Pancras in Noord-Holland dankt zijn naam aan hem. In Nederland dragen een kleine 25 parochiekerken zijn naam. Pancratius is verder patroon van communicantjes, edelen en ridders en (huilende) kinderen.
Oorspronkelijk werd hij afgebeeld als jongeman in burgerkleding, later in ridderdracht of als soldaat met lans of wimpel. Op devotieprentjes is hij een knaapje met een korfje rozen.
Giovanni Francesco Barbieri (genaamd Guercino) (1591-1666)
Madonna met Kind en de heiligen Pancratius en Monica (1615-16)
Olieverf op doek, 254 x 170 cm
Renazzo in Cento - San Sebastiano
2016 Paul Verheijen / Nijmegen