Paul Verheijen

HERRI MET DE BLES

Het paradijs

Fantastisch landschap

Herri werd volgens Karel van Mander in zijn Schilderboek met de Bles genoemd, omdat hij een witte haarvlek of bles op het voorhoofd had.
Hij heeft van deze schilder verder weinig gegevens en dat geldt nog steeds ook voor onze tijd.
Vaststaat dat Herri een uitstekend landschapschilder was.
Hij was daarin navolger van Joachim Patinir, mogelijk ook diens neef.

Ook op dit kleine ronde schilderij van hem is het paradijs een Vlaams fantastisch landschap met bomen, velden, rotsen, water en allerlei dieren.
Het geheel wordt omgeven door twee banden: de buitenste smalle band stelt de wereldzee voor en de binnenste brede band het firmament.
Aan dit firmament staan linksboven de zon en rechtsonder de maan en verder zijn er wolken, sterren en vogels te zien.
In het midden van het paradijs staat de bron van de vier paradijsrivieren als een kostbaar versierde toren, meer in de trant van edelsmeedkunst dan van architectuur.
Herri hoefde hem niet zelf te ontwerpen, want hij koos een torenblok van het Laatste Oordeel van een triptiek afkomstig uit het atelier van Jheronimus Bosch.
Daaromheen wordt in vier taferelen het verhaal van Adam en Eva verteld.

Schepping van Eva

Toen liet JHWH, God, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde JHWH, God, een vrouw ...
(Genesis 2,21-22a)
God de Schepper houdt een rib van de plat op de grond op zijn buik slapende Adam in zijn hand waaruit aan de bovenkant reeds het hoofd van Eva tevoorschijn komt.
Zijn mantelt wappert omhoog, hetgeen wind (Zijn Geest die schept) suggereert.
God draagt een dwarsgeplaatste bisschopsmijter.
Opvallend is dat God geen zegenend gebaar met twee vingers maakt, maar dat hij zijn wijsvinger vermanend opsteekt naar Eva's hoofd.
Nauwelijks is het hoofd van de vrouw gevormd of God begint haar al te waarschuwen voor wat de kijker reeds weet dat gaat komen.

Christus met Adam en Eva

In vergelijking met de schepping van Eva is God nu veranderd.
Hij is geen oude man meer met een witte baard en een mijter, maar een veel jongere man met een korte, bruine baard, blootshoofds.
God is hier Christus geworden die zich richt tot Adam en Eva.
Wel zijn Vader en Zoon identiek, want Herri geeft hun kleren dezelfde kleuren: een rose mantel over een lichtblauw onderkleed.
Jezus' mantelt wappert echter niet, maar hangt in roerloze plooien neer.
Wat stelt de scène voor?
Sommige bronnen schrijven dat hier wordt uitgebeeld het verbod om van de boom van kennis te eten.
Het handgebaar van Christus wordt dan gezien als een vermanend opgestoken vinger.
Deze uitleg levert een verhaalchronologisch probleem op, want het eetverbod wordt alleen aan Adam opgelegd (Genesis 2,15-17), nog vóór de schepping van Eva.
Het ligt meer voor de hand hier te zien wat ná Eva's schepping plaatsvindt:
... en hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: 'Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd'. Zo komt het dat een man zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt.
(Genesis 2,22b-24)
Het gebaar van Christus kan dan worden beschouwd als een soort huwelijksinzegening.
Adam en Eva lijken in elkaar over te vloeien, waarmee Herri hier één van lichaam probeert uit te beelden.

Zondeval

De verleidende slang windt zich om de boomstam en Adam staat met gekruiste benen en uitgestrekte lege hand vlak tegen Eva aan.
De scène is erotischer dan men gewend was: Adam grijpt Eva verliefd om haar middel en Eva legt haar linkerarm om de schouder van Adam.
Ze drukken hun naakte lichamen tegen elkaar aan.
Eva houdt de appel in haar rechterhand waar de slang naar lijkt te happen.

Verdrijving uit paradijs

De groot uitgevallen en daardoor imposante engel raakt Adam niet lijfelijk aan, maar drijft hem met een soort geestelijke kracht het paradijs uit.
Adam en Eva vluchten van links naar rechts naar de rand het beeld uit.
Herri met de Bles (±1510-±1550)
Het Paradijs (1541>)
Olieverf op eikenhout, 46 cm diameter
Amsterdam - Rijksmuseum
2016 Paul Verheijen / Nijmegen